De beer naar Wammerswald

9+ - Hoe breng je een beer terug naar het woud waar hij thuis hoort? En vooral, hoe doe je dat als kind dat naar school moet, gescheiden ouders heeft en een zeer laag zelfvertrouwen? Het lijkt een onmogelijke opdracht, maar dank zij directeur Salto van de firma Tweeboom lukt het Jakob toch. Leidraad daarbij is het tweeledige motto van de firma: ‘altijd vriendelijk zijn’ en ‘niet te snel opgeven’. Door zich aan die levensles te houden, wordt Jakob groter of ‘wijzer’, zoals zijn moeder zou zeggen.
 
Alles begint op de dag dat Jakob weer eens naar een andere school moet en wordt aangesproken door de rare meneer Salto. Die engageert hem als rechterhand in zijn bedrijf Tweeboom, dat problemen met dieren oplost. Het begint met een uit de zoo ontsnapte beer, ‘een geval van weemoed’, zoals Salto het noemt. Bij een vogel gaat het om ‘kooizucht’ en bij een weggelopen konijn om ‘een geval van wildheid’. In deze spitse typeringen van hun problemen is Boonen op zijn best, hier doet hij iets bijzonders met taal. Dat doet hij ook in zinnen waarin hij prikjes geeft in allerlei mistoestanden op zo’n manier dat ze doen nadenken: ‘zijn vader had alleen tijd voor dingen waarvan hij ongeduldig werd’ of ‘een vergadering over de mogelijkheden van de minpunten was het’
 
Niet alleen Jakobs opdracht lijkt onhaalbaar, dat lijkt ook het geval voor die van de auteur. Want hoe maak je het aanvaardbaar dat een kind alleen met een beer door het land reist, met de trein en op zijn rug? Stefaan Boonen slaagt daarin met allerlei kneepjes die je ongeloof steeds verder opschorten. De bizarre figuur van directeur Salto is zo overtuigend dat je zelf als lezer ook wel in het avontuur mee wil stappen. Daar komt bij dat je allicht net als Jakob niet nog eens naar een nieuwe school wil.
 
Toch zijn er ook enkele zwakke punten. Jakobs ouders zijn als personages te vlak en hun scheiding en geruzie voegt nauwelijks iets toe aan het verhaal. Ook het personage van toezichter Kiergiez is te zwak neergezet: hij mist het gemene dat dergelijke figuren bij Roald Dahl kenmerkt. Het verhaal bevat ook enkele losse draden, zoals de vergadering van de toezichters op het eind of de ontmoeting met Marie, die enkel toegevoegd lijkt om nog een extra boodschap mee te geven. Daar staat tegenover dat directeur Salto en Jakob wel overtuigend zijn getypeerd. Je groeit mee met Jakob en raakt snel in de ban van Salto als dierenvriend, ook dankzij de salto’s die zijn gedachten maken en zijn bijzonder gevoel voor humor.
 
De illustraties van Tom Schoonooghe zijn beresterk. De meeste lopen als een band over een dubbele pagina, maar af en toe werkt hij met kleinere tekeningen of zelfs met een soort strip in kadertjes. Vooral het kleurgebruik in de lange stroken is indrukwekkend: van het roze boven de horizon vanop het dak waar Salto woont tot het blauw van het ochtendgloren op het perron. Schoonooghe geeft ook krachtig emoties weer. Jakob rustend op de buik van de beer drukt een en al geborgenheid uit. En de blik op het gezicht van Jakob tussen de armen van zijn vader en directeur Salto op het eind illustreert sprekend wat er in de tekst staat: ‘Jakob Vandoorslaepers, dat heb je goed gedaan.’

Stefan Boonen, Tom Schoonooghe (ill.): De beer naar Wammerswald, Van Halewyck, Kalmthout 2018, 133 p. : ill. ISBN 9789461318664. Distributie Pelckmans Uitgevers 

© 2024 | MappaLibri