Vertaald proza

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2023

Black Lives Matter: Het bekroonde proza van Jesmyn Ward

door Kris van Zeghbroeck

De Afro-Amerikaanse auteur Jesmyn Ward (1977) werd geboren en getogen in DeLisle (Mississippi). Een plek die ze haatte en waar ze voortdurend aan wilde ontsnappen, maar waar ze als volwassene blijft wonen en altijd graag thuiskomt om haar wortels te omarmen. Dat dubbele gevoel behoudt ze als moeder met kinderen. Enerzijds de nood om een identiteit en een familiegeschiedenis te bestendigen, anderzijds het blijvende verlangen om te ontsnappen aan het onuitroeibare racisme van het Amerikaanse Zuiden.

Als enige in de familie kreeg ze de kans om verder te studeren. Een rijke familie, waar haar moeder in dienst was als huishoudster, financierde haar opleiding in een privéschool. Daar was ze, als enige zwarte studente op de school, een buitenstaander. Uiteindelijk behaalde ze een Master of Arts aan Stanford University en, na een job in de New Yorkse uitgeverswereld, een Master of Fine Arts aan de University of Michigan.

In 2005, het jaar dat ze afstudeerde, bevonden Jesmyn en haar familie zich in het oog van de orkaan Katrina. Ze moesten in allerijl hun huis verlaten en wisten met moeite het hoger gelegen huis van blanke buren te bereiken, waar de hachelijke situatie op de spits gedreven werd:

''And there we are,' says Ward, trembling slightly at the memory. 'Me, my mom, my mom's husband, my elderly grandmother, my grandfather and my pregnant sister, who at eight months was very big. We're soaking wet because we've had to scramble out of the house and swim part of the way. And they open up the door. And the wind is rocking the car and they're yelling at us and we're yelling back at them because it's the only way we can be heard, and trees are flying through the air.''

'They shout: 'Are y'all all right?' And we're like: 'Are you serious? We're sitting outside in a category-five hurricane. Do we look O-OK?'' She stutters. 'And they said: 'Well, y'all can sit outside in this field, until the water goes down, but we don't have room for you in the house. We can't let you in.' And I thought: this is some bullshit.' (The Guardian). Gelukkig vinden ze uiteindelijk onderdak bij een ander gezin in de straat.

Een loopbaan als schrijver was moreel gezien geen eerste optie voor Jesmyn Ward, die als enige universitair geschoolde mee in het onderhoud van haar familie moest voorzien. Uiteindelijk trok de dood van haar jongere broer Joshua haar over de streep om zijn verhaal te vertellen in haar debuutroman Where the Line Bleeds (2008).

De traumatische ervaringen van Orkaan Katrina voor haar en haar familie gaf ze een plaats in haar tweede roman Salvage the Bones (2011), waarmee ze haar eerste National Book Award for Fiction in de wacht sleepte. Halverwege de dertig schreef ze met de memoires Men We Reaped (2013, De mannen die we oogstten) een emotionele aanklacht over vijf jonge mannen uit haar geboorteplaats DeLisle (onder wie een neef en haar broer), die in een door alcohol, drugs en geweld gedomineerde omgeving gedoemd waren vroegtijdig te sterven.

'Nog voordat de term 'institutioneel racisme' gangbaar was, wees Ward de geschiedenis, armoede, kansloosheid en gebroken familiebanden aan die inherent zijn aan het leven van de zwarte bevolking in Amerika'. Ze tekent liefdevolle portretten van de mannen die haar leefwereld gedeeld en haar leven mee gevormd hebben. Meteen ook een aanklacht tegen het systeem en een voorloper op de Black Lives Matter (BLM) beweging uit 2013 die vooral met de dood van George Floyd (2020) in een stroomversnelling gekomen is.

Globaal genomen geeft Jesmyn Ward als geen ander een hedendaagse stem aan de als ‘zwart’ bestempelde gemeenschap van het Amerikaanse zuiden. Ze focust op Bois Sauvage, een fictionele reflectie van haar geboorteplaats DeLisle. ‘Zwart’ zijn in ‘Ward County’ draait om een raciale mengeling van Afrikaans, Frans, Spaans en Native American die steeds opnieuw het onderspit delft in de diepgewortelde zwart-wit raciale tegenstellingen.

Jesmyn Ward wordt vaak bestempeld als een erfgenaam van Nobelprijswinnaar William Faulkner. Als jonge vrouw vond ze Faulkner maar niets, maar gaandeweg wist ze zijn proza en zijn beschrijvingen van het zuiden steeds meer naar waarde te schatten. Maar met die groeiende maturiteit legde ze tevens zijn tekortkomingen bloot in het portretteren van de zwarte gemeenschap.

Met een vernieuwde burgerbeweging in het spoor van Black Lives Matter is er in het nieuwe millennium nog steeds nood aan een stem die spreekt voor de tweederangsburgers van Amerika. In die zin heeft het proza van Jesmyn Ward ook een sociale functie, die met een tweede National Book Award for Fiction voor haar derde roman Sing, Unburied, Sing (2017, vertaling Het lied van de geesten) de nodige baanbrekende literaire erkenning krijgt.

Vanuit een hedendaags perspectief wordt in deze roman de gewelddadige geschiedenis van de Mississippi State Penitentiary (beter bekend als Parchman Farm), gelinkt met het uitzichtloze (familie-)leven van drie generaties zwarten die worstelen met hun verleden. Binnen een maatschappij die hen per definitie veroordeelt tot een neerwaartse spiraal, moeten ze zich losmaken van de verstikkende armoede en het racisme, om hun eigen leven en waardigheid te ontdekken.

Sinds 2014 doceert Jesmyn Ward Creative Writing aan de Tulane University (New Orlens). Een paar maanden voor de uitbraak van de covid-epidemie in de Verenigde Staten, verliest Ward van de ene dag op de andere haar man met wie ze twee kinderen heeft. Het rouwproces zet het schrijversproces lange tijd on hold, net zoals na het overlijden van haar broer en na de het verwoestende effect van orkaan Katrina. Maar deze keer overweegt ze effectief te stoppen met schrijven.

Ruim drie jaar na zijn overlijden, veert ze opnieuw overeind met een nieuwe roman, in het spoor van een nieuwe relatie en de geboorte van een derde kind. Met Let US Descend (2023, Een duister afdalen) schreef Ward een eerste uitgesproken historische roman, waarmee ze teruggrijpt naar de wortels van het Afro-Amerikaanse bestaan in de slavernij. De titel verwijst naar de hel van Dante die verbonden wordt met de hel van het slavenbestaan.

Niet alleen vond Ward het moeilijk om een stem te geven aan een hoofdpersonage dat totaal beroofd was van haar vrijheid van handelen. Ze twijfelde of na het succes van Colson Whiteheads The Underground Railroad (2016, De ondergrondse spoorweg) er nog ruimte was voor een nieuwe slavernijroman. Uiteindelijk trok de auteur Ta-Nehisi Coates haar over de streep met de opmerking dat elk van die miljoenen Afro-Amerikaanse slaven individuele verwachtingen, dromen en trauma’s moesten verwerken.

Annis is de dochter van een wrede, blanke plantagehouder en diens huishoudster, een zwarte slavin uit een lijn van amazones in Dahomey (Benin). Ze groeit op in de rijstvelden van North Carolina, waar haar moeder Sasha haar opleidt tot krijgsvrouw en tracht te beschermen voor haar vader. Maar als de moeder wordt verkocht en Annis troost zoekt bij een vriendin, belandt ze als tiener in een geketende marscolonne die als vee gedreven wordt naar de slavenmarkt in New Orleans.

In een tocht vol ontberingen haalt ze de door haar moeder overleverde krijgsverhalen voor de geest over haar grootmoeder en de bovennatuurlijke geestenwereld van haar voorouders. Met behulp van Wards lyrisch proza wordt de onmenselijke overlevingstocht -- een langgerekt lopend spoor van ontlasting, zweet, bloed en tranen --, gesublimeerd tot een innerlijke groei. De pijnlijke kracht van haar moeders hand transformeert zich naar een eigen, innerlijke sterkte. Vindingrijkheid en kracht maken van Annis zo letterijk en figuurlijk een krijgster: ‘I am the weapon’.

Jesmyn Wards slavenroman is niet baanbrekend voor het literaire genre, zoals bepaalde werken van Octavia E. Butler (Kindred), Toni Morrison (Beloved) en Colson Whitehead (The Underground Railroad) dat zijn. De moeizame lijdensweg in Een duister afdalen wordt haarfijn uit de doeken gedaan, maar het is de innerlijke stem van Annis die het boek op een hoger niveau tilt.

Voor Ward was de historische rol van New Orleans als slavenmarkt voor het diepe zuiden (Mississippi en Louisiana) een openbaring. Tegenvallende oogsten van tabak en rijst in de ‘Upper South’, zorgden daar voor een grote toename van de ‘domestic slave trade’ begin negentiende eeuw in de ‘Lower South’. Een bron van geweld, boedvergieten en maatschappelijk racisme.

Die doodgezwegen geschiedenis ligt mee aan de basis van het raciale geweld in het zuiden. ‘It feels very hostile living here [Mississippi]. The threat of physical violence and also emotional violence is ever present. And sometimes it’s too much.’ (Guardian) Zo wordt er een uitgesproken historische grondslag toegevoegd aan de rode draad door het oeuvre van Jesmyn Ward.

Jesmyn Ward: Een duister afdalen, Atlas/Contact, Amsterdam, 2023, 278 p. ISBN 9789025475569. Vertaling door Marianne van der Ster van Let Us Descend. Distributie VBK België





deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri