'Het kleinstedelijk leven lijkt zo
gereglementeerd en voorspelbaar als een metronoom en soms is het net zo
ondenkbaar dat je je lot kunt ontlopen als dat de zon in het westen opkomt.
Maar dat is precies wat er af en toe gebeurt: de zon komt in het westen op.'
We zijn in San
Christóbal, een armmoedig stadje geklemd tussen de op die plaats vier kilometer
brede rivier de Ēré en het regenwoud. We horen het verhaal van een ambtenaar
die, 22 jaar voordien, een sociaal integratieproject kwam opstarten voor de
drieduizend leden tellende inheemse Neê-gemeenschap. Wat volgt, is het verslag
van een schokkende gebeurtenis die kort na zijn aankomst in april 1993 het
leven in het stadje volkomen overhoop zou halen.
Een kroniek die begint met het
plotse verschijnen van een groep hongerige kinderen, allen tussen de negen en
de dertien jaar oud. Niemand kent ze, ze spreken een onbegrijpelijke taal en
ontregelen, in kleine, wisselende groepjes, het dagelijkse leven door diefstal
van voedsel, overvallen op vrouwen met boodschappentassen en in het algemeen
door zich volkomen af te zonderen, zonder dat er op het oog sprake is van
bendevorming of zelfs maar van een leidende figuur.
Waar komen ze vandaan? Waar
slapen ze? In het oerwoud!? Ze zijn met tweeëndertig en het is onder die
benaming: 'de 32', dat ze het stadje in een psychologische wurggreep vatten,
wat tot een dramatische ontknoping zal leiden. Wat we meemaken, is een kroniek
van een aangekondigde dood.
De klok begint te tikken als een agent op 3 november 1994
door zijn collega per ongeluk wordt neergeschoten tijdens een worsteling met
enkele kinderen die ze wilden oppakken. Maar de doodsklok luidt pas echt als
enkele weken later, op 7 januari 1995, de overval op het Dakota-warenhuis
plaatsvindt. Een van de kinderen, betrapt bij het stelen van een blikje
frisdrank, wordt door een bewaker brutaal in mekaar geslagen, waarop, als
telepathisch opgeroepen, alle 32 kinderen voor het warenhuis opdagen, er
binnendringen, de boel kort en klein slaan, drie mensen zwaar verwonden en twee
anderen doden. Dat alles op amper een kwartier tijd, tussen 15u02 en 15u17,
zoals blijkt uit de beelden op de bewakingscamera's.
Een crisisteam van de gemeente,
waaronder de verteller, besluit tot een klopjacht in de jungle. Maar dat blijkt
makkelijker gezegd dan gedaan. 'De 32' blijven onvindbaar, ook na wekenlang
uitkammen van de wijde omgeving. Het ongenoegen van de bevolking stijgt
zienderogen en, opgejaagd door persartikelen, fotoreportages,
televisie-interviews en getuigenverklaringen, maar vooral ook door de
geruchtenmolen, doen allerlei veronderstellingen, de kwalijkste eerst, de
ronde.
Want,
als deze roman er in slaagt de spanning vakkundig op te bouwen, dan ligt zijn
werkelijke kracht in de beschrijving van de massahysterie die zich als een
epidemie onder de bevolking verspreidt en zelfs de verteller in zijn greep
krijgt. Vooral wanneer deze bij zijn aangenomen dochter een plotse verwijdering
opmerkt die ook bij andere kinderen in het dorp ten overstaan van de
volwassenen blijkt op te treden. Alsof de onschuld die 'de 32' ontnomen werd,
nu ze als misdadigers worden vervolgd, de onschuld van alle kinderen heeft
aangetast en meteen ook het probleem van hun autonomie duidelijk heeft maakt.
'In ruil voor liefde moeten kinderen de mythe van hun onschuld in stand
houden', staat er geschreven. Hun onschuld en hun afhankelijkheidspositie. Maar
wat als dat, door de omstandigheden en een gebrek aan liefde, dreigt te
verdwijnen? De Libanese wijsgeer Kahlil Gibran zei immers al dat 'je kinderen
je kinderen niet zijn. Ze zijn de zonen en de dochters van 's levens hunkering
naar zichzelf'.
Republiek van licht is een
ongemakkelijke en confronterende roman, die de soms vreemde verhouding tussen
volwassenen (die toch ook jong zijn geweest) en kinderen als thema heeft. Een
verhaal dat doet denken aan de kinderen die tijdens de revolutiejaren in
Rusland in groepen rondzwierven op zoek naar eten, zoals onder meer werd
geboekstaafd door Victor Alexandrov in Adder
onder de adders. Mijn jeugd tijdens de Russische revolutie (De Arbeiderspers 1981).
Andrés Barba: Republiek van licht, De Bezige Bij, Amsterdam, 2019, Vertaling van República luminosa door
Irene van de Mheen, ISBN 9789403132006. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2025 | MappaLibri