Als katten van de wereld verdwijnen

Een kat en het naderende einde van het leven: dat was recentelijk ook al bij de populaire Japanse schrijfster Hiro Arikawa (Reisverslag van een kat) een combinatie die veel lezers kon boeien. Hoe dan ook gaan katten en Japanse literatuur vaak hand in hand, getuige de werken van Haruki Murakami, Takashi Hiraide, Junichiro Tanizaki of bv. alle boeken van Detlev van Heest.
 
Als katten van de wereld verdwijnen is het ontroerende verhaal van een jongeman die, nadat een hersentumor is vastgesteld, van de dokter hoort dat hij niet lang meer te leven heeft. Een half jaar nog, of misschien zelfs maar een week. Kapot van verdriet keert hij huiswaarts, naar zijn geliefde kat Kool. Al gauw krijgt hij bezoek van de duivel, die hij ‘Aloha’ zal noemen (naar diens aloha-T-shirt).
 
Het opvoeren van de duivel is een literair beproefd recept. Ook in Als katten van de wereld verdwijnen oefent hij zijn macht over leven en dood uit. Hier belooft de duivel de hoofdpersoon een dag extra leven te schenken, op voorwaarde dat hij afscheid neemt van een dierbaar iets in deze wereld. Hij moet dus met andere woorden voorwerpen, dieren of mensen laten verdwijnen waarmee hij op het eerste gezicht niet zonder kan leven. In zijn geval worden dat dan bijvoorbeeld de telefoon, zijn kat of het medium film. De duivel past dan door met zijn ogen te knipperen de grote verdwijntruc toe en geeft ons hoofdpersonage er een dag leven extra voor in ruil.
 
Als katten van de wereld verdwijnen wordt zo een reflectie op leven en dood. Vragen over de zin van het leven, de schoonheid van kunst en de relativiteit van allerhande menselijke maatstaven, zoals de tijd, passeren de revue. Kawamura put voor zijn ontroerende relaas ruim uit de filmgeschiedenis (Stanley Kubrick, Charlie Chaplin, Federico Fellini) met citaten en verwijzingen. Ook symbolen als de (oneindige) zee, de duivel en het horloge, vormen een rode draad doorheen het verhaal. De roman biedt de lezer inzichten als ‘koester wat je hebt wanneer je nog leeft’ en doet talrijke vaststellingen omtrent de liefde. Dat daarvoor zelfs een sprekende kat wordt opgevoerd, neemt de lezer er ongetwijfeld graag bij.
 
Als katten van de wereld verdwijnen is zo een zeer lezenswaardig boek geworden. Anderzijds mag men geen al te diepe filosofische bespiegelingen verwachten, zoals dat bv. in de roman Me against the world (2016) van Kazufumi Shiraishi het geval was. Hierin behandelt Shiraishi een gelijkaardig thema: een man kijkt (via zijn nagelaten geschriften) terug op de zin van het leven, en verwijst hiervoor impliciet en expliciet naar het boeddhisme, Schopenhauer (het leven als verschijning) en Albert Camus. Zelfs een kat passeert op fluwelen pootjes: het verscheiden van het geliefde huisdier, en de gevoelens van verdriet in zijn familie die daarmee gepaard gaan, nopen Meneer K. tot nederigheid. Hachi’s zachte dood doen hem immers verlangen naar een soortgelijk levenseinde.
 
Als katten van de wereld verdwijnen is een zeer toegankelijk boek geworden over een topzwaar thema. Genki Kawamura schreef herkenbaar, ontroerend zonder zoetsappig te worden, en door het opvoeren van de duivel in een kleurrijk T-shirt blijft de roman tot de laatste pagina toch enigszins licht en grappig van toon.
 
Genki Kawamura: Als katten van de wereld verdwijnen, Meulenhoff, Amsterdam 2019, 200 p. ISBN 9789029093385. Vertaling van Sekai kara neko ga kieta nara door Luk Van Haute. Distributie Lannoo

© 2024 | MappaLibri