Erop of eronder
Voor Norman Mailer is het lezen
van Tom Wolfe’s turf, A man in full, soms vergelijkbaar met ‘the act of
making love to a three-hundred-pound woman. Once she gets on top, it’s over.
Fall in love, or be asphyxiated. So you read and you grab and even find delight
in some of these mounds of material. Yet all the while you resist — how you
resist! — letting three hundred pounds take you over’.
Samen met Truman Capote en Norman
Mailer wordt Tom Wolfe gerekend tot de grondleggers van het New Journalism, dat
in de jaren 1960 en 1970 in de Verenigde Staten bloeide. De perfecte non-fictie
roman was de doelstelling, gebaseerd ‘op werkelijk gebeurde feiten en op
grondige studie van die feiten. De verwerking van het materiaal gebeurt evenwel
op een ‘literair verantwoorde manier’’.
De in het zuiderse Richmond
(Virginia) geboren Wolfe woont in New York en kan bogen op een gelauwerde
journalistieke achtergrond, die een sterke invloed uitoefende op zijn literaire
werk. Doorheen zijn oeuvre werpt Wolfe zich op als een chroniqueur van de
tijdgeest, hoewel het accent van het gegeerde non-fiction label (na het immens
succesvolle The right stuff (1979, Pure klasse)) verschoof naar
de fictionele aspiraties van The Great American Novel.
The Electric Kool-aid Acid Test
(1968, De trip) en The Kandy-kolored Tangerine-flake Streamline Baby
(1965) portretteren de Californische jeugd- en drugcultuur van de jaren ’60. The Right Stuff exploreert de Amerikaanse ‘frontier’-mythe in de aanzet van het
ruimtevaarttijdperk, goed voor de American Book Award voor non-fiction. The
Bonfire of the Vanities (1987 - Vreugdevuur der ijdelheden) evoceert
klasse, raciale en politieke structuur in het New York van de jaren ’80. En A
man in full (1998, In alles een man) profileert zich als ‘de definitie in romanvorm van het jaren
negentig-tijdperk’ met als spil het diepe Amerikaanse zuiden van Atlanta.
Met 19de-eeuwse voorbeelden als
Dickens, Dostojevski, Balzac en Zola tracht Wolfe in deze megakroniek de
rijkdom van het Amerikaanse leven in een Great American Novel te vatten: 'to
wrestle the beast and bring it to terms'. Kon zijn eerste echte roman, The Bonfire
of the Vanities, onder Amerikaanse zwaargewichtcollega’s nog ‘jaloersheid
en woede’ oproepen, dan bleek hier het moment aangebroken om Wolfe eens stevig
in het kruis te tasten. Mannetjesputter Mailer, die fysiek best voor ‘a man in
full’ kan doorgaan, portretteert de zuiderse slanke dandy Tom Wolfe dan ook als
‘a man half full’ in zijn gelijknamige, gespierde artikel in The New York
Review of Books (17.12.1998).
Voor Mailer is A man in full een beter
boek dan Bonfire (een terloopse verwijzing die impliciet de verworven
status van Wolfe’s bestseller fnuikt), waarna hij A man in full met de
mokerhamer onderuit haalt. De rode lijn is het verwijt dat het de ‘journalist’
Wolfe aan literaire maturiteit ontbreekt. Vooral de schier eindeloze zondvloed
van op zich uitstekende beschrijvingen (die in bovenstaande seksuele worsteling
gehekeld wordt), maken dat turfschrijver Mailer de woordspeling ‘logorrhea’
(woordloop) in de mond neemt.
De ‘workout’ die Wolfe hier
ondergaat, doet onvermijdelijk denken aan de vernedering die zijn
hoofdpersonage Charlie Croker zich in het boek moet laten welgevallen. Als
self-made man uit één stuk heeft hij een zakenimperium uitgebouwd, dat door een
aantal egocentrische investeringen dreigt ten onder te gaan. De
kredietverstrekkers laten hem onverbloemd de ‘fuck-you-middle-finger’ zien en
dwingen hem tot verkoop.
Bij de als een stier zwetende Croker vertaalt zich dat
in de door de ‘workout artist’ beoogde ‘saddlebags’ (één grote zweetvlek van
oksel tot oksel), dé ultieme vernedering voor ‘shitheads’ (slechte betalers).
Gekrenkt houdt Cap’m (Captain) Charlie vast aan een immense zuiderse plantage
‘Turpmtine’ en het met schulden overladen, half leegstaande gebouwencomplex
Croker Concourse, om op de loonkost van zijn rendabele voedingsbedrijf te besparen.
In een tweede verhaallijn volgen
we Conrad Hensely, die als een van de ontslagenen onderaan de sociale ladder
belandt, via een neerwaartse spiraal van vernederingen. In een derde plot maken
we kennis met Roger Too White, een lichtgekleurde zwarte advocaat, die tegen
zijn zin opgetrommeld wordt om een zwarte football-ster die van verkrachting
beschuldigd wordt, te verdedigen.
Voorspelbare en onvermoede raaklijnen tussen
de drie plots liggen in het verschiet. Zoals wanneer Charlie een aanbod krijgt
om zijn schulden te vereffenen, als hij een bevriend zakenman zover zou krijgen
om de aanklacht wegens verkrachting van zijn dochter te laten vallen.
De centrale thematiek van deze
roman zit in de titel vervat: ‘mannelijkheid’, elk van de personages is bang om
op zijn gezicht te gaan en stuk voor stuk zullen ze vernederingen moeten
ondergaan. De dualiteit die Wolfe op maatschappelijk vlak verwerkt — hoe de
Verenigde Staten denkt te zijn en hoe ze in realiteit voor het licht treedt —
ligt hier mee aan de basis.
Toegegeven, de roman komt moeizaam op gang en het
vraagt energie om je doorheen de onophoudelijke stroom van vaak briljante
beschrijvingen te worstelen en de onovertroffen weergave van culturele
taalregisters te smaken. Maar daar staat een spannende en satirische evocatie
van een Amerikaans fin de siècle-tijdsbeeld tegenover. Geniet rustig met volle
teugen, maar zorg in hemelsnaam dat je niet onder dit lijvige boekwerk komt te
liggen.
Ongewijzigde herdruk naar aanleiding van de Netflix-miniserie met Jeff Daniels in de hoofdrol. Atlanta in de jaren negentig en zakenman John Harbert III gelden onder meer als de inspiratiebron van de roman. Desondanks worden vandaag raakpunten gezocht en gevonden met het leven en werk van Donald J. Trump.
Tom Wolfe: In alles een man, Prometheus, Amsterdam, 2024, 695 p. ISBN 9789044656381. Vertaling van A Man in Full door Gerda Baardman, Christien Jonkheere en Marian Lamaris
Deze recensie verscheen eerder in De Leeswolf (1999/01)
deze pagina printen of opslaan