Met romans als Quatertemperdagen
(1992), Wolven huilen(1996), De portrettentrekker (1998) en Houten
schoenen (2000) schreef Erik Vlaminck de kroniek neer van zijn familie. De
schrijver die spoorzoeker werd, maakt ook nadrukkelijk zijn opwachting in de
nieuwe roman Suikerspin. De titel voert de lezer meteen mee naar de
wereld van de kermis die in de roman wordt getekend: de 'Barbe à Papa' heet in
het Vlaams 'suikerspin', een woord dat, zoals Vlaminck noteert, "geen
kermiswoord is en niet verkoopt. Omdat er ten eerste te weinig mysterie rond
hangt. En omdat het ten tweede aan beesten doet denken waar de wijven schrik
van hebben".
Her en der over de roman verspreide archiefstukken bewijzen dat Vlaminck
zich voor de geschiedenis van de familie
Van Hooylandt weer degelijk heeft gedocumenteerd. Zijn roman overziet zowat een
eeuw: stamvader Jean-Baptist werd geboren in 1874, kleinzoon Arthur en diens
zoon Tony maken thans de dienst uit. Handig ook voert de auteur zichzelf ten
tonele, de "boekenschrijver" in Texasbroek, "de onnozele
schrijversfiguur", "schrijvermans": zo wordt hij door Arthur in
diens recht-voor-de-raaptaaltje omschreven.
In de geschiedenis van de familie Van Hooylandt valt
uitendelijk weinig fraais te sprokkelen. Jean-Baptist werd, als kind nog, door
zijn vader afgestaan aan een foorreiziger - een mondje minder te voeden in het
gezin waarin hij was geboren. Na de dood van zijn werkgever komt Jean-Baptist
in het bezit van diens woonwagen en andere kermisattributen. Hij gaat op zoek
naar 'de' attractie die hem gouden eieren moet opbrengen. In de geest van de
tijd zoekt hij het in een rariteitenkabinet, waar hij de Siamese tweeling
Joséphine en Anastasia tentoonstelt.
Boeiend is hoe Vlaminck ook voor beide meisjes aandacht
heeft: de pientere Joséphine, de gelaten, wat achterlijke Anastasia en de
manier waarop zij binnen de familie een toch wel cruciale rol gespeeld hebben.
Wat en hoe, daaromtrent geeft Vlaminck pas aan het slot van zijn roman de
verklaring. Van echte relaties blijkt nauwelijks sprake in de hele familie Van
Hooylandt: vrouwen zijn er om genomen te worden (cf. de motiefzin die Arthur in
de mond wordt gelegd: "Wijven zijn crapuleuze serpenten"), in de
mannenwereld die zij als forains hebben uitgebouwd, wordt met hen geen
rekening gehouden.
Wat de roman verder op een
overtuigend literair niveau plaatst, is het feit dat Vlaminck zich niet zomaar
beperkt heeft tot het chronologische relaas van de familiesage van de Van
Hooylandts: in alternerende hoofdstukken worden de protagonisten erin aan het
woord gelaten en bieden ze de lezer een stevig gefundeerd zelfportret aan.
Tegen de achtergrond van het sociaal en economisch snel evoluerend Vlaanderen
van de 20e eeuw, met smalle uitlopers naar onze eeuw, met aandacht voor de
eigenheid van het Vlaams, maar dan op een perfect gedoseerde manier, wordt Suikerspin
meer dan een toevallige familiegeschiedenis.
Erik Vlaminck: Suikerspin, Wereldbibliotheek, Amsterdam
2010, 286 p. ISBN 9789028423596. Distributie Elkedag Boeken
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf
© 2024 | MappaLibri