6+ - Querido
en vertaler Edward Van de Vendel zijn al een tijd bezig met het heruitgeven van
het werk van de Zweedse meester Ulf Stark in de reeks ‘Tijgerlezen’. Hoe ik de vissen leerde vliegen is het
slot van de trilogie rond de kleine jongen Ulf. Ulf mag niet mee met zijn grote
broer en hangt dan maar wat in de tuin rond bij zijn norse opa, die flink wat
werk te doen heeft. Als blijkt dat Ulf zich intussen onledig houdt met het
vangen van hommels, besluit opa hem een lesje te leren. De volgende dag heeft
hij een waslijst aan taakjes voor zijn kleinzoon…
In dit kleine, licht nostalgische boekje weet Stark goed de wereld
van het kind te vangen: je mag nog niet veel, maar je moet wel van alles. Waar
Ulf denkt onder een karweitje uit te komen omdat hij nog te klein is, vindt opa
dat het tijd wordt dat Ulf laat zien dat hij ‘buskruit’ in zich heeft en niet
lui is zoals zijn vader, die de hele dag op een stoel in de zon sigaretten ligt
te roken. Blokken hout naar tante brengen, met een emmer melk gaan halen, het
tuinbankje schilderen, met de paraplu naar de kade lopen om de andere opa op te
wachten die met de stoomboot komt... Opa’s ‘slaafje’ wordt niet gespaard. Tot
de andere opa zich mengt.
Stark wordt wel eens vergeleken
met Roald Dahl en de gelijkenissen zijn inderdaad niet ver te zoeken. Stark
schetst met een grote vertelkracht de personages en de situaties en laat de
lezer meeleven met het personage met zijn kinderlijke, beetje naïeve blik, dat de
gebeurtenissen moet ondergaan. De ene opa - nors en
hardwerkend maar al met al het hart op de juiste plaats - wordt krachtig door
de auteur uitgespeeld tegen de andere: een voormalig kleermaker, die bijzondere
lekkernijen als varkenspootjes in gelei bij heeft voor zijn gastheer en
piekfijn uitgedost met Ulf naar de composthoop trekt.
De personages en de verteltrant
van Stark maken van gewone dingen een avontuur. Daarin lijkt de auteur op de andere
opa, over wie Ulf zegt: ‘Gewone dingen leken als hij erbij was op een avontuur,
daar was hij heel goed in’. Tel daar wat wijsheden bij die vandaag nog
prikkelender zijn dan gisteren, de gezelligheid van een eenvoudig leven
(wentelteefjes met vosbessenjam op het buitentrapje smikkelen, een beer van een
opa die de kleine Ulf over zijn schouder gooit na het werk in de tuin) en het
Zweeds decor met de rode huizen en een roos-paarse hemel boven een sloepje op
het meer, sfeervol weergegeven door Lars Deltrap in gemengde techniek, en je
krijgt een klein boekje om lang te koesteren.
Ulf Stark, Lars Deltrap: Hoe ik de vissen leerde vliegen,
Querido, Amsterdam 2021, 47 p. : ill. ISBN 9789045125343.
Vertaling van Krutpojken door Edward
Van de Vendel. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan