Zabriskie
is duidelijk een vervolg op eerdere bundels als Zon
en 2050,
maar tegelijk is het een geheel dat op zich staat. En bovenal, het is een
typische Verhelst-bundel. De dichter is al een aantal jaren intens bezig met
een zoektocht om verder te reiken dan het heden en wat ons op korte termijn
bezighoudt. Hij onderkent her en der sporen van een nakende apocalyps, en de
dreiging daarvan wil hij zo beeldend mogelijk tastbaar maken en aan de kaak
stellen. In zijn vorige bundels ging het om de klimaatcrisis en de
vluchtelingenproblematiek, en die zijn ook in Zabriskie zonder veel
moeite herkenbaar. Omgekeerd is de politieke kritiek hier een stuk abstracter.
Die algemene diagnose wordt gecombineerd met een verkenning van de intimiteit
via de liefdesrelatie en de zoektocht naar collectiviteit. Die relatie tussen
mensen is op zich al kwetsbaar, maar wordt dat des te meer in de prangende
tijden waarin wij leven.
De nieuwe bundel is opgevat als een reeks reizen (telkens
‘Voyage’ genoemd, waardoor ze op een soort van ontdekkingsreis gelijken),
onderbroken door intermezzi die de titel ‘Fata morgana’ en uiteindelijk ‘Oase’
meekregen. Op die manier krijgt de allegorie van het leven als een permanent
onderweg zijn tal van realisaties, waarbij de protagonisten aan het eind een
(voorlopige?) bestemming hebben bereikt. De tocht is hoofdzakelijk symbolisch
van aard, al wordt er verwezen naar uiteenlopende plaatsen, van het Bijbelse
Jericho tot het eigentijdse Zabriskie. Dat laatste is een van de heetste
plaatsen op aarde, de woestijn in Death Valley waar de klimaatontregeling zich
het sterkst laat voelen, maar het is ook een verwijzing naar de cultfilm Zabriskie
Point die een geestverruimende rebellie verbeeldt. Al die elementen worden
door Verhelst verwerkt tot een reeks beelden en indrukken, die vaak sterk
filmisch worden gepresenteerd.
Het belangrijkste decor is echter Verhelstland. Het is een
universum waarin de gangbare grenzen van tijd en ruimte, van feit en fictie
moeiteloos worden overschreden. Zo ontstaat een wereld die sterk symbolisch is
geladen, een woestijnlandschap dat als het ware de tocht van de protagonisten
bepaalt, maar waarin evenzeer de sneeuwluipaard met zijn gitzwarte ogen
opduikt. Het levende en het levenloze treden hier met elkaar in contact en
kunnen communiceren. Het is de utopie van de Moeder Aarde, die met magische
allures model staat voor de eenheid die alle verschillen transcendeert. Ook de
gebruikelijke menselijke geschiedenis wordt hier verlaten voor een soort van
mythische tijdeloosheid, waar gesteenten en mammoeten geen relicten zijn van
voorbije periodes maar levende entiteiten.
Het is het universum dat
Verhelst in tal van boeken vorm heeft gegeven, maar dat hier vooral als een
soort van bezwerend lied (met veel imperatieven) wordt gepresenteerd. Het vormt
tegelijk het vertrekpunt van de mensheid; meer dan eens wordt verwezen naar de
evolutie, en af en toe is een omkering daarvan merkbaar (met de mens die
opnieuw een dier wordt). Het is tegelijk ook het eindpunt van wat is. In die
onbestemde ruimte banen mensen zich een weg. Er zijn de geliefden die sterk
lichamelijk op alles en elkaar reageren en die een vast motief vormen in
Verhelsts poëzie, maar her en der is er ook een soort van collectief wij dat
samen door de woestijn trekt en haast Bijbelse proporties aanneemt (op zoek
naar het beloofde land). Het meest intrigerend zijn nog de gesteenten, de
planten en de dieren; met name de sneeuwluipaard wordt een symbool voor de
bedreigde aristocratie, voor een bestaan dat op zichzelf kan bestaan en alles
kan doorgronden. In die zin springen de meest realistische gedichten zelfs uit
de band: dat geldt met name voor de reeks waarin Verhelst elementen uit de film
van Antonioni overneemt in een soort van collage van visuele indrukken en
stemmen. Ook die figuren zijn onderweg, op zoek naar de zin van het bestaan,
maar zij lijken samen te vallen met hun kwetsbare mens-zijn.
Veel van de beelden zijn niet
meteen rationeel te verklaren, maar ze werken wel. Verhelst is een magiër, want
de manier waarop hij omgaat met zintuiglijkheid en lichamelijkheid is uniek. De
lezer gaat als het ware deel uitmaken van dat eigenzinnige universum en
verliest de veilige rationele afstand die hij doorgaans in acht neemt. Deze
bundel is een soort van videogame die de lezer meezuigt en daadwerkelijk de
apocalyps mee doet ondergaan. Toch blijft het niet bij die destructie en
negativiteit maar is er veel ruimte voor hoop, voor bezwering, voor geloof in
zichzelf en de ander. Onze aarde is nog niet verloren, ons bestaan nog niet
hopeloos.
Peter Verhelst: Zabriskie, De
Bezige Bij, Amsterdam 2023, 105 p. ISBN 9789403132716. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan