Regels

Na het fenomenale succes van de dichtbundel Habitus van Radna Fabias (De Arbeiderspers 2018) is er nu een debuutbundel van Nele Buyst met de titel Regels. Hoezeer deze dichters van elkaar verschillen, toch zijn ze allebei gefascineerd door de manier waarop mensen zich verhouden tot elkaar en tot hun zelfbeeld. Het individu staat in deze tijden centraal maar tegelijk worden mensen door hun omgeving onophoudelijk gedisciplineerd. De traditionele vormen van autoriteit hebben misschien wel aan belang ingeboet, maar daartegenover staan de sociale media en allerlei groepsverhoudingen.
 
Ook Nele Buyst gaat in haar boeiende debuut in op die problematische status van identiteit in onze dagen. In tegenstelling tot Fabias kiest zij echter niet voor uitwaaierende associaties maar veeleer voor condense tekstbrokken, vaak zelfs met elliptische zinnen. Daardoor krijgt ieder woord een extra klemtoon, lijkt er geen plaats voor enige uitweiding of voor overbodige details. De toon is haast klinisch-wetenschappelijk, alsof het dichterlijke ik zichzelf vanop afstand waarneemt, als een object dat bestudeerd en in kaart gebracht moet worden. Dat leidt tot een vervreemdende ervaring, des te meer omdat deze poëzie voortdurend gaat over grote emoties van onzekerheid en vervreemding terwijl net het empathische lezen grotendeels onmogelijk wordt gemaakt.  
 
Daarin ligt net de centrale invalshoek van deze hecht gecomponeerde dichtbundel. De allesoverheersende machten bepalen de mens en reduceren hem of haar tot een soort van object. Dat geldt voor het gezag en de maatschappelijke regels, maar ook voor onze klasse, ons gender (‘regels’ verwijst ook naar de menstruatiecyclus), onze generatie en in laatste instantie zelfs de taal als zodanig. Uiteraard ontsnapt de literatuur (met haar ‘versregels’) evenmin aan dat juk. Wat de situatie nog precairder maakt, is evenwel het feit dat een mens zichzelf enkel kan definiëren met behulp van die systemen, zelfs om van die categorisering en die sjablonen afstand te nemen. Die spanning wordt in Regels overtuigend uitgewerkt door het grote taaltalent van de dichter. Buyst weet perfect het intieme spreken te doorbreken door algemene regels of anonieme uitspraken, haar ‘ik’ wordt haast vanzelf een anoniem ‘men’ of een ‘jij’ (waardoor de lezer het universum van het gedicht wordt binnengezogen). De wereld wordt in detail gefileerd maar ook grotesk vertekend: kinderen worden een soort van huisdieren en kleine beslissingen lijken onoverkomelijke dilemma’s. Minstens even belangrijk is het montageprincipe, waardoor afzonderlijke zinnen aan elkaar worden gesmeed op een verrassende wijze.
 
Het engagement van deze bundel ligt daardoor niet in de eerste plaats in grote idealen (die lijken soms wel onderhuids aanwezig), maar vooral in de ontluisterende blik en de vlijmscherpe analyse van ons bestaan, dat gevat zit in allerlei overtuigingen en vanzelfsprekendheden die in laatste instantie te maken hebben met macht en onmacht, met daders en slachtoffers. Die mechanismen manifesteren zich echter bij uitstek in het detail, het haast onopgemerkte, en er is een uitmuntend dichter nodig om dit zichtbaar te maken. Nele Buyst slaagt met verve in haar opdracht.  
 
Nele Buyst: Regels, Poëziecentrum, Gent 2020, 64 p. : ill. ISBN 9789056554484


© 2024 | MappaLibri