Voor
liefhebbers van (Japanse) literatuur is Yoko Ogawa een vaste waarde. Regelmatig
verschijnen er immers vertalingen van haar werk, hoewel die slechts een klein
deel van haar zeer omvangrijke oeuvre van meer dan vijftig boektitels omvatten.
Met Hotel Iris kiest uitgeverij Cossee voor een wat ouder werk – het
boek zag immers in 1996 het daglicht. Op dat moment stond Ogawa nog aan het
begin van haar carrière: ze was amper acht jaar aan de slag als schrijfster. Maar
omdat haar werktempo zo ijzingwekkend hoog ligt, betekent dat wel dat ze op dat
ogenblik al een dozijn romans had gepubliceerd. Hotel Iris is weliswaar
niet zo’n gepolijste Ogawa als later werk (bijvoorbeeld het eerder besproken Het onvergetelijke jaar van Tomoko), maar haar thema’s en stijl zijn wél
duidelijk herkenbaar.
Het verhaal van Hotel Iris plaatst de
zeventienjarige Mari centraal. Ze is de dochter van een tirannieke en
ambitieuze hoteleigenares, die enkel en alleen oog heeft voor de zakelijke
kant. Op bevel van haar moeder moet Mari stoppen met de school en voltijds komen
helpen in het hotel. Het mag duidelijk zijn dat Mari geen gelukkige jeugd
heeft: haar vader overleed al toen ze acht jaar was, en de verhouding met haar
moeder blijft verstoken van alle affectie. Contact met leeftijdsgenoten lijkt
Mari ook niet te hebben. Op een dag wandelt Mari rond in het kustplaatsje waar
ze woont en herkent een oudere man, die enkele weken eerder te gast was in het
hotel en daar een scène maakte. Ze besluit hem uit nieuwsgierigheid te volgen.
Het onvermijdelijke gebeurt, en de mysterieuze man knoopt contact aan met Mari.
Aanvankelijk weet ze de vriendschapsrelatie met de bijna veertig jaar oudere
man – een vertaler Russisch – verborgen te houden, maar wanneer de verhouding
passioneler wordt, duiken natuurlijk allerlei moeilijkheden op.
De eerste helft van
het boek zet de lezer op het verkeerde been. De personages zijn
ééndimensionaal, haast cartoonesk. De handelingen kabbelen voort, en het
verhaal lijkt zich bijzonder clichématig te ontwikkelen. Het beruchte Histoire
d’O springt natuurlijk meteen in gedachten. Is het Ogawa dan enkel te doen
om daar een Japanse draai aan te geven? Gelukkig neemt Hotel Iris ruim
over de helft een frisse wending, waarover niets onthuld kan worden om het
leesplezier niet te vergallen. In elk geval krijgt het verhaal als bij
toverslag meer diepgang en nuance. Ogawa geeft de lezer eindelijk de kans om de
relaties tussen sommige personages beter te begrijpen. Daarmee kan Hotel
Iris uiteindelijk tóch verrassen. De roman blijft ambigu genoeg. Was alles
slechts een nare droom? Zijn er in werkelijkheid andere dingen gebeurd dan
verteld?
Op
literair vlak blijft de vraag of de contrastwerking tussen het eerste en het
tweede deel te maken heeft met een zwakte, dan wel met een beoogd effect. In de
eerste helft van Hotel Iris blijft de motivatie van de hoofdpersonages problematisch
onduidelijk en loopt het verteltempo onregelmatig. Het tweede deel kent die
euvels niet. Vermoedelijk gaat het om een bewust gezochte uitwerking met als
doel de lezer te misleiden, want dat is wel een beetje een handelsmerk van
Ogawa. Ook andere elementen zoals bijvoorbeeld de aandacht voor de psychologische
component, intermenselijke gewelddadigheid en relaties tussen vrouwen en mannen
met een groot leeftijdsverschil zijn thema’s die de Japanse schrijfster graag
aankaart. Wat er ook van zij: Yoko Ogawa neemt een lange aanloop om dan, ver
voorbij de tweede helft, alles zoals vuurwerk te laten exploderen.
Yoko Ogawa: Hotel
Iris, Cossee, Amsterdam 2024. 256 p. ISBN 9789464521665. Vertaling van Hoteru
Airisu door Luk Van Haute. Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan