Puur geluk opent met het verhaal ‘Prelude’. Dit speelt
zich af in Nieuw-Zeeland, vanwaar Katherine Mansfield (Wellington, 1888-Fontainebleau,
1923) afkomstig was. Het gaat over Stanley Burnell en
zijn echtgenote Linda, die met hun drie dochtertjes, Linda’s jongere inwonende zus
Beryl Fairfield alsook oma Fairfield verhuizen naar een meer landelijk gelegen
woning.
Het verhaal
is opgedeeld in twaalf secties en zoomt afwisselend in op een ander familielid.
Stanley Burnell is de levenslust zelve, zijn echtgenote Linda keert zich liefst
van alle drukte af. Haar zus Beryl leidt de verhuis mee in goede banen en
droomt op elk onbewaakt moment van haar prins op het witte paard. Dan is er nog
oma Fairfield, die een warme rust uitstraalt. Van de drie kinderen is de
pientere Kezia diegene op wie alles de diepste indruk maakt, van de reusachtige
aloë op de oprijlaan van hun nieuwe huis tot de eend die door de klusjesman Pat
met een tomahawk onthoofd wordt. Katherine Mansfield heeft diezelfde
familie Burnell overigens nog een keer opgevoerd in haar latere verhaal ‘Aan de
baai’ (zie Het
tuinfeest en andere verhalen).
Aan
‘Prelude’ begon ze in 1915. Pas drie jaar later voltooide ze het op aandringen
van Virginia Woolf. Die publiceerde het bij Hogarth Press, de uitgeverij die ze
runde met haar echtgenoot. In 1920 werd ‘Prelude’ ook opgenomen in de
verhalenbundel Bliss and Other Stories, nu dus vertaald als Puur
geluk.
Het titelverhaal schreef Katherine Mansfield in 1918. Het draait om Bertha May.
Dertig is ze al, maar niettemin wordt ze soms nog uit het niets overvallen door
een gevoel van bijna kinderlijk geluk – ‘puur geluk! – alsof je ineens een
stralend stukje van de namiddagzon hebt ingeslikt en het in je borst brandt en
een regen van vonken uitsproeit naar alle cellen, naar elke vinger, en elke
teen …’ Dit gevoel grijpt haar ook bij de keel tijdens de laatste
voorbereidingen voor een etentje. Het wordt nog extra aangewakkerd, wanneer ze de
laatste gaste, juffrouw Pearl Fulton, bij de arm neemt en haar meetroont naar
de eetkamer.
Bertha
meent in die aanraking een peilloze, intense intimiteit tussen hun tweeën
gewaar te worden. Dit overkomt haar nog eens wanneer ze na het diner met Pearl
Fulton vanuit de hoge tuindeuren naar haar bloeiende perenboom staat te kijken.
Hardhandig wordt ze aan het einde van de avond evenwel uit haar dagdromen
gehaald: Harry, haar echtgenoot, doet Pearl Fulton uitgeleide en heeft overduidelijk
net als zijzelf een boon voor haar.
Naast hints naar haar eigen
biseksualiteit vind je in Katherine Mansfields verhalen ook toespelingen op
haar moeizame relatie met de literatuurcriticus John Middleton Murry. Katherine
Mansfields ziekelijke toestand maakte samenleven met haar er niet altijd
makkelijk op, zeker niet nadat ze in 1917 boven op een resem kwalen ook nog
eens tuberculose bleek te hebben. Dokters raadden haar een milder klimaat, rust
en gezonde lucht aan. Om die reden wisselde ze het kille Engeland van dan af aan
nog vaker dan voorheen voor Zuid-Europa. Zo verbleef ze onder meer in Bandol, Menton
en Ospedaletti, een badplaats vlak bij San Remo. Murry, intussen haar
echtgenoot, liet Katherine Mansfield in het buitenland maar wat graag over aan
de goede zorgen van haar vriendin Ida Baker. Hij keek er weliswaar op toe dat
de twee vrouwen een goed onderkomen hadden, maar keerde dan doorgaans zo gauw
als mogelijk terug naar het Londense literaire leven.
Het aanhalen maar tegelijk
afstoten van zijn sukkelende echtgenote, ligt aan de basis van ‘De man zonder
temperament’, dat Katherine Mansfield in Ospedaletti schreef. In dit verhaal
logeren Jinnie en Robert Salesby in een pension ergens in het zuiden van
Frankrijk. Jinnie is erg verzwakt door ziekte, maar doet er alles aan een
zekere lichtheid uit te stralen. Haar man Robert sloft wat om haar heen, vangt
de mug die ‘s avonds in haar muskietennet verzeild raakt en zorgt ervoor dat ze
buiten in de tuin haar sjaal en cape heeft, zodat ze geen kou vat. Zij verlangt
echter bovenal naar een vleug menselijke warmte, maar die kan hij haar niet
geven.
Net
zoals eerder in Het tuinfeest en andere verhalen klinkt ook in Puur
geluk Katherine Mansfields unieke timbre. Ze laat haar verhalen graag ontluiken
vanuit een prikkelende beginscène, waarna ze zich sfeervol verder ontvouwen. Ze
doet ze overlopen van geuren en kleuren en zet ze zo nu en dan aan met een
toets humor. Tegen die achtergrond leven haar personages bij de gratie van haar
oog voor hun verlammende onvermogen en voor wat hen (onderhuids) bezielt.
Katherine
Mansfield: Puur geluk, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2023,. 220
p. ISBN 9789025316426. Vertaling van Bliss and Other Stories door Barbara de
Lange. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan