Poëzie

BOEKEN NR. 5, MEI 2023

Paul Claes: Canon van de Nederlandse poëzie

door Dirk De Geest

Paul Claes is sinds jaar en dag de meest erudiete auteur uit onze letteren. Hij is niet alleen een begenadigd vertaler uit een handvol talen, hij is daarnaast ook de schrijver van een groot aantal romans en dichtbundels. Daarbovenop komen een groot aantal essays en studies, die er vaak op gericht zijn om het werk van een moeilijk of zelfs onleesbaar auteur te ontcijferen. Die methode om teksten te zien als raadsels heeft Paul Claes ertoe gebracht om het werk van zo uiteenlopende schrijvers als Rilke, Eliot of Rimbaud te bestuderen en naar lezers toe te verhelderen.  

Met deze lijvige Canon van de Nederlandse poëzie past Paul Claes dat beproefde procedé uit op een 110 klassieke gedichten uit onze eigen literatuur. Daarbij vertrekt hij van de parels uit onze middeleeuwse literatuur (te beginnen met de Oudnederlandse zin ‘hebban olla vogala’) om via de Nieuwe Tijd (de voormalige Gouden Eeuw) te belanden bij de moderne en de hedendaagse literatuur. Het boek sluit overigens af met een tiental ‘hedendaagse klassiekers’ (met onder meer Deelder, Favery, De Conink en Kopland). Die keuze, met korte toelichtingen bij elk tijdvak, zorgt ervoor dat dit boek gelezen kan worden als een vrij klassieke bloemlezing. De tekstkeuze is zonder meer degelijk, al kan Claes moeilijk een vernieuwende of tegendraadse kijk op onze letteren verweten worden. De bloemlezer houdt het bij een nogal te verwachten selectie, ook al omdat hij zich nadrukkelijk beroept op de tijd als scheidsrechter bij het bepalen van een canon. Hoe dan ook, ze prijken hier allemaal naast elkaar, de gedichten die generatie na generatie overgeleverd werden en het patrimonium van onze letteren blijven uitmaken. Die keuze zal ongetwijfeld her en der kritiek opleveren, maar als lezer ben ik in ieder verheugd met wat hier is bijeengebracht.  
Belangrijker dan de selectie is echter de manier waarop de samensteller de gedichten tracht te verklaren voor de hedendaagse lezer, die niet langer vertrouwd is met de oudere fases van onze taal maar evenmin nog de mythologie, de godsdienst en het Europese literaire erfgoed pasklaar heeft zitten. Bij ieder gedicht gaat Claes op dezelfde manier tewerk: hij situeert de betreffende tekst in enkele zinnen, geeft zo nodig enige woordverklaring, bespreekt vervolgens techniek en thematiek en besluit met sporen van de nawerking van de klassieker. De laatste rubriek laat bijvoorbeeld zien hoe echo’s van het betreffende vers doorklinken bij navolgers, of hoe de overbekende regels leiden tot een parodie of een pastiche.  
 
Vooral de korte beschouwingen over verstechniek laten zien hoe goed Paul Claes vertrouwd is met de regels van de klassieke poëtica en de retoriek. Daarbij gaat het niet enkel om technische kwesties op zich, maar ook om de manier waarop een vers aansluiting zoekt bij een ingeburgerd genre. De stijlfiguren illustreren hoe teksten in elkaar zijn gezet, hoe dichters ernaar streven om hun woorden formeel extra te beladen (en daardoor nieuwe betekenissen te genereren). Dat verband tussen vorm en inhoud, dat zo essentieel is voor gedichten, wordt voortgezet met de thematische beschouwingen. Hier legt Claes regelmatig verhelderende verbanden met andere teksten of laat hij zien hoe de symbolen in de betreffende tekst het best geïnterpreteerd kunnen worden. Op die manier krijgen de klassieke gedichten hun oorspronkelijke patina terug, en leiden nieuwe originele vondsten tot onvermoede interpretaties. Claes blijft telkens even beknopt maar veel van zijn suggesties zullen lezers vandaag stimuleren om dit boek vaak ter hand te nemen.
 
Toch gaat het in de meeste gevallen niet echt om interpretaties van volledige gedichten maar om de verheldering van een paar moeilijke passages of om een soort van globale parafrase van de tekst. In dit opzicht blijft er voor de lezer nog veel ruimte over om voort te bouwen op de elementen die hier worden aangereikt. Dit is een bloemlezing en een leesboek van formaat, dat het puik van onze letteren terecht in leven houdt voor huidige en toekomstige generaties. Hopelijk maken die veelvuldig gebruik van wat hier als uitnodiging wordt aangeboden.  
 
Paul Claes: Canon van de Nederlandse poëzie, Poëziecentrum, Gent 2023, 428 p. ISBN 9789056551209

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri