De belangrijkste Zwitserse auteur van de
twintigste eeuw, Friedrich Dürrenmatt, lijkt in ons taalgebied te worden
herontdekt. De Roovers spelen dit seizoen zijn toneelstuk Het bezoek, en sinds vorig jaar verschijnt bij Athenaeum-Polak
& Van Gennep zijn belangrijkste proza in een nieuwe vertaling van
topvertaalster Ria van Hengel. Ondertussen zijn De rechter en zijn beul en De
verdenking opnieuw beschikbaar en werd De belofte
voor het eerst in het Nederlands omgezet. Aan dat fraaie rijtje wordt nu een
bundeling van drie korte novelles toegevoegd: De val/Pech/Smithy.
In De val volgen we de
vergadering van het politbureau van een of ander Oost-Europees land. De
hiërarchie is duidelijk: de macht ligt bij de dictatoriale leidersfiguur.
Wanneer een van de ministers niet komt opdagen en het gerucht gaat dat die
geliquideerd zou zijn, ontstaat er echter een discussie die zal eindigen in een
opstand die uiteindelijk tot de val van de dictator zal leiden. Je ziet
coalities en allianties ontstaan tussen de leden, er worden beschuldigingen en
dreigementen geuit, je krijgt een inzicht in de wijze waarop de leiders hun
macht consolideren en je kijkt mee met de moedigen die zich verzetten én met de
bange opportunisten. Dürrenmatt toont hoe de machtsevenwichten schuiven en hoe
de leider uiteindelijk uit de weg geruimd wordt. Waarna de plaatsen aan tafel
worden herschikt en een nieuwe hiërarchische orde geïnstalleerd wordt en – dat
is althans de suggestie – het hele verhaal van voren af aan kan herbeginnen.
In Pech krijgt een Alfredo Traps op een
avond autopanne op een afgelegen plek. Gelukkig kan hij logeren bij een oudere
man. Wanneer er voor het eten nog twee anderen opduiken en het blijkt dat de
drie mannen oud-collega’s zijn – de heer des huizes was rechter, zijn vrienden
respectievelijk openbaar aanklager en advocaat – wordt Traps deelgenoot van het
spel dat zij spelen wanneer ze samen zijn: tijdens het rijkelijk van alcohol
voorziene diner voeren ze een proces op. Traps, die aanvankelijk terughoudend
is, krijgt de rol van beklaagde, en hoewel de advocaat waarschuwt voor al te
grote loslippigheid, gaat Traps gaandeweg zo op in het spel dat hij zich laat
aanpraten dat hij de dood van zijn chef op zijn geweten heeft. Als zijn
raadsheer hem wil verdedigen, is Traps ondertussen zo overtuigd van zijn schuld
dat hij het vonnis – de doodstraf – zonder meer aanvaardt. Meer zelfs: hij zal
niet wachten op de beul voor de uitvoering ervan.
Smithy, ten slotte, gaat over een man die in opdracht van de maffia
lijken opruimt. Als hij geconfronteerd wordt met het lichaam van een vrouw met
wie hij kort daarvoor nog gevreeën heeft, raakt hij in gewetensnood. Omdat hij
de opdracht deze keer niet kan uitvoeren, wordt hij zelf gelyncht.
Wat deze verhalen
gemeen hebben, is dat het hoofdpersonage ervan telkens naar de slachtbank wordt
geleid, maar zich daar in het geheel niet tegen verzet. Met een grote
gelatenheid en in de volle overtuiging van de juistheid van de eigen positie
gaan ze ten onder. Net zoals dat het geval is in de eerder verschenen verhalen
bevatten de hier gepubliceerde vertellingen heel wat ingrediënten van een goede
thriller. Dürrenmatt speelt met elementen als de manipuleerbaarheid van de
menselijke psyche en het toeval, en bovendien heeft hij altijd weer een
verrassende wending achter de hand die het verhaal doet kantelen. Dat maakt van
Dürrenmatt lezen telkens weer een spannende en tegelijk onthutsende ervaring.
Friedrich
Dürrenmatt: De val/Pech/Smithy, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam
2018, 149 p. ISBN 9789025309206. Vertaling van Der Sturz ; Die Panne ; Smithy
door Ria van Hengel. Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri