Margriete

Over Margareta, de zus van de beroemde broers van Eyck is weinig geweten. Dat zij ook schilderde, wekte de interesse van Kathleen Vereecken. In haar dankwoord bij de roman Margriete noteert zij:  

‘Ondanks de zee aan boeiende verhalen, bleef Margareta van Eyck verborgen in de mist van de geschiedenis. Dus deed ik wat ik het liefste doe: binnen de krijtlijnen van de bekende geschiedenis een minder bekend personage tot leven wekken. In Margriete vertel ik een verhaal dat had kunnen zijn.’
 
Vereecken las boeken van historici en kunstwetenschappers, ging op zoek op het internet, documenteerde zich over de positie van vrouwen in de late middeleeuwen in Vlaanderen, over het reilen en zeilen in scriptoria en schildersateliers, en meer specifiek dan over het werk en het leven van de familie Van Eyck. Focussend op haar hoofdpersonage Margriete schetst zij een overtuigend en geloofwaardig beeld van de ontstaansgeschiedenis van het beroemde veelluik ‘Het Lam Gods’ en de omstandigheden waarin haar broers Hubrecht en Jan eraan hebben gewerkt. Dat ook de minder gekende en steeds in de schaduw opererende broer Lambrecht een rol krijgt toebedeeld in het geheel, draagt ertoe bij dat het spectrum breed wordt opengetrokken.
 
Aan de roman gaat een motto vooraf van de hand van Christine de Pizan, die zich in het begin van de vijftiende eeuw in haar geschriften profileerde als voorvechtster als het erop aankwam de positie van de vrouw te verdedigen: op de vraag waarom vrouwen niet meer leren, luidt het antwoord:
 
‘Omdat, dochter, de maatschappij het niet van belang acht dat ze zich mengen in datgene wat aan mannen overgelaten moet worden.’
 
Het portret dat Vereecken schetst van Margriete is dat van een sterke, zelfbewuste vrouw, die haar drang naar kennis koppelt aan de overtuiging dat zij zich in het atelier van haar schilderende broers die van opdracht naar opdracht hollen, even goed kan laten gelden. Na de dood van oudste broer, Hubrecht, neemt zij de leiding van het atelier op zich om eindelijk, na talrijke omzwervingen die het werk aan het Vijdpaneel (Joos Vijd, de opdrachtgever die samen met zijn vrouw Elisabeth Borluut op de zijpanelen het Lam Gods figureert) telkens weer vertragen, het veelluik te voltooien, samen met Jan.
 
De inbreng die Margriete mogelijks heeft gehad bij de afwerking van het Lam Gods, laat Vereecken toe enkele personages op het paneel ook historisch te duiden. Zo zou zij op het paneel met de pelgrims, de groep mannen voorafgegaan door de heilige Christoffel, het beeld hebben gekonterfeit van Willem, de simpel gebleven zoon van haar vriendin Cateline, die haar de helende kracht van planten en kruiden had leren kennen. En de figuur van Eva op het schilderij zou gemodelleerd (kunnen) zijn op het meisje Alene, over wie Margriete zich had ontfermd. Het zijn voorbeelden van de manier waarop Vereecken het personage van Margriete tot leven wekt binnen de mogelijkheden van de fictie.
 
Binnen de context van het beeld dat wordt opgehangen van de vijftiende-eeuwse samenleving, met oog voor de politieke ontwikkelingen (samen met haar broer Jan maakt Margriete de tocht mee van hertog Filips die in Portugal het huwelijk met Isabella gaat ‘regelen’) en de sociale tegenstellingen, krijgt de persoon van Margriete alle aandacht die ze verdient. Dat zij ervoor kiest af te zien van mogelijke liefdesrelaties (er is de aantrekkingskracht die uitgaat van Arend, pleegzoon in het gezin van Joos Vijd, er is de toenaderingspoging van de edelman Boudewijn, die haar er koudweg op wijst dat hij haar geliefde kan worden, ook al is hij zelf gehuwd) laat aanvoelen hoe zij persoonlijk telkens weer voor keuzes wordt gesteld. Die keuze heeft ook te maken met haar inzet voor de personen die ertoe gedwongen zijn in de marge van de samenleving te vertoeven: de dienstbode Annekin, de door iedereen verstoten Mayken, de vriendin Cateline… Vandaar ook haar besluit de schijnwereld rond gezagdragers de rug toe te keren:
 
‘het gevecht, de strijd om gunst en aandacht, in de hoop dat het licht van de ster ook een beetje op het eigen lijf, de eigen ziel zou afstralen. Hoe schraal het ineens leek.’
 
En bijzonder boeiend is verder de manier waarop Vereecken de perfectie beschrijft die Margriete, eerst als miniaturist, later als de leider van het van Eyck-atelier, voor ogen heeft gehad: hoe zij bijvoorbeeld de planten die afgebeeld moeten worden, tot in de kleinste details gaat bestuderen, spoort perfect met haar drang naar kennis, die haar gemaakt heeft tot wie ze was.
 
Margriete is een in zijn breed uitwaaierende aanpak vlot leesbare historische roman die de lezer van nu onderdompelt in een wereld die alleen maar schijnbaar veraf ligt.
 
Kathleen Vereecken: Margriete, De Geus, Breda 2022, 256 p. ISBN 9789044546927. Distributie L&M Books

© 2024 | MappaLibri