Andrés Barba

'Haar ogen zijn stuk, daarom kunnen ze niet dicht. Je moet haar ogen likken, anders kan ze niets zien. Marina hield ons haar pop voor, het was het eerste wat ze zei.' De nieuw aangekomene in het weeshuis wordt met verbazing en argwaan bekeken, maar toch doen de meisjes wat van ze gevraagd wordt: 'We staken onze tong uit tot we met het puntje de koude glazen ogen voelden'.
 
Marina is zeven wanneer ze door een auto-ongeval haar beide ouders verliest. Ze zal het nieuws van hun dood pas vernemen als ze, twee maanden later, zelf uit het hospitaal wordt ontslagen. De psychologe die het haar vertelt, geeft haar een pop ('de enige die niet loog'), met ogen die kunnen bewegen. Maar het duurt niet lang voor het mechanisme stuk gaat. 'Nu ben je voor altijd wakker, pop.'
 
Met haar echte verhaal en haar verse herinneringen is Marina in het weeshuis een buitenbeentje. De andere meisjes zijn er al van kleins af aan en hebben nooit iets meegemaakt dat ze zich zo levendig voor de geest kunnen halen. In hun vrolijke, maar eendere jurkjes zijn ze moeilijk te onderscheiden en ze handelen in feite als groep. Maar met de komst van de nieuwelinge wordt alles anders.'Wij, die getemd waren, die geen verschil zagen tussen onze lichamen, die allemaal dezelfde dingen wilden, waren niet meer allemaal hetzelfde.' Alles lijkt besmet. 'We kenden geen verdriet totdat we leerden vergelijken', luidt het.
 
Marina observeert die vreemde wereld met koele blik, maar beseft dat ze er op de een of andere wijze moet binnendringen. Ze moet de groeiende vijandigheid tegengaan door gebruik te maken van de fascinatie die ze op hen uitoefent. Wanneer op een dag van woede de meisjes haar pop vernielen, stelt Marina de groep een vreemd spelletje voor, dat hen elke avond wanneer ze gaan slapen en de volwassenen weg zijn, fysiek en emotioneel intens bezig zal houden.
 
Met Republiek van licht, een roman over een groep vreemde kinderen die het leven in een kleine gemeenschap volledig ontwricht, bewees Andrés Barba thuis te zijn in de denkwereld van kinderen. En in de wereld van de taal. Zoals blijkt uit de beschrijving van het ongeval waarbij in het hoofd van de hoofdpersoon de taal zich losmaakt van de realiteit. Marina huilt niet, antwoordt automatisch, zonder goed te begrijpen welke betekenis de woorden hebben.
 
De verwarring in haar geest krijgt nog een hallucinant vervolg als ze in het weeshuis, tijdens een therapeutische sessie, de zoveelste confrontatie met het traumatische ongeval te lijf gaat door de verbeelding (of is het de werkelijkheid?) van een mierennest, waarvan ze het leven gewelddadig en gruwelijk verstoort.
 
Een korte maar uiterst beklemmende roman die om beurten het gezichtspunt van de hoofpersoon (ik) en dat van de groep wezen (wij) belicht.
 
Andrés Barba: Kleine handen, De Bezige Bij, Amsterdam 2020, 114 p. ISBN 9789403185408. Vertaling van Los manos pequeñas door Irene van de Mheen en Jos Kockelkoren. Distributie Standaard Uitgeverij 

© 2024 | MappaLibri