Iedereen
die zich ook maar wat interesseert aan de Japanse cultuur, komt vroeg of laat
de Iers-Amerikaanse schrijver Lafcadio Hearn tegen. Die reisde in 1890 als
correspondent naar Japan, trouwde met een Japanse en bleef er voor de rest van
zijn leven wonen. Net in die periode trad Japan uit zijn politiek isolement en
begon het land betrekkingen aan te knopen met het Westen. Lafcadio Hearn zat op
de eerste rij en zijn boeken zoals Glimpses of Unfamiliar Japan en Kwaidan
waren dan ook voor veel Amerikanen de eerste kennismaking met de cultuur
van dit mysterieuze eiland.
Kwaidan verscheen in 1904 en is een bundeling van
zeventien Japanse spookverhalen met uiteenlopende lengte, aangevuld met drie
insectenstudies. Het merendeel van die spookverhalen waren trouwens mondelinge
overleveringen die Hearn als eerste opschreef. Daarmee bewees hij de Japanse
cultuur een dubbele dienst: niet alleen zorgde hij ervoor dat deze verhalen
voor het nageslacht bewaard bleven, ook konden nu Engelstalige lezers kennis
maken met de voor hen onbekende Japanse griezelverhalen. Niet alle vertellingen
zijn klassiekers: Hearn nam ook een verhaal op dat hijzelf beleefde; een ander
is dan weer een persoonlijke legende van een Japanse landbouwer. Het grootste
deel van de verzameling zijn nog steeds genietbare bevreemdende verhalen, waar
een monster of de invloed van een geest iemand in zijn greep houdt.
Hoewel aan Hearn geen
groot stilist verloren is gegaan – zijn werk doet duidelijk onder voor dat van
pakweg E.A. Poe – zijn de vertellingen wel leuk en verassend. Om iets te zeggen
over de klassieke kwaliteit van het bronmateriaal: de film Kaidan van
Masaki Kobayashi, die vier van zijn spookverhalen bijeenbrengt, won in 1965 de
Gouden Palm van Cannes. De in het boek bijgevoegde ‘insectenstudies’ zijn drie
korte essays over insecten, die wat verloren lopen bij de spookverhalen, maar
die voor Hearns gevoel wél samen hoorden. Het relatief saaie ‘Vlinders’ is
in hoofdzaak een bloemlezing van enkele haiku’s met als thema het gelijknamige
insect; ‘Muggen’ een mooi persoonlijk relaas dat qua sfeer goed bij de
spookverhalen aansluit en ‘Mieren’ een leuke bespiegeling over deze insecten
(hoewel wetenschappelijk niet al te correct), dat helaas weinig uitstaans heeft
met de rest van het boek.
Kwaidan zorgt zeker voor leesplezier, mits men zich
over het wat merkwaardige amalgaam van teksten heen kan zetten. De Nederlandse
vertaling is heel verzorgd uitgegeven. De voetnoten zijn ruim en gedetailleerd
en helpen de lezer zijn weg te vinden bij de vele speciale termen en begrippen.
Een korte biografie van Lafcadio Hearn, geïntegreerd in het nawoord van Jannie
Regnerus, geeft onontbeerlijke informatie om het personage Hearn en de
(culturele) betekenis van Kwaidan goed te begrijpen. Hoewel Kwaidan
tegenwoordig een groter etnologisch dan literair belang heeft, staan de
verhalen die Hearn opgeschreven heeft, nog altijd garant voor leesgenot.
Lafcadio Hearn:
Kwaidan. Japanse spookverhalen, Koppernik, Amsterdam 2024, 128 p. ISBN
9789083436135. Vertaling van Kwaidan. Stories and Studies of Strange Things
door Barbara de Lange. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan