Alja Spaan heeft de afgelopen
jaren wekelijks voorgelezen in een woonzorgcentrum. In dat verband schreef zij
telkens gedichten over haar wedervaren, met de bewoners als centrale
personages. Het zijn in feite proza-achtige cursiefjes, liefdevol geschreven.
Die teksten zijn telkens opgesplitst in tweeregelige strofen, met bijzonder
veel enjambementen. Die typografische schikking is niet altijd even
functioneel, maar ze draagt er wel toe bij dat het ritme van de zinnen veel
sterker op de voorgrond treedt. Daarenboven wordt de lezer ertoe aangezet om de
tekst in brokken te lezen, met veel meer aandacht voor bepalingen, beelden en
woordvolgorde. In die zin ontstaat toch een soort van poëtische ervaring, ook
al is de vers-schikking al bij al vrij willekeurig.
Daarbij heeft Spaan een
duidelijk talent om een meeslepend verhaal neer te zetten, dat de lezer zowel
boeit als ontroert. Haar verzen zijn vrijwel steeds momentopnamen die telkens
één van de bewoners van het zorgcentrum centraal stellen. Doordat de personages
herhaaldelijk terugkeren ontstaat echter ook een soort van globaal verhaal en
krijgen de bewoners extra reliëf en geloofwaardigheid. Daarenboven is er veel
ruimte voor de interactie tussen de personages, al blijven die relaties in
feite erg rudimentair: personen lijden hun eigen bestaan, opgesloten in hun
eigen wereld, naast elkaar, of ze bootsen elkaar na. De wereld van de
personages is in de loop der jaren steeds verder ingekrompen, en hun gedrag is
haast ritueel in zijn voorspelbaarheid.
Spaan creëert zo een universum
dat erg herkenbaar aandoet, ook al is het vreemd ten opzichte van onze gangbare
wereld. In het centrum heerst een soort van eigen logica. De personages leven
in hun eigen verleden, en dat bepaalt hun gedrag in het heden. Hun
herinneringen zijn fragmentarisch, en vaak richten ze zich op kleine gebaren:
de televisie, het eten, hun monologen. De dichter weet dat intens op te roepen
en daarbij combineert ze de onwrikbare routine met verrassende momenten. In dit
opzicht zorgt de strofische organisatie voor ritmische accenten, voor
onderbrekingen in de zinsbouw waarna een nieuw gegeven opduikt. Ook de beelden
zorgen ervoor dat de dagelijkse realiteit in een ander daglicht verschijnt. De
onhebbelijkheden van de personages krijgen zo iets mythisch, en ze groeien uit
tot modellen van menselijk gedrag. De stem van de verteller is weinig
opdringerig maar is wel hoogst functioneel bij het creëren van betekenis. Humor
en relativering zijn nooit ver weg, waardoor de existentiële tragiek enigszins
wordt getemperd.
In Het langzaam
voorovervallen gaat het uiteraard vaak om sterfelijkheid en verlies. De
personages staan op de drempel van de dood, hun bewegingen en hun emoties zijn
in zekere zin vertraagd, maar hun levensfilosofie blijft onaangetast. Spaans
bundel zal daarom tal van lezers kunnen aanspreken, een glimlach opwekken en
troost bieden.
Alja Spaan: Het langzaam
voorovervallen, P, Leuven 2023, 58 p. ISBN 9789464757095
deze pagina printen of opslaan