Dominique Vivant
Denon (1747-1825) is vooral bekend als de auteur van Reis naar Neder- en
Opper-Egypte, het belangrijkste getuigenverslag over Napoleons Egyptische
campagne. Zijn herontdekking een tiental jaren geleden heeft niet alleen te
maken met de heruitgave van dit en een drietal andere reisverhalen, maar vooral
met de publicatie van een aantal egodocumenten en de herdruk van deze
'definitieve' libertijnse novelle, die o.m. de inspiratie zou leveren voor de
roman De traagheid (1995) van Milan Kundera.
Vivant Denon, die niet alleen het
vertrouwen had van keizer Bonaparte, maar ooit nog kamerheer was geweest van
Lodewijk de Vijftiende, kende een succesvolle carrière als diplomaat en
kunstverzamelaar. Hij is ons echter vooral bekend als de eerste directeur van het Louvre-museum. Als
publicist overleefde hij zijn tijd door de trefzekerheid van zijn
beschrijvingen, een fijnzinnig taalgevoel en de subtiele ironie waarmee hij
zijn reisverslagen wist te kruiden. Die kwaliteiten zijn in veelvoud aanwezig
in dit onder pseudoniem geschreven en enige literaire uitstapje. Het is een
zeer luchtig en erotiserend verhaal, waarin de eenmalige liefdesnacht wordt
beschreven van de jeugdige hoofdpersoon met madame De T..., in een als lusthof
ingerichte kamer van spiegelglas, op slechts enkele passen afstand van de
slaapkamer van haar echtgenoot, de markies. Een pareltje van suggestiviteit en
een voltreffer in de gloednieuwe 'Perlouses'-reeks.
Dominique Vivant Denon: Eenmaal, immermeer, Voetnoot,
Amsterdam 2003, 155 p. ISBN 9789071877681. Vertaling van Point de
lendemain door Martin De Haan en Rokus Hofstede
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf
© 2025 | MappaLibri