Philipp Oehmke is een gerenommeerd
verslaggever, die in het verleden schreef voor Süddeutsche Zeitung en inmiddels
al enkele jaren werkzaam is voor Der Spiegel. Zijn biografie over de
Duitse punkband Die Toten Hosen, In the Beginning Was the Noise, werd
een bestseller, en een fictiedebuut van de succesvolle auteur kon niet
uitblijven. Zijn debuutroman ligt nu op de planken: de lijvige familiekroniek De
Schönwalds.
Hans-Harald en Ruth Schönwald behoren tot de generatie West-Duitsers die
in het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog zijn geboren en parallel aan
de (her)opbouw van de Bondsrepubliek opgroeiden. Het echtpaar wordt gekenmerkt
door een onvermogen om over de problematische aspecten van hun verleden te
praten, of het nu de vermeende rol van hun families in Nazi-Duitsland betreft,
of de oneffenheden uit hun eigen huwelijk. Dat onvermogen – vermomd als een
ouderwets en praktisch doorzettingsvermogen – heeft ook de opvoeding van hun
drie kinderen sterk gekleurd. De oudste zoon Chris woont in New York, is
ontslagen aan de universiteit en heeft zich tot het trumpisme bekeerd, maar
verzwijgt dat zo lang mogelijk voor zijn familie in Europa. De dochter Karolin
opent een in queerliteratuur gespecialiseerde boekhandel, maar doet bij research
naar de bedrijfsfinanciering een schokkende ontdekking, die ze echter met
niemand deelt. En Benni, het nakomertje van het gezin, kampt heimelijk met huwelijks-
en agressieproblemen. Wanneer het openingsfeest van Karolins boekhandel wordt
verstoord door een groepje activisten, treedt een sneeuwbalproces in werking
dat alle gezinsleden meesleurt en steeds meer van de sluimerende conflicten binnen
het gezin zal blootleggen.
De roman kan het beste worden getypeerd als een door
Jonathan Franzens The Corrections en Thomas Manns De Buddenbrooks
geïnspireerde en even grootschalig opgezette geschiedenis van een gezin dat ten
prooi valt aan een generatieconflict. Hoewel Oehmke een meeslepende en
indrukwekkende pageturner schreef, is de auteur toch in enkele valkuilen
getrapt.
Om te
beginnen wilde hij overduidelijk een relevant boek schrijven, waarin grote
actuele thema’s netjes hun plaats krijgen. Een gevolg van die al te gewilde
maatschappelijke relevantie is dat sommige personages aanvoelen als
gepersonifieerde thema’s, in plaats van als mensen. De verhaallijn rond de
oudste zoon Chris biedt bijvoorbeeld ruimte aan drie thema’s: ten eerste de
verschillen en overeenkomsten tussen het academische (post)structuralisme van
de late twintigste eeuw en het huidige postkolonialisme, ten tweede de
MeToo-beweging en de daaraan gerelateerde cancel culture en ten derde het (mogelijk
tweede) presidentschap van Donald Trump, de MAGA-cultus en de opkomst van
alt-right. Hoe nauwkeurig en geloofwaardig de psychologie van Chris ook is
uitgewerkt, en hoe dichterlijk zijn avonden in New York en Berlijn ook zijn
beschreven, toch zitten al die thema’s die aan bod moeten komen het personage
als mens van vlees en bloed in de weg. De psychologische uitwerking is
bovendien vaak té gedetailleerd – werkelijk alle gevoelens en gedachten van
personages worden door de verteller uit de doeken gedaan – zodat er weinig tot
geen interpretatiepotentieel overblijft voor de lezer.
Dat probleem is typerend voor de
roman. Oehmke heeft gepoogd de huidige cultuur van Duitsland in zijn volle
breedte te omvatten, en lijkt daar ook in te zijn geslaagd, maar om dat te
bewerkstelligen moet hij veel uitleggen – te veel. Bladzijden lang is hij als
verteller aan het woord en doet hij zijn uiterste best om de levens en
handelingen van zijn personages exemplarisch te maken voor maatschappelijke
tendensen. Oehmke toont zo een ongekende voeling met de hedendaagse cultuur in
de VS en Duitsland, maar wil deze zo graag met de lezer delen, dat zijn verhaal
er soms onder te lijden heeft. Een klassiek geval van show, don’t tell.
Een ander probleem is
dat Oehmke het cliffhangertrucje al te gretig toepast, en de vervelende neiging
heeft om op spannende momenten nieuwe verhaallijnen te introduceren, inclusief
nieuwe personages met een eigen tot in detail uitgewerkte geschiedenis met
daarin wéér nieuwe personages, en ga zo maar door. Tot aan de laatste hoofdstukken
toe blijft Oehmke zijn roman volstoppen met nieuwe namen, verhaallijnen,
levensgeschiedenissen en flashbacks. Bij vlagen krijgt de roman daardoor het
karakter van een koraalrif dat in alle richtingen uitdijt terwijl je het
bestudeert.
Het is knap hoe Oehmke de lezer
bij de les weet te houden en de kern van het verhaal, namelijk de complexe relaties
binnen het gezin Schönwald, nergens echt laat ondersneeuwen. Niettemin had het geen
kwaad gekund als hij het mes nog eens ter hand had genomen en enkele overbodige
verhaallijnen uit deze ambitieuze roman had gesneden.
Philipp Oehmke: De Schönwalds, Meridiaan, Amsterdam 2024. 559
p. ISBN 9789493305427. Vertaald uit het Duits door Chiara Tissen. Distributie
De Wolken
deze pagina printen of opslaan