Ik zal niet beweren dat het een meesterwerk is, want dat is het
dus niet. En een groot vuurwerkmaakster à la Brouwers of Pfeijffer is Diane
Broeckhoven als stiliste evenmin (waarmee ik overigens geenszins bedoel dat ze
een gebrekkige stiliste zou zijn, of iets van die strekking. We mochten willen
dat Vlaamse auteurs die vele decennia na haar het levenslicht zagen in staat
waren een even helder Nederlands te schrijven als zij, in plaats van het mottige
Franco-Belgisch dat niet weinigen onder hen op papier plempen). Nu ben ik
toevallig erg dol op vuurwerk, maar ik waardeer de kwaliteiten die ze als
schrijfster wél in huis heeft: ze is bijvoorbeeld goed in ontroering.
Nu zou je kunnen
zeggen, héél moeilijk is dat niet met een verhaal als dit (dat trouwens uit het
leven gegrepen is, het uitgangspunt van het boek is niet verzonnen. En dat
uitgangspunt is het volgende: Justus, een jongetje van zes, verliest van de ene
dag op de andere zijn moeder, die door zijn vader namelijk het huis uit wordt
gezet, en wier naam vanaf dat ogenblik op bevel van zijn vader, die bovendien
geen seconde uitleg aan het waarom verspilt, nooit meer genoemd mag worden;
zijn hele lagereschooltijd lang zal hij haar niet meer terugzien, nooit, niet
één keer). Maar je moet dan nog altijd wel maat weten te houden en niet gaan
zitten trekken aan die tranen, en dat doet Diane Broeckhoven dan ook niet.
Juist daardoor waarschijnlijk dat ik op pagina 96 toch even discreet het hoofd
moest afwenden, zodat u niet kunt zien wat ik daar doe met mijn zakdoek...
In de lente
van 2020 las ik haar bekende De buitenkant van Meneer Jules (Vrijdag
2018). Wat ik daar toen van vond is vrijwel identiek aan wat ik over deze
nieuwe (korte) roman zou willen opmerken: 'Hier valt nu eens niets anders over
te zeggen dan: mooi. Eenvoudig. Goed gedaan. Niet de beste novelle die ik ooit
gelezen heb -- maar wel een van de betere. Mooi boekje. En met respect
geschreven.'
Het
voorgaande schreef ik toen ik in feite het laatste derde van Gemis nog
voor de boeg had – daarbij een schietgebedje prevelend dat dat laatste stuk
mijn tot dan toe gunstige indruk niet alsnog teniet zou doen. Al was ik daar nu
ook weer niet héél bang voor – en terecht, na bijna een halve eeuw boeken lezen
bleek mijn gevoel me niet bedrogen te hebben.
Dat laatste derde is zelfs juist
het sterkste. Broeckhoven weet het verhaal daar namelijk met grote vaardigheid
nog een paar wendingen te geven die niet alleen verrassen (en waarover hier
verder dan ook geen mededelingen kunnen worden gedaan), maar een en ander ook
meer diepgang verlenen. Want al blijken verdriet en gemis hier, zoals nagenoeg
altijd en overal in het leven, géén verborgen zegeningen in zich te bergen,
omgekeerd kleuren ze wel de vreugden die toch nog voor Justus weggelegd zullen
zijn een tikje bij met hun droefgeestige tinten… Er gebeuren soms wondertjes,
zo ook hier, maar eenvoudig ongedaan kan het verleden nooit worden gemaakt, en
dat wordt het hier dan ook niet. Laat het niettemin maar aan Diane Broeckhoven
over om deze kleine geschiedenis wél naar een loepzuiver slot toe te schrijven.
Gemis
is oprecht een mooi boek, ik heb het met genoegen, en geroerdheid, gelezen.
Maak daar érg mooi van.
Diane Broeckhoven: Gemis, Vrijdag, Antwerpen 2023, 160 p.
ISBN 9789464341867. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan