Ook al verscheen De
Fabriek in Japan zo’n tien jaar geleden, het is het eerste boek van Hiroko Oyamada
dat in een Nederlandse vertaling beschikbaar komt. In haar thuisland verwierf
Oyamada met haar werk al de Shincho- en de Akutagawa-literatuurprijs. Sinds
enkele jaren geniet deze rijzende ster van de Japanse literatuur in Spanje,
Italië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk al langer bekendheid. De vraag is
nu of Vlaanderen en Nederland ook overstag gaan.
In De Fabriek volgt de lezer een episode uit het leven van drie
werknemers van een gigantische fabriek in een naamloze Japanse stad. Die
onderneming beheerst het sociale, economische en culturele bestaan van de
inwoners zodanig, dat ze zélf het middelpunt van alles wordt. Wat er dan
uiteindelijk in de fabriek geproduceerd wordt, blijkt zelfs van generlei belang
te zijn. Het mag meteen duidelijk zijn dat de fabriek symbool staat voor eender
welke organisatie (een staat, een multinationale onderneming, een wereldwijde
politieke structuur…) die door haar grootte een stuurloze zelfstandige entiteit
is geworden, een thema dat wel vaker in de hedendaagse Aziatische literatuur
opduikt – denk bijvoorbeeld maar aan Djuna’s Counterweight. Oyamada’s fabriek is daarbij tot in het absurde
georganiseerd als een stad: heuse wooneenheden, een bos, bergen, een stomerij,
winkels, een hotel en zelfs een Shinto-tempel met inwonende priester vormen er
een onderdeel van.
In de eerste hoofdstukken lijkt het Oyamada vooral te doen om allerlei
misstanden in grote organisaties aan te kaarten. Zo krijgt de universitair
opgeleide Ushiyama helemaal geen vaste baan zoals eerder beloofd, maar slechts
per uur betaald contractwerk bij de idiote ‘versnipperafdeling’, waar ze ver
beneden haar capaciteiten moet werken. De jonge onderzoeker Furufue wordt dan
weer bij de universiteit weggeplukt om een zeer vage greenwashing-opdracht
binnen het bedrijf te voltooien, zonder dat er ook maar iemand van zijn
superieuren is die zich iets aantrekt van de vooruitgang van zijn project. Ook
de derde protagonist, een ontslagen systeemingenieur die nu vage documenten
moet proeflezen, vindt geen voldoening in zijn werk. Zeker in de eerste helft
lijkt Oyamada’s boek dan ook voornamelijk een satirische aanklacht tegen
arbeidsvervreemding, absurde werkvoorwaarden of het verloren evenwicht in de
woon-werkbalans. De cynische opmerking van één van de protagonisten: ‘maar
hoe het ook zij, hoe passief ik ook sta tegenover arbeid, ik verdien tenminste
toch maar mooi een loon,’ vat de malaise goed samen.
Gaandeweg
sijpelen er enkele bevreemdende elementen het verhaal binnen en blijken de
levens van de drie werknemers die Oyamada volgt, toch meer met elkaar verweven dan
op het eerste zicht lijkt. Met enkele slimme trucs zet Oyamada de lezer op het
verkeerde been en weet ze een te sterk lineaire vertelling behendig te
vermijden. Ook de fauna die op het fabrieksterrein leeft, krijgt meer en meer aandacht,
en op die momenten bezit De Fabriek zelfs een magisch-realistisch tintje.
Oyamada draait er ook de hand niet voor om halfverzonnen biologische essays de
tekst binnen te smokkelen. Maar dan komt de novelle plots en geheel onverwacht
tot stilstand. Zonder dat er verhaaltechnisch eigenlijk iets noemenswaardigs gebeurde,
houdt De Fabriek op zodra het hele raamwerk is opgezet.
Waar Oyamada met haar mysterieuze metaforen naartoe wil
werken, wat de wisselwerking tussen de drie individuele levens en de fabriek
is: het blijft voor altijd verborgen voor de lezer. Geen persoonlijke kentering
of loutering, geen grote maatschappelijke vragen: De Fabriek heeft meer
weg van een onvoltooid idee dan van een afgewerkt geheel. In die zin lijdt het
werk aan het Murakami-syndroom: een schrijver komt met interessante ideeën,
injecteert dan alles met een zweem van mysterie, maar weet vervolgens niet meer
hoe hij alles aan elkaar moet knopen of wat precies hij nu weer wilde
vertellen. De lezer blijft achter met een uiterst onbevredigende ervaring.
Helaas valt De Fabriek in deze categorie: het is niet meer dan de belofte
van een boek.
Hiroko
Oyamada: De Fabriek, Atlas/Contact, Amsterdam 2023, 176 p. ISBN 9789025474775.
Vertaling van Kojo door Luk Van Haute. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan