Micha Hamel is wellicht bij het
grote publiek niet zo bekend, maar hij is een gewaardeerd en meermaals bekroond
dichter. Hij weet een opmerkelijke associatieve verbeelding te combineren met
een precies, haast laconiek taalgebruik. Van een barokke beeldenreeks springt
hij moeiteloos over op een meer rechtstreekse, haast brutale communicatie met
de lezer, en vaak resulteren die taalsprongen in vervreemding en ontregeling.
In zijn zesde
bundel, Is daar iemand, is dat niet
anders, maar die kenmerkende stijl krijgt hier toch een uitgesproken
persoonlijk trekje. Hamel roept immers in 101 gedichten (zo staat het op de
flap want de bladzijden in ongenummerd en een inhoudstafel ontbreekt) zijn
verblijf op in de psychiatrie als gevolg van een zware psychotische crisis. Het
openingsvers (dat is overgenomen uit een eerdere bundel) evoceert al het
overweldigende effect van waanbeelden en depersonalisatie op een haast
theatrale manier: ‘was ben kortom koning van de koortsdroom / die liever de
rang van hansworst had gehad’. De daaropvolgende stroom van gedichten
beschrijft die diepgaande existentiële crisis. Het ik lijkt een dialoog aan te
gaan met een nietsontziende, cynische god en voelt zich bekeken door de hele
kosmos. De daaruit resulterende extreme angst brengt ontregeling en
depersonalisatie met zich mee. Het ik probeert zichzelf vergeefs samen te rapen
en samen te houden in die overweldigende chaos van indrukken.
Die zelfanalyse staat in schril
contrast met de extreme ordening van de inrichting, die enerzijds bedreigend
overkomt, maar anderzijds een baken moet bieden tegen de koortsige waandromen,
waar exotische dieren (een terugkerend motief met een fetisjkarakter) en de
poolcirkel elkaar moeiteloos aflossen. Gaandeweg herneemt die buitenwereld haar
rechten en haar plaats. Er is de verzorgende staf, er zijn de overige patiënten
met ieder hun eigen levensverhaal, er zijn de maaltijden en de regelmatige
wandelingen onder toezicht. Brokstukken van dat alles sijpelen door in het
persoonlijke relaas dat de dichter neerschrijft. Soms gebeurt dat laconiek, op
een haast klinische wijze, maar vaak neemt de creatieve schrijver zijn
toevlucht tot bevreemdende beelden en een haast magische wereld. Omgekeerd
worden teksten gedemonteerd en verbrokkeld over de pagina of uitgerafeld tot
alfabetische lijstjes van woorden.
Is daar iemand
laat zo zien hoe de ontregeling radicaal toeslaat en de mens dreigt te ontdoen
van zijn menselijkheid en zijn identiteit, maar ook hoe het herstel op gang
komt door de combinatie van observatie en creativiteit. Door de aanwezigheid
van de andere patiënten, de staf en occasionele bezoekers ontstaat er een soort
van eigen microsamenleving, die opmerkelijk veel overeenkomsten vertoont met de
wereld buiten. Die buitenwereld herneemt uiteindelijk aan het eind van de
bundel stapvoets haar rechten. De bundel loopt uit op de terugreis naar huis,
met een (kinderlijke) brief aan het gezin, de finale diagnose van de geneesheer
en de uiteindelijke hereniging.
Het is een herkenbaar traject en het verhaal van een
zoektocht naar samenhang en identiteit. Veel belangrijker lijkt mij echter de
manier waarop Hamel aan dat alles een eigen uitdrukking weet te geven. Zijn
bundel is onsamenhangend maar wordt doorkruist door een web van namen en
motieven, door subtiele variaties op eerdere gegevens of formuleringen. Er zijn
daarenboven de verwijzingen naar mythen en religies, met het ik dat als het
ware gekruisigd is, in de hel terechtkomt en uiteindelijk opnieuw lijkt te
verrijzen. En bovenal, er is de enorme verbeeldingskracht die de poëzie verheft
tot een hoogtepunt in dit oeuvre. Een bundel van zeldzame, wrede authenticiteit
maar vooral een indringend labyrint van woorden, dat de lezer dwingt in de
positie van de kwetsbare dichter.
Micha Hamel: Is daar
iemand, Pluim, Amsterdam 2023, 126 p. ISBN 9789493304413. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan