De dood van een geliefde is overrompelend. Iemand die je
zeer nabij was, is plots verdwenen en dat laat een leegte na. Letterlijk (er is
een huis dat niet meer bewoond wordt, bijvoorbeeld), maar ook figuurlijk.
Marjoleine de Vos spreekt van het ‘gat in mezelf’. Dat is wat zij ervaart als
de man van wie ze hield komt te overlijden. Geheel onsentimenteel beschrijft ze
de unheimliche momenten en de verwarrende gevoelens. Dat doet ze vanuit haar eigen
ervaring, maar zonder al te persoonlijk te worden, en met enige afstand tot het
verlies. Het is immers ondertussen vier jaar geleden dat dichter en criticus
Tom van Deel stierf. Dat hij de dode is die in het eerste hoofdstuk wordt
beschreven, wordt nergens geëxpliciteerd; wel is de tekening op de cover van
zijn hand en worden er verzen van hem geciteerd. De Vos is terughoudend met
particuliere details. Eerder dan verslag te doen van een individueel drama wil
zij begrijpen wat het verlies van de geliefde met je doet.
En steeds is alles er is
dan ook geen rouwklacht, maar een contemplatie ‘over missen en herinneren’,
zoals de ondertitel luidt. Dit is een essay waarin De Vos greep tracht te
krijgen op die fenomenen door ze bij zichzelf zeer nauwkeurig te observeren.
Nieuw zijn haar beschouwingen zeker niet: dat het leven verder gaat, dat – hoe
onvoorstelbaar in eerste instantie ook – het gemis slijt, dat de gedachten aan
de gestorvene vervagen of dat herinneringen geconstrueerd zijn. Het belang van
rituelen, de werking van foto’s, het is allemaal al wel eens eerder beschreven,
maar De Vos brengt dat alles wel samen tot een lucide meditatie.
Het mooist is
waarschijnlijk het hoofdstukje over de litho’s van Roger Raveel, die altijd door
middel van een wit vierkant ruimte uitspaarde in de taferelen die hij
schilderde. ‘Ik heb dat werk nooit erg begrepen’, schrijft De Vos, maar
geconfronteerd met het de leegte die ze in zichzelf voelt na het overlijden,
bekijkt ze de steendrukken opnieuw en denkt: ‘Zo is het. Er is een leegte in de
dingen. Ineens lijkt dat werk me zonneklaar, maar wat ervan te zeggen?’ Of hoe
kunst, hier zelfs zonder woorden, diepe waarheden communiceert en inzichten
oplevert. Het is dan ook niet met behulp van de rouwverwerkingsindustrie dat ze
antwoorden zoekt, maar wel in poëzie (Van Deel, Gustafsson, Kopland, Jellema)
en literatuur (Rilke, Proust). En daar vindt ze uiteindelijk ook troost.
Dankzij een gedicht van Gustafsson snapt ze dat ze door het duister heen moet,
met een fragment van Rilke begrijpt ze dat het levenseinde van de geliefde niet
het einde van het eigen bestaan hoeft te betekenen. Of hoe een boekje dat opent
met ontreddering over de dood eindigt met hoop op leven.
Marjoleine de Vos: En steeds is
alles er. Over missen en herinneren, Van Oorschot, Amsterdam 2023, 77 p. ISBN
9789028233034. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan