De
Amsterdamse beeldhouwster Lotta Blokker (1980) geniet internationale faam. In
2021 won zij de Arkin Award voor een beeld dat ter inspiratie zal dienen voor
The Noble Peasant, een nieuw
te construeren, veertig meter hoog Cypriotisch standbeeld. Haar figuratieve
beelden zijn krachtig, maar het is juist de ingetogenheid en sensitiviteit die
ze tegelijkertijd uitstralen, die boeit. Het
beeld van de in zijn vlucht verstilde vogel op de kaft van haar debuutroman straalt
dezelfde combinatie van kracht en kwetsbaarheid uit, wat nieuwsgierig maakt
naar de inhoud.
In IJsvogel worden drie
verhaallijnen met elkaar vervlochten. De eerste verhaallijn beschrijft de
platonische liefde tussen Lieke, een Amsterdamse beeldhouwster, en Vincent, een
medewerker van de bronsgieterij in Oudenaarde die gevangen zit in een
ongelukkig huwelijk. Noch Lieke noch Vincent durft de ander openlijk de liefde
te verklaren. Alleen met kleine gebaren en door het gebruik van korte,
schijnbaar onbeduidende zinnen maken beiden duidelijk wat zij voor de ander
voelen.
De
tweede verhaallijn gaat over de relatie tussen Erik en zijn zoon Thijs. Na de
dood van Thijs haalt Erik herinneringen op aan hun gezamenlijke leven. Thijs werd
geboren uit de relatie van Erik met de actrice Saskia. Toen Saskia merkte dat
zij zwanger was, wilde zij een abortus. Een kind zou haar carrière in de weg
staan. Erik beloofde haar dat hij alleen voor hun zoon zou zorgen, maar bij het
opruimen van Thijs’ spullen, vraagt hij zich af of hem dat gelukt is. Hij weet
zo weinig van Thijs en heeft hem eigenlijk nooit begrepen.
De derde verhaallijn gaat over
Max die vanuit zijn appartement filmpjes maakt van een vrouw en haar dochter
die dagelijks het speeltuintje tegenover zijn woning bezoeken. Deze bezoekjes
vormen voor hem het hoogtepunt van de dag. Terwijl hij haar spel filmt,
verdwijnt het meisje op een dag uit zijn beeld. Als hij de ongerustheid van de
moeder bemerkt, slaat ook bij hem de angst om het hart. Dankzij zijn films
houdt hij hoop, totdat de vrouw enkele weken later alleen terugkeert naar het
plein. Hij besluit dat de filmpjes die hij gemaakt heeft, aan haar toebehoren.
Nadat hij de films heeft achtergelaten op het plein, volgt een kortstondige
ontmoeting. Enkele weken later bemerkt hij dat de mooiste film nog in zijn
videorecorder zit. Zijn zoektocht naar de vrouw brengt hem uiteindelijk bij het
meisje aan wie hij een belofte doet.
De roman begint met een kort, surrealistisch verhaal over
een vrouw die in haar pyjama en zonder herinnering aan de voorgaande nacht
ontwaakt in een duinpan. Dolend over het strand probeert zij de weg terug naar
de bewoonde wereld te vinden. Als ze voetsporen in het zand ziet, denkt ze uit
haar eenzaamheid verlost te zijn. Terwijl het hoofdverhaal in personaal
vertelperspectief geschreven is, heeft dit korte verhaal een belevend
ik-verteller. Toch komt de thematiek overeen en zou je het korte verhaal als
mise-en-abyme kunnen zien.
Qua stijl valt op dat de eerste verhaallijn afwijkt van de
overige twee. Deze verhaallijn voldoet niet aan het adagium ‘show don’t tell’: niet
alleen de gebeurtenissen, maar ook de seksuele fantasieën van de beide personages
worden gedetailleerd beschreven. Daarnaast worden veel namen van kunstenaars en
situaties binnen de kunstwereld genoemd. De beide andere verhaallijnen bevatten
meer open plekken die de verbeelding van de lezer stimuleren. Dit doet
vermoeden dat het verhaal over Lieke en Vincent eerder gepubliceerd is als
opzichzelfstaand verhaal.
De tweede verhaallijn
wordt alleen met de eerste verbonden door een ansichtkaart met Van Goghs Zonnebloemen
die Vincent aan Lieke geschreven heeft. Erik vindt de kaart tijdens het
opruimen van Thijs’ spullen in een boek. Ook in deze verhaallijn wordt geregeld
verwezen naar kunstenaars en is er sprake van intertekstualiteit.
De derde verhaallijn
staat daarin op zichzelf: er zijn geen verwijzingen naar andere kunstenaars en
de verwevenheid met het verhaal van Vincent en Lieke wordt slechts
gesuggereerd. In deze verhaallijn geeft Lotta Blokker ruimte aan de
interpretatie van de lezer. De onverwachte twist aan het einde van het verhaal waardoor
de lezer genoodzaakt wordt zijn/haar mening over het hoofdpersonage te herzien,
maakt duidelijk dat de auteur een ontwikkeling doorgemaakt heeft.
In alle verhaallijnen
speelt het onvermogen om met de ander te communiceren en de daaruit
voortkomende eenzaamheid een belangrijke rol. Toch weet de auteur het gevoel
van droefheid dat hiermee opgeroepen wordt, te verdrijven met de hoopvolle
laatste woorden van het derde verhaal. Mijns inziens past dit verhaal het beste
bij de beeldtaal van de beeldhouwster Lotta Blokker. De protagonist is
kwetsbaar in zijn eenzaamheid, maar toont zich toch krachtdadig in deze
kwetsbaarheid. Alleen al om deze laatste verhaallijn verdient de roman IJsvogel net zo’n breed publiek als het beeldhouwwerk
van de auteur.
Lotta Blokker: IJsvogel, Querido,
Amsterdam 2024, 188 p. ISBN 9789021475585. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan