De schelmenstreken van Reinaert de Vos

9+ - Het verhaal Van den Vos Reynaerde dat uit de twaalfde eeuw stamt, is ontelbare malen vertaald, hertaald, bewerkt en geadapteerd. De berijming van Jan Frans Willems uit 1834 bleef tot diep in de twintigste eeuw het populairst, ondanks (of juist misschien dankzij) het feit dat deze grote Vlaamse voorvechter zeer dicht bij het origineel bleef. Zijn versie begint zo:

’t Was omtrent de Sinxendagen,
Over bossen, over hagen
Hing het groene lenteloof.
Koning Nobel riep ten hoov’
Al wie hij, om hof te houden,
Roepen kon uit veld en wouden.
Vele dieren kwamen daar,
Reinaert vos, vol slimme [s]treken,
Bleef alleen het hof ontweken;
Want hij had te veel misdaan
Om er heen te durven gaan.

Koning Nobel houdt hofdag voor alle dieren en Isengrim de wolf klaagt daar dat Reinaert zijn wijf heeft besmet ‘met zijn geile lijf’ en dat hij op zijn kroost ‘zijn water heeft geloosd’, zodat de kinderwolfjes nu blind zijn. En dat zijn dan nog maar de eerste klachten.

De schelmenstreken van Reinaert de Vos zijn recent door Koos Meinderts op uiterst vrolijke manier de actualiteit ingetrokken in een prentenboek dat heel anders begint dan welke oude versie ook:

'Terwijl Reinaert de Vos tijdens het monopoly-spelen met zijn kinderen stiekem een briefje van duizend uit de bank jatte en zich te goed deed aan een kipkluifje, verklaarde Koning Nobel in de paleistuin de jaarlijkse Hofdag voor geopend. “Fijn dat jullie er allemaal zijn,” sprak hij.'

In achttien korte hoofdstukjes behandelt Koos Meinderts telkens in één pagina de belangrijkste streken van de onverbeterlijke, gemene en razend slimme Reinaert, streken waarvan de meesten van ons de essentie wel kennen: Reinaert die gekleed in een monninkspij zogenaamd op bedevaart gaat en en passant een bloedbad aanricht onder de kinderen van Cantecleer de haan. Of die Tibeert de Kater op muizen trakteert waardoor deze in de klem trapt die meneer pastoor voor Reinaert had weggezet.

Bekende literaire auteurs als Stijn Streuvels en Paul Biegel hebben zich in het verleden aan bewerkingen van de Reinaert gezet, maar niemand was zo kort en bondig als Koos Meinderts. En toch kuist hij de verhalen allerminst. Nadat hij bijvoorbeeld Cuwaert de Haas de strot af had gebeten - in het bijzijn van zijn kinderen - droeg Reinaert de haas de eetkamer in. ‘Aan tafel, riep hij, en toen iedereen gezeten was sloot Reinaert vroom de ogen en ging het gezin voor in gebed. Als een voorbeeldige vader sneed hij Cuwaert aan stukken en verdeelde het vlees aan zijn vrouw en kinderen - waarbij hij niet vergat zichzelf het grootste en smakelijkste stuk te geven.’

Het is de verdienste van Meinderts dat hij, zelfs met een beperkt aantal woorden, de discrepantie tussen de wreedheden van Reinaert, die hij goed beschrijft, en de onzekerheid van de vos als het bijna mis gaat, genuanceerd weergeeft. Het lijkt me echter wel een boek dat liefst voorgelezen moet worden. Als de lezer er bij lacht, zal de vindingrijkheid van Reinaert voor kinderen meer reliëf krijgen, evenals de absurditeit van zijn daden.

De 19 illustratoren die de hoofdstukken van een plaatje hebben voorzien, zijn aanzienlijk minder genuanceerd. De lijn van de tekst wordt voortdurend doorbroken door de grote verschillen in visie van de tekenaars. Nu eens precieze realistische prenten met aaibare dieren (Annette Fienieg, Fleur van der Weel, de Schuberts) dan weer vage sfeerbeelden of juist expressionistische, karikaturale weergaven. De vos ziet er ook telkens anders uit, wat me heel verwarrend lijkt voor de jonge kijker. Misschien moeten de uitgevers, die dit soort constructies vaker hebben toegepast bij klassiekers, nu maar eens een opdracht geven voor de hele Reinaert aan één illustrator. Wat mij betreft mag dat Alice Hoogstad zijn (die de sensualiteit niet schuwt), Annemarie van Haeringen (die de onnozelheid van de kippen prachtig ving), Sylvia Weve of The Tjong-Khing (die als enigen de enge kant benadrukken).

Of moet je dit soort boeken gewoon maar niet voor kinderen willen maken?

Koos Meinderts (bew.), Carll Cneut, Charlotte Dematons e.a. (ill.), Hoogland en Van Klaveren, Hoorn 2018, 37 p. ISBN 9789089672735. Distributie De Vries Brouwers 





© 2024 | MappaLibri