De herinnering, het theater van het
verleden
Eric
moet een hartoperatie ondergaan en dus reist zijn dochter Barbara met haar babyzoontje
Bell naar het ouderlijk huis in Mols Bjerge. De operatie verloopt goed, maar
als Eric ontwaakt uit de narcose is er in zijn blik geen enkele herkenning.
‘Zijn ogen
leken volledig ontzield, als je dat zo tenminste kunt zeggen; het was alsof je
achter de coulissen keek, om daar een bodemloze afgrond te ontdekken. Alsof er
in die grote duisternis geen enkele herinnering school, geen enkel beeld om je
aan vast te houden.’
Met dit geheugenverlies als katalysator haalt Barbara zich haar verleden
en dat van haar familie weer voor de geest. Ze wil zichzelf begrijpen door haar
afkomst en binnen een ruim cultureel kader. Dat gebeurt in een associatief over
en weer tussen heden en verleden, kindertijd en volwassenheid, fantasie en
realiteit, individuele levens en universele kwesties… Met talloze referenties
naar de literatuur, wetenschappen en filosofie. Zo kun je vertrekkend van Seamus
Heaney ‘s ‘Digging’ – de dichter graaft, zoals zijn vader en diens vader voor
hem, niet meer met de spade, maar met de pen -- bij Nietzsche, Walter Benjamin
en Alexander Baumgarten uitkomen
-- en dat allemaal in een enkele paragraaf van nog geen bladzijde. Het
opent mogelijkheden tot een boeiend gedachtespel over herinneren en cultureel
geheugen, het cyclisch verloop van de geschiedenis, literatuur als benadering
van de werkelijkheid…
Het zijn vooral de herinneringen
aan haar moeder die Barbara’s inzicht in haar eigen leven sturen. De levens van
Sonja en die van (vooral) Barbara en haar zus Sara, vormen de rode draad. Sonja’s
leven was er een van alledag, een leven waarvan je weinig herinneringen
meedraagt, maar waardoor haar kinderen toch het sterkst worden gevormd. Zij wil
voor hen een goed leven, want zelf komt ze uit een arm gezin – ‘De schaamte was
erger dan de honger’. Dat betekent een leven in harmonie met de natuur, ‘één
zijn met het grote leven’, maar ze lijkt een verdriet mee te dragen dat ouder
en groter is dan zijzelf. Vooral eenzaamheid is haar deel. Als haar man er is,
neemt hij alle ruimte in en beweegt zij zich aan de rand van het gebeuren. Dat
terwijl hij blind is voor al wat hij met zijn gezin zou kunnen hebben. Het
verleden werkt door ‘als een vaag litteken waarvan ze zelf niet weten hoe ze
eraan zijn gekomen’.
Als Barbara debuteert met een roman over hun leven, kwetst ze haar moeder
ten gronde. Ze legt in haar boek de dingen bloot waarover gezwegen moest worden.
Ze schrijft over haar groot en onvervuld verlangen naar haar moeder, en over
een werkelijkheid die misschien achter de dingen steekt. Sonja bezwijkt zowat
onder de hartenpijn, terwijl Barbara meende dat haar boek doordrongen was van
de liefde voor haar afkomst. Ze heeft zich echter niet gerealiseerd dat ze Sonja
daarin haar eigen stem heeft ontzegd.
Wat Barbara beoogde met haar
boek is in se ook wat Josefine Klougart doet in Dit zou allemaal van jou
kunnen zijn, een boek ‘dat alles in het leven met elkaar verbond, zodat je
het grootse en het kleine zou kunnen zien, de tijden die het concrete heden
doordrenken.’ Dat resulteert in een associatief uitdijende caleidoscopische
roman, die bol staat van gedetailleerd uitgewerkte passages waar je mogelijk niet
altijd blijf mee weet. Zo slaat de referentie naar Alexander von Humboldt, ‘die
begreep hoe alles met elkaar is verweven als duizenden draden’ meteen aan in
het licht van Klougarts opzet – ook de schijnbaar lukraak gedropte verwijzingen
naar de ecologie verankeren zich nu beter –, maar ik vraag me wel af wat de
herhaalde bespiegelingen over de fatale poging door Toni Kurz en Andreas
Hinterstoißer in 1936 om de Eiger Nordwand in de Zwitserse Alpen te beklimmen,
toevoegen aan de lectuur. De passages over het leven van de schrijver Jørgen-Frantz
Jacobsen (1900-1938), naar wiens hoofdpersonage uit zijn roman Barbara
Sonja haar oudste dochter vernoemde, hebben dan wel een zekere relevantie, maar
in hun uitvoerigheid en detail verstoorden ze de lectuur voor mij in grote mate.
En dan zijn er nog de veelvuldige filosofische reflecties, en citaten en
parafrases uit de wereldliteratuur. Het referentiekader van elke lezer individueel
zal bepalen of, en in welke mate de verbindingen zichtbaar en betekenisvol zullen
worden.
Klougart
weeft dit fijnmazige web van betekenissen in een beeldrijke, reflectieve taal,
die dan eens poëtisch en inleefbaar is, zoals in: ‘ze moet zich tegelijkertijd
gigantisch sterk en hulpeloos als een langpootmug in een kinderhand hebben
gevoeld’. Of nog, over de ogen van een angstig paard, waarin ‘het witte
zichtbaar wordt als lakens die uit een raam worden geschud in een donkere
straat’. Ik kan doorgaan met citeren, want frappante, beklijvende beelden als
deze zijn er voor het oprapen. Erg intens kunnen ze ook zijn, zoals
bijvoorbeeld de herinnering aan een gebroken moeder die ineenzakt op het
kerkhof alsof ze haar gestorven kind wil gaan opgraven. Maar al te vaak wordt
het ook te abstract filosoferend, bijvoorbeeld over Barbara’s schaamteloze
liefdesleven:
‘waar
het woord schaamte nog een besef van grensoverschrijding veronderstelt, beweegt
zij zich in een hogere sfeer, of net in een lagere – in ieder geval is ze ver
verheven boven dat soort consideraties, of beweegt ze zich op een niveau ver
daaronder’.
Bedenkingen
over hoe mensen een taal worden waarin emoties naar een hoger plan worden
getild, of hoe het bewustzijn van de mens zich verzamelt rond een koperen
scharnier… daar kan ik helaas niet veel mee.
Dit zou allemaal van jou
kunnen zijn is een rijke, complexe vertelling, een detaillistische mozaïek
waarin je redelijk kans loopt tijdelijk te verdwalen. Ik moet toegeven dat het
gefragmenteerd lezen achteraf mij meer voldoening gaf dan mijn gestage eerste
lectuur, waarbij de wrevel over doelloos lijkende uitweidingen regelmatig de
overhand nam. Het is een boek dat je tijd moet geven en dat een veelvoudige
lectuur verdient.
De
Deense schrijfster Josefine Klougart (1985) is een van de belangrijkste stemmen
in de Scandinavische literatuur van vandaag. Ze werd tweemaal genomineerd voor
de Nordic Council Literature Prize en voor Dit zou allemaal van jou kunnen
zijn, haar zesde roman, kreeg ze de Jyllands-Posten Literatuurprijs
2022. Het is, na Een van ons
slaapt (Oevers 2018), de tweede roman die in het Nederlands werd vertaald.
Josefine Klougart:
Dit zou allemaal van jou kunnen zijn, Oevers, Zaandam
2023, 326 p. ISBN 9789493290310. Vertaling van Alt dette kunne du få door
Michal van Zelm. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan