Non-fictie

BOEKEN NR. 4, APRIL 2023

Ilan Pappé: De Nakba. De etnische zuivering van Palestina

door Ludo Abicht

Je kan een boek over het conflict tussen Israël en de Palestijnen in feite beginnen in de zevende eeuw v.C., toen de Egyptische priesters zich verontwaardigden over de manier waarop de Joodse aanhangers van het monotheïsme de lokale goden beledigden en kleineerden. Of je kan het hebben over de godsdienstoorlogen van de Maccabeën in de eerste eeuw v.C. tegen de Griekse en Romeinse polytheïsten. Of, enkele eeuwen later, over de manier waarop het uit het jodendom ontwikkelde christendom de staatsgodsdienst werd van het hele Romeinse Rijk en de Joden vervolgd en gediscrimineerd werden.  

Tijdens de middeleeuwen werden de niet-moslims (christenen en Joden) gereduceerd tot tweederangsburgers. Het was de periode van de kruistochten en, in de wereld van de islam, van de zogenaamde dhimmitude, de wettelijke discriminatie van niet-moslims. Of de Joden werden in de rol van geldschieters voor de heren gedwongen en als ‘geldjoden’ door iedereen gebruikt en tegelijkertijd gehaat.
 
Deze vijandigheid en dat algemene wantrouwen tegen de ‘godsmoordenaars’ hield echter niet op na de officiële erkenning (‘Gelijkschakeling’) van de Joden als gelijkwaardige burgers in de meeste West-Europese staten. Het religieus geïnspireerde anti-judaïsme had weliswaar plaatsgemaakt voor een etnisch, pseudowetenschappelijk, politiek en economisch gemotiveerd antisemitisme dat de directe aanleiding werd voor het ontstaan van het zionisme als reactie daartegen.
 
Deze complexe voorgeschiedenis is nodig om de ingewikkelde relatie tussen Joden en niet-joden beter te begrijpen en ook om te beseffen dat het moderne antisemitisme geen direct gevolg was van het conflict tussen zionisten en Palestijnen in het Britse mandaatgebied na de Eerste Wereldoorlog. Zelfs de judeocide (Sjoa, Holocaust) die vaak onterecht vermeld wordt als de belangrijkste oorzaak van het zionisme, heeft de overtuiging van veel Joden versterkt dat ze behoefte hadden aan een eigen goed beschermd land, maar verklaart niet waarom het overwegend seculiere zionisme in het midden van de negentiende eeuw als Joodse bevrijdingsbeweging ontstaan is.
 
Al deze hoger genoemde historische feiten en gebeurtenissen hebben uiteraard een rol gespeeld in de ontwikkeling van het zionisme over de laatste twee eeuwen, maar ze geven geen bevredigende verklaring voor de toenemend onverzoenlijke natuur van het huidige conflict. Wie verwijst naar de eeuwige vijandschap tussen ‘Joden en Arabieren’ kent blijkbaar zijn geschiedenis niet, want de vijandigheid en intolerantie tussen Joden en christenen was over het algemeen veel virulenter en onverdraagzamer dan die tussen Joden en moslims of meer algemeen, Joden en niet-Joden in het Midden-Oosten.
 
Naast een aantal andere prominente Joods-Israëlische historici zoals bijvoorbeeld Benny Morris (The Birth of the Palestinian Refugee Problem. 1947-1949, Cambridge UP 1987 en The Birth of the Palestinian Refugee Problem Revisited, Cambridge UP 2004) neemt de historicus Ilan Pappé een bijzondere plaats in, omdat hij wat de feiten betreft in grote lijnen met zijn zionistische collega’s akkoord gaat, maar de motivatie achter deze feiten volkomen anders interpreteert.
 
En omdat zijn conclusie, dat de verdrijving van de Palestijnen het gevolg is van een bewuste strategie, schokkend is, begint hij De Nakba. De etnische zuivering van Palestina met een uitvoerig en beargumenteerde definitie van ‘etnische zuivering’, zoals die door de meerderheid van de historici en de internationale organisaties geformuleerd wordt. Daarmee nodigt hij zijn collega’s en de lezers uit, de feiten met elkaar te vergelijken en zelf hun conclusies te trekken.
 
Daar waar bijvoorbeeld Benny Morris weliswaar de feiten niet betwist, maar vindt dat deze etnische zuivering nu eenmaal onvermijdelijk was, indien men op dat terrein een leefbare Joodse staat wou opbouwen, veroordeelt Pappé die zuiveringen als misdadig en onrechtmatig. En waar Morris en anderen beweren dat de zionisten weliswaar van de gelegenheid (de vlucht van honderdduizenden Palestijnen) gebruik gemaakt hebben om het land te ‘verjoodsen’, ziet Pappé dit als het resultaat van een bewuste strategie om ‘zoveel mogelijk land te veroveren met daarop zo weinig mogelijk Palestijnen’. Vandaar dat er na afloop van de vijandigheden in 1949 geen sprake was van het recht op terugkeer van de onlangs verdreven Palestijnen, maar wél van Joden die al bijna 2000 jaar in ‘de diaspora’ gewoond hadden en het recht op terugkeer en de inbeslagname van het land op Bijbelse en historische gronden claimden.
 
Je hoeft het boek van Pappé niet in detail te hebben gelezen om te begrijpen, hoe cruciaal zijn stellingen zijn voor een geïnformeerde en open discussie over de rechten en plichten van beide bevolkingsgroepen en ook, dat je de taaiheid en intensiteit van het conflict nooit kan aanvoelen, indien je daarmee geen rekening houdt. Je begrijpt ook het symbolische belang van de foto’s van de huizen en wijken, waaruit de Palestijnen in 1947-1949 en nog eens in 1967 verdreven werden en van de huissleutels van hun vroegere woning die vandaag in heel veel gevallen als een ‘teken aan de wand’ boven hun ingangsdeur in het vluchtelingenkamp hangen of in de dorpen waar ze al drie tot vier generaties ‘voorlopig’ moeten verblijven. Dan eerst besef je dat er veel meer dan een staakt-het-vuren en het doorbreken van de dodelijke cirkel van geweld en repressie zal nodig zijn om dit lange conflict op een duurzame, voor geen van beide partijen volkomen bevredigende wijze op te lossen.
 
Ilan Pappé: De Nakba. De etnische zuivering van Palestina, Omniboek, Utrecht 2023, 352 p. ISBN 9789401919364. Vertaling van The ethnic cleansing of Palestine. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri