Na Stervensuur
is Doodvonnis het tweede deel in de serie rond de Nederlandse profiler
Maarten S. Sneijder en rechercheur Sabine Nemez van de Parate Eenheid in
München. Al zit Nemez eigenlijk niet meer bij die parate eenheid, ze ziet
immers eindelijk haar grote droom uitkomen, namelijk de Federale Recherche. Na
enkele eerdere sollicitaties en evenveel afwijzingen heeft Nemez twee dagen na
haar 28ste verjaardag bericht gekregen dat ze is aangenomen voor de
twee jaar durende opleiding tot kandidaat-hoofdinspecteur bij de Federale
Recherche. Nemez vindt het vreemd dat ze zelfs geen testen heeft moeten afleggen
om toegelaten te worden tot de opleiding, maar ze vermoedt dat hoofdinspecteur
Erik Dorfer van de Nationale Recherche met wie ze een knipperlichtrelatie
heeft, een goed woordje voor haar heeft gedaan.
Bij aankomst in het
trainingscomplex in Wiesbaden krijgt Nemez echter te horen dat Dorfer in een
kunstmatige coma in het ziekenhuis ligt nadat hij is neergeschoten in zijn
bureau. Dorfer was dus iets op het spoor en Nemez’ vermoedens worden bevestigd
wanneer docent Maarten S. Sneijder enkele cold cases aanbrengt waarin Dorfers
naam valt. Voorlopig zitten de onderzoekers echter met de handen in het haar. Er
werden verschillende raadselachtige moorden gepleegd maar de speurders vinden
geen link tussen de zaken en de slachtoffers. Maar misschien komt er een
aanknopingspunt uit Wenen, waar de tienjarige Clara na een jaar weet te
ontsnappen aan haar ontvoerder. Op haar rug staan taferelen van Dante’s Inferno
getatoeëerd. En laat nu ook net in een van Sneijders zaken een opvallende
tatoeage figureren…
Net als Stervensuur is ook Doodvonnis een uit de kluiten
gewassen thriller. Met 560 bladzijden is dit geen snel tussendoortje. Daar
staat wel tegenover dat de bladzijden erdoor vliegen. Andreas Gruber weet hoe
hij zijn lezers moet vastkluisteren aan het verhaal, want ook al is de
spanningsboog niet altijd even strak gespannen, toch blijft het verhaal de
volledige lengte van het boek boeien. Aanvankelijk volg je twee schijnbaar van
elkaar losstaande zaken, met aan de ene kant Nemez en Sneijder in Wiesbaden en
aan de andere kant rechter Melanie Dietz die zich buigt over de zaak van de
jonge Clara in Wenen. Niemand zal er steil van achterover slaan dat deze zaken
uiteindelijk toch aan elkaar gelinkt zijn, maar hoe Gruber beiden ineen weeft,
is erg knap gedaan.
Andreas Gruber neemt ruim de tijd om zijn personages uit te werken. Was
Maarten S. Sneijder in Stervensuur nog een grotendeels negatief en
arrogant personage, dan komen in Doodvonnis toch al enkele positievere
kantjes in het karakter van de briljante profiler naar boven. Bijvoorbeeld de
manier waarop hij Nemez en zijn leerlingen in bescherming neemt. Nadat haar
moeder in Stervensuur vermoord werd en haar relatie met Dorfer is
gestrand, ziet Nemez haar opleiding als een ideaal moment om de brokken te
lijmen en tot bezinning te komen. Met haar koppige vastberadenheid bijt ze zich
vast in de nieuwe zaken waarbij ze meermaals tegen de schenen van directeur
Hess of Sneijders collega Wessely schopt. Wessely heeft een hekel aan Sneijder,
en dus ook aan diens protégé Nemez en hij zal geen enkele kans onbenut laten om
haar van de opleiding te trappen.
Doodvonnis verscheen reeds in 2015 in het Duitse
taalgebied maar kreeg pas vorig jaar een Nederlandse vertaling. Ondertussen is
de serie al aan zijn zevende deel toe, en hopelijk worden de resterende vijf
delen ook snel vertaald. Dit is immers een uitstekende serie, knap geschreven,
spannend en met boeiende personages.
Andreas Gruber: Doodvonnis, Bruna, Amsterdam 2024, 560
p. ISBN 9789400515758. Vertaling van Todesurteil door Hilke Makkink. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan