In de stilte van de dode
hoek
Dichter des Vaderlands in
België, Mustafa Kör, voor de periode 2022-2024, nam afscheid van zijn functie
met enkele slotshows in Antwerpen en Leuven. Tegelijk verscheen ook de uitgave
van een drietalige bundel Tot U / Vers vous / An dich, die de twaalf
gedichten van zijn functie als dichter des vaderlands (DDV) groepeert, samen
met een voor- en een nawoord.
DDV is een stichting die gedragen wordt door Poëziecentrum
Gent, Maison de la Poésie in Namen, Vonck & Zonen Antwerpen en Passa Porta
Brussel. Ze bestaat sinds 2014 en benoemt telkens voor een periode van twee
jaar een dichter(es) die beurtelings uit het Nederlandse of Franse taalgebied
afkomstig is. Om een of andere reden worden de 83.000 Duitstaligen in België
stiefmoederlijk behandeld, want er is nog nooit een Duitstalige dichter
aangesteld.
In
het voorwoord van de bundel Tot U situeert Mustafa Kör zich met zijn
jeugdherinneringen en zijn parcours/zoektocht naar de poëzie. Als zoon van een
mijnwerker uit Anatolië/Turkije is hij in La Louvière neergestreken en nadien
naar het Limburgse mijnbekken in Maasmechelen verhuisd: ‘In de schaduw van de
mijnschachten. Tussen de kromme ruggen en euforiserende bestanddelen die in de
streek lelijk huishielden.’ In huize Kör was er geen Bach of Dostojevski te
vinden. Dat waren ‘foliekes’ in die tijd. Geen ziel heeft Mustafa ooit aangezet
om kunst en cultuur op te snuiven. ‘In de kerkers van mijn geest zat een jonge
dichter opgesloten’.
Een broer die suïcide pleegt,
de dichter die zelf door een diepe crisis gaat en uiteindelijk de weg naar de
poëzie vindt. Poëzie moet volgens Mustafa Kör intuïtief bedreven worden. Zonder
reden, zonder uitleg ‘als bladeren aan de bomen’. Meer dan ooit
gelooft Mustafa Kör in de kracht van poëzie.
Omdat de bundel slechts twaalf
gedichten telt, om het hele poëtisch denken en functioneren van de dichter des
vaderlands (DDV) samen te vatten, lezen we ze met des te meer aandacht. Ieder
gedicht is met een vaste, vooropgezette bedoeling geschreven, niet rondom het
eigen ik. De dichter stelde zich heel dienstbaar op, ten aanzien van zijn
lezerspubliek en plaatst zichzelf op de achtergrond. Elk van de twaalf
gedichten is met een welgekozen thema op papier gezet, teneinde een bepaald
onderwerp op poëtische wijze, onder de aandacht te brengen. ‘Je staat als
Dichter des Vaderlands in dienst van de burger, van eenzame mensen, van mensen
die uit de boot vallen. Je belicht het onderbelichte in een samenleving’ zegt
Mustafa Kör in een interview op de site van Vonck & Zonen.
Het openingsgedicht ‘Tot
U’ is een krachtige, verbindende oproep – een aanspreking van de gehele natie --
vanuit de sombere tijden van Covid 19 en de oorlog in Oekraïne, tot mededeelzaamheid
en wederzijdse bevruchting.
‘hef uw hoofd uit dit donkere uur
dra zal ons
pad vrij en onze tred weer licht zijn
onderwijl doen we oorden aan
waar uit monden
gespaarde broden ons sterken’
Het tweede gedicht ‘Bladval’ is geschreven
ter gelegenheid van de werelddag voor suïcidepreventie. Het is natuurlijk niet
een toevallig gekozen onderwerp, maar iets dat veel mensen aanspreekt, vooral
als je er zélf van heel nabij mee te maken hebt gehad. ‘Mijnvrouwen’ is dan
weer opgedragen aan mijnwerkersvrouwen, op de feestdag van Sint Barbara,
patroonheilige van de mijnwerkers.
‘In arbeidersmiddens baart men om
den brode
helden want iemand moet
het donker en gevaar trotseren’
Nog een gedicht dat
indruk maakte bij het luisterend publiek was ‘Eenzaam’, dat geschreven is voor de
eenzaam gestorvenen. Voor hen die vergeten worden of dreigen vergeten te worden:
‘verlate verzen in de stilte die u naliet’. Een stille hulde voor de
mensen van ‘De eenzame uitvaart’.
Bijzonder is ook het gedicht ‘Bibliofiel’ dat de lof zingt
van bibliotheken die schatkamers zijn – bewaarders en verspreiders -- van
poëzie. Het is een eerbetoon aan al wie hier zijn beste krachten wijdt aan de
geestelijke verrijking.
Reizend doorheen de verschillende landsstreken en
taalgebieden komt de DDV tot de vaststelling hoe moeilijk het is over de
taalverschillen heen verbindingen tot stand te brengen. De taal van de poëzie
overspant de afstanden in een hoopgevend perspectief:
‘België
op je verscheurde dan weer
met
grijnzende kasseien bezaaide wegen
begaf ik me,
domweg als een bloedsomloop
vanonder je kleiaarde wilde ik
schatten delven
ik wist niet waar ze te halen en voer naar zee
hees er de zeilen en ging eenzame kimmen tegemoet
de
roemruchte stok van voorvaderen, die uit een bezongen
boom was
verkregen, wees me de weg wanneer ik dwaalde
terwijl ik koortsig
tot u wilde komen, sprak hij tegen me
voorwerelds was zijn taal
een siddering die uit de buik van de aarde opsteeg
trok
door ons heen toen we beiden inzagen dat
het er niet toe deed of
we elkaars talen spraken
en eens dat besef er was, kwam het
verlossende afscheid
van hen die niet slechts hebben liefgehad met
hun ogen
Opvolger
als DDV wordt Lisette Lombé, van wie onlangs de bundel Brûler, Brûler,
Brûler (Laaien, Laaien, Laaien) uitkwam.
Mustafa Kör: Tot U / Vers Vous /
An Dich, Poëziecentrum/Maelström, Gent/Brussel 2024,101 p. ISBN 9789056550714
deze pagina printen of opslaan