Het Engelse dorpje Swansdale is de thuisbasis van tieners
Elsa en Percy. Elsa woont bij haar egocentrische vader, die al jaren aan een
slepende ziekte lijdt en alleen maar in zijn bed ligt te ‘ruften’. Haar moeder
heeft ze nooit gekend en haar agressieve broer Geoffrey zit in een
psychiatrische inrichting. Percy woont bij zijn bepalende moeder, die hem
thuisonderwijs geeft. Over zijn vader weet hij niets, behalve dat hij kort voor
zijn dood als Amerikaanse soldaat in de Vietnamoorlog heeft gevochten. Al bij
hun eerste ontmoeting voelen Elsa en Percy een diepe, bijna broederlijke verwantschap
met elkaar. Maar hoezeer ze ook naar elkaar verlangen, samen zijn valt hen
allebei zwaar. Het lijkt wel of ze de afstand nodig hebben om hun verlangen in
stand te houden. Daarom neemt Percy, die er al jaren van droomt in zijn vaders
voetsporen te treden, een ingrijpende beslissing.
Swansdale werd tot nu toe
lovend ontvangen. P.F. Thomése wordt geprezen voor zijn sterk empathisch
vermogen en de complexiteit waarmee hij zijn personages in beeld brengt. Ook ik
voelde aanvankelijk erg mee met de getroebleerde Elsa, die haar pijnlijk
aanklampende vader tracht te ontwijken en vlucht in een droomwereld waarin
Percy centraal staat. En dat terwijl ze haar droomjongen in het echte leven nauwelijks
durft aankijken, zelfs van hem wegloopt. Vrijwel iedereen die ooit puber was
zal hier wel iets van herkennen.
Maar algauw lijkt de herkenbare
puberale gedachtegang verhaaltechnisch wat te ontsporen. De verteller ontpopt
zich steeds meer tot expliciete, alles verklarende stem die niets aan de
verbeelding overlaat, en keer op keer dezelfde denkbeelden aanreikt. De walging
die Elsa voelt bij haar narcistische vader en de opgekropte woede die haar
neurotische stiefmoeder uitlokt worden tot in den treure herhaald en
geherformuleerd, zonder veel schakering. Idem in het tweede deel van het boek,
dat geschreven is vanuit Percy’s perspectief. De ‘ergernissen over zijn
dominante moeder’ worden vooral uitgelegd door de verteller, slechts heel af en
toe vangen we een glimp op van de spanningen zelf. Er is niet veel ruimte voor nuance.
De gevoelens van de twee tieners ten opzichte van anderen zijn zelden dubbel of
gelaagd, het is wrok, haat en ergernis alom.
De herhalingsdwang van de
verteller schiet het verst door in het idee dat Elsa en Percy afstand tot
elkaar nodig hebben om contact met zichzelf te kunnen houden. Alleen wanneer er
afstand is, kan het verlangen naar de ander blijven bestaan, klinkt het keer op
keer. Voor beiden is het droombeeld van de ander belangrijker dan echt contact.
Dat laatste blijft dan ook tot een minimum beperkt. Het verschil tussen de
droomgeliefde en de echte geliefde had interessante spanning kunnen opleveren,
maar dat verschil is er simpelweg niet, of doet niet ter zake. Elsa en Percy zijn
emotionele spiegelbeelden van elkaar, maar ook niet meer dan dat. Ze zijn
vehikels voor een filosofische denkoefening over verlangen en afstand. Elsa
spreekt uiteindelijk van ‘de zuivere en ware Percy, die inwoonde in haar hart’.
Het verhaal krijgt hierdoor iets verstild en statisch: er zit geen dynamiek in en
tussen de personages, er wordt niets gesuggereerd, enkel op een dienblad
gepresenteerd.
De komst van de jonge muzikant Konstantinos aan het einde van het verhaal laat
heel even zien dat er in dit beklemmende relationele universum ook plek is voor
directheid en spontaniteit. Hoe dat precies gebeurt, zal ik nog niet
verklappen. Maar het bood perspectief. Het bracht een vraag naar boven die ik
me tijdens het lezen wel vaker stel: is datgene wat me zo tegen de haren
instrijkt een tekortkoming, of deel van een bewust uitgezet literair procedé? De
manier waarop Elsa en Percy zich tot elkaar (en tot anderen) verhouden, is
zodanig gestold, eenzijdig en verwrongen dat binnentreden in deze dwangmatige
wereld een haast unheimische ervaring wordt. Heb ik
voor dit effect in mijn kritische ergernis te weinig oog gehad? Zit er meer
doelbewustheid dan slordigheid in de herhaling? De eeuwige twijfelaar in mij
laat de deur altijd op een kier. Het ene (de tekortkoming) hoeft het andere (het
literair procedé) overigens niet uit te sluiten. Trek dus vooral zelf op
verkenning. Laat je innerlijke twijfelaar op Swansdale los.
P.F. Thomése:
Swansdale, Prometheus, Amsterdam 2022, 378 p. ISBN 9789044651614. Distributie
L&M Books
© 2024 | MappaLibri