The Last Wilderness: A Journey into Silence

De Britse televisiejournalist Neil Ansell heeft al een gevuld leven achter de kiezen. Als twintiger reisde hij de hele wereld af. Thuisgekomen zonder enige cent, leefde en werkte hij met daklozen. De overvloed aan beelden van buitenlandse reizen, leidde uiteindelijk tot vijf jaar introspectie als kluizenaar op een afgelegen boerderij in de Welshe heuvels. Een zeldzame schildklierontsteking bracht hem gaandeweg weer op het sociale pad. Een nieuw leven begon als familieman, met vrouw en twee kinderen in Brighton.

De nood om zich regelmatig af te zonderen blijft en hangt samen met zijn gehoorproblemen. Aan één kant doof en met minimaal gehoor aan de andere kant, worstelde hij zich als kind doorheen het gewone onderwijs zonder gebarentaal. In een beperkte omgeving kan hij zijn plan trekken met horen, liplezen en raden. Maar in een luidruchtige groepsomgeving wordt het problematisch, zodat hij van jongsaf (als een vorm van zefbehoud) de eenzaamheid opzoekt, het liefst in de natuur.

Tijdens zijn reizen stonden vaak uitzonderlijke natuurplekken centraal. Maar ook de natuur van Wales en Schotland kent hij als zijn broekzak. Naast zijn werk als mainstreamjournalist heeft hij meegewerkt aan natuurprogramma’s en -documentaires. Het mag dan niet verwonderen dat de natuur een prominent thema is in zijn boeken die steevast een memoires gehalte hebben.

Neil Ansell debuteerde met Deep Country: Five Years in the Welsh Hills (2012) over zijn kluizenaarsbestaan in Wales. Hij haalde in het eerste jaar van de Wainwright Book Prize de longlist (2014) met Deer Island (2013), een een zoektocht naar het begrip ‘thuishoren’ aan de hand van het dakloze bestaan in de Londense straten enerzijds en een trektocht door de wildernis van de Jura anderzijds.

Dit jaar staat Ansell op de Wainwright Book Prize Shortlist (2018) met The Last Wilderness: A Journey into Silence (2018). De archetypische zoektocht naar de laatste wildernis (‘Call of the Wild’), een thema dat onvermijdelijk hoge verwachtingen schept. Gedurende een jaar reist de auteur vijf keer naar de Rough Bounds in de Schotse hooglanden, een streek die hij als prille twintiger bezocht alvorens op wereldreis te vertrekken.

Vandaag staat hij een flink stuk verder in het leven en wordt de Schotse natuur verbonden met natuurherinneringen uit andere episoden van zijn bestaan. Hoewel de auteur prominent aanwezig is, krijgt de natuur de eerste plaats toebedeeld met doordringende poëtische beschrijvingen die de essentie van elk nature writing boek zou moeten uitmaken.

Observaties van bijvoorbeeld otters, visarenden of nachtegalen in Schotland worden steevast verbonden met eerdere waarnemingen elders op de aardbol en gekaderd binnen een brede natuurkennis. Ansell kiest ervoor om elke trip naar Rough Bounds apart uit te schrijven om telkens opnieuw de confrontatie tussen het nieuwe en het vertrouwde aan te gaan. Zo wordt ook de verassing van het reizen aangehouden.

Met The Last Wilderness knoopt Ansell aan bij het begin van zijn liefde voor de natuur, maar ook met een mogelijk einde dat inherent is aan de seizoenen die hij volgt. Zo blijkt zijn gehoor verder achteruit te gaan, zodat de natuur zich gaandeweg op een andere manier gaat ontsluiten. Ook botst hij tijdens deze reizen op de grenzen van zijn gezondheid. Ansell reist onverijdelijk de stilte tegemoet.

Neil Ansell: The Last Wilderness: A Journey into Silence, Tinder Press London, 2018, 312 p. ISBN 9781472247124. Distributie Headline Publishing Group

© 2024 | MappaLibri