In ‘James, Giorgio en Georges’, het verhaal waarmee de roman Georges
opent, keert Koen Peeters terug naar 1926, meer precies naar de korte tijd die
James Joyce toen doorbracht in Oostende. Over Joyce, de ‘woordendief’ zoals hij
wordt genoemd omdat hij steeds uit was op ongekende woorden en begrippen,
noteert Peeters: ‘Zo werkt het voor hem: meerdere stemmen beluisteren, iedereen
die aan het woord is, volgen en luisteren naar de echo’s, zelfs het geroezemoes
begrijpen, en zien wat er gebeurt. Dit neerschrijven.’
Wat hier aan Joyce wordt
toegeschreven, geldt even goed voor Peeters zelf. Koen Peeters: de verzamelaar
(zie onder meer zijn roman Bezoek onze kelders – Meulenhoff 1991), die
zijn obsessie met de tijd in vaste banen zoekt te leiden door consequent iedere
avond weer foto’s uit de krant-van-de-dag te knippen voor zijn plakboek, ‘ik
grijp hiermee de tijd vast door ze te pukken uit mijn dagblad’). Het is zijn
‘kleine avondritueel […] het is als fictie, een sympathiek beeldverhaal waarvan
wij weten dat het niet echt is en toch zijn de knipsels zeer reëel.’ Aan het
slot van zijn verhaal ‘Waar blijf jij, Joris?’ luidt het in bijna gelijklopende
bewoordingen: ‘Samenvoegingen, voorstellingen van persoonlijke geschiedenissen,
veeleer onscherp verteld. Ook al is het onwerkelijk, zelfs onwaarschijnlijk of
onbegrijpelijk, het is mogelijk. Zo kunnen we mensen oproepen, binnen stappen
in het verleden en ontmoetingen organiseren, het kleine menselijke spektakel
daarin observeren. We kunnen binnenglippen in het verleden.’
In Georges speelt Koen
Peeters een intrigerend spel met waarheid en fictie, dit binnen vier
deelverhalen die aan elkaar worden gelinkt door die ene naam: Georges (Giorgi,
Joris, tot en met het land Georgië). Van de ontmoeting van James Joyce met de
Oostendse postbediende Georges Vermeire, of de gesprekken die sterrenkundige
Georges Lemaître in het Leuvense stadspark voert met de jonge moeder Paula, of
het relaas over studievriend Joris die naar Georgië uitwijkt, een verhaal dat
meteen de aanzet biedt voor het slotdeel over de Georgische schilder Pirosmani
en diens jeugdvriendje Koba, die ‘later zichzelf nog een andere naam [Jozef
Stalin] zal geven, waarmee hij de wereldgeschiedenis in zal gaan.’ Bij een van zijn verblijven in Georgië
gaat Koen Peeters in Gori zoek naar het graf van Keke, Stalins moeder: 'Bij de
schilder is een rode roos neergelegd. Op het grote pronkgraf van Keke liggen
alleen maar dorre dennennaalden.’
Over de vraag of wat in het
verhaal dat wordt naar voren geschoven, ook echt gebeurd is, maakt de auteur
zich in wezen geen zorgen. Aan het slot van zijn boek noteert hij: ‘Ik wil
geloven dat er een stroom is die verbindt, waardoor namen echoën en iets
belangrijks kunnen tonen over de levensgebeurtenissen. Soms door een korte
vertelling, wat woorden. Wat aanwaait met de zeewind of door de aerosolen van
de ontmoeting, en plots is het weer weg.’ En hierbij aansluitend: ‘De
onderstammen van de geschiedenis zijn reistent; het enthout van mensenlevens is
jong en zacht. Zo werkt het: de stuwing maat een nieuw verhaal. De feiten
verbinden zichzelf, vanzelf maken zij de connectie want alles gaat voort op wat
vroeger was.’
In
vier deelteksten kadert Koen Peeters zijn relaas over wat bij nader toezien een
toch wel heel persoonlijke terugblik wordt. Postbeambte Georges Vermeire was de
grootvader van zijn vrouw; Paula Otten was zijn moeder, Joris de studievriend
uit Brussel, zijn bezoek(en) aan Georgië liggen in een niet zo ver verleden. Mede
door de summier gehouden nabeschouwingen bij elk van de vier deelverhalen trekt
Koen Peeters de fictie van de verteller naar zich toe om personages en feiten
een plaats te geven. Die aanpak maakt een boek als Georges juist zo
boeiend en fascinerend. ‘Kan ik door een naamkundige synchroniciteit een
plakboek maken van een georgische ruimte? Kan ik daardoor iets vinden van
mezelf?’ Zo groeit Georges, in samenhang overigens met de eerder
verschenen romans van zijn hand, uit tot weer een belangrijk en inzichtgevend
element in het allesomvattend egoproject van Koen Peeters.
Koen Peeters: Georges, De Bezige
Bij, Amsterdam 2023, 288 p. ISBN 9789403128832. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan