Nederlands proza

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Lotta Blokker: IJsvogel

door Marlies van Breda

De Amsterdamse beeldhouwster Lotta Blokker (1980) geniet internationale faam. In 2021 won zij de Arkin Award voor een beeld dat ter inspiratie zal dienen voor The Noble Peasant, een nieuw te construeren, veertig meter hoog Cypriotisch standbeeld. Haar figuratieve beelden zijn krachtig, maar het is juist de ingetogenheid en sensitiviteit die ze tegelijkertijd uitstralen, die boeit. Het beeld van de in zijn vlucht verstilde vogel op de kaft van haar debuutroman straalt dezelfde combinatie van kracht en kwetsbaarheid uit, wat nieuwsgierig maakt naar de inhoud.    

In IJsvogel worden drie verhaallijnen met elkaar vervlochten. De eerste verhaallijn beschrijft de platonische liefde tussen Lieke, een Amsterdamse beeldhouwster, en Vincent, een medewerker van de bronsgieterij in Oudenaarde die gevangen zit in een ongelukkig huwelijk. Noch Lieke noch Vincent durft de ander openlijk de liefde te verklaren. Alleen met kleine gebaren en door het gebruik van korte, schijnbaar onbeduidende zinnen maken beiden duidelijk wat zij voor de ander voelen.
 
De tweede verhaallijn gaat over de relatie tussen Erik en zijn zoon Thijs. Na de dood van Thijs haalt Erik herinneringen op aan hun gezamenlijke leven. Thijs werd geboren uit de relatie van Erik met de actrice Saskia. Toen Saskia merkte dat zij zwanger was, wilde zij een abortus. Een kind zou haar carrière in de weg staan. Erik beloofde haar dat hij alleen voor hun zoon zou zorgen, maar bij het opruimen van Thijs’ spullen, vraagt hij zich af of hem dat gelukt is. Hij weet zo weinig van Thijs en heeft hem eigenlijk nooit begrepen.
 
De derde verhaallijn gaat over Max die vanuit zijn appartement filmpjes maakt van een vrouw en haar dochter die dagelijks het speeltuintje tegenover zijn woning bezoeken. Deze bezoekjes vormen voor hem het hoogtepunt van de dag. Terwijl hij haar spel filmt, verdwijnt het meisje op een dag uit zijn beeld. Als hij de ongerustheid van de moeder bemerkt, slaat ook bij hem de angst om het hart. Dankzij zijn films houdt hij hoop, totdat de vrouw enkele weken later alleen terugkeert naar het plein. Hij besluit dat de filmpjes die hij gemaakt heeft, aan haar toebehoren. Nadat hij de films heeft achtergelaten op het plein, volgt een kortstondige ontmoeting. Enkele weken later bemerkt hij dat de mooiste film nog in zijn videorecorder zit. Zijn zoektocht naar de vrouw brengt hem uiteindelijk bij het meisje aan wie hij een belofte doet.  
 
De roman begint met een kort, surrealistisch verhaal over een vrouw die in haar pyjama en zonder herinnering aan de voorgaande nacht ontwaakt in een duinpan. Dolend over het strand probeert zij de weg terug naar de bewoonde wereld te vinden. Als ze voetsporen in het zand ziet, denkt ze uit haar eenzaamheid verlost te zijn. Terwijl het hoofdverhaal in personaal vertelperspectief geschreven is, heeft dit korte verhaal een belevend ik-verteller. Toch komt de thematiek overeen en zou je het korte verhaal als mise-en-abyme kunnen zien.
 
Qua stijl valt op dat de eerste verhaallijn afwijkt van de overige twee. Deze verhaallijn voldoet niet aan het adagium ‘show don’t tell’: niet alleen de gebeurtenissen, maar ook de seksuele fantasieën van de beide personages worden gedetailleerd beschreven. Daarnaast worden veel namen van kunstenaars en situaties binnen de kunstwereld genoemd. De beide andere verhaallijnen bevatten meer open plekken die de verbeelding van de lezer stimuleren. Dit doet vermoeden dat het verhaal over Lieke en Vincent eerder gepubliceerd is als opzichzelfstaand verhaal.  
 
De tweede verhaallijn wordt alleen met de eerste verbonden door een ansichtkaart met Van Goghs Zonnebloemen die Vincent aan Lieke geschreven heeft. Erik vindt de kaart tijdens het opruimen van Thijs’ spullen in een boek. Ook in deze verhaallijn wordt geregeld verwezen naar kunstenaars en is er sprake van intertekstualiteit.
 
De derde verhaallijn staat daarin op zichzelf: er zijn geen verwijzingen naar andere kunstenaars en de verwevenheid met het verhaal van Vincent en Lieke wordt slechts gesuggereerd. In deze verhaallijn geeft Lotta Blokker ruimte aan de interpretatie van de lezer. De onverwachte twist aan het einde van het verhaal waardoor de lezer genoodzaakt wordt zijn/haar mening over het hoofdpersonage te herzien, maakt duidelijk dat de auteur een ontwikkeling doorgemaakt heeft.
 
In alle verhaallijnen speelt het onvermogen om met de ander te communiceren en de daaruit voortkomende eenzaamheid een belangrijke rol. Toch weet de auteur het gevoel van droefheid dat hiermee opgeroepen wordt, te verdrijven met de hoopvolle laatste woorden van het derde verhaal. Mijns inziens past dit verhaal het beste bij de beeldtaal van de beeldhouwster Lotta Blokker. De protagonist is kwetsbaar in zijn eenzaamheid, maar toont zich toch krachtdadig in deze kwetsbaarheid. Alleen al om deze laatste verhaallijn verdient de roman IJsvogel net zo’n breed publiek als het beeldhouwwerk van de auteur.
 
Lotta Blokker: IJsvogel, Querido, Amsterdam 2024, 188 p. ISBN 9789021475585. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Breken is bouwen. Vijfenzeventig jaar Vijftigers

Graa Boomsma

Een mandje aarde

Yosa Buson

Geweten. Over Israël en Palestina

Maurits de Bruijn

Praat dan met mij

Yves Peirsman

Speuren in Lucebert. Een lezersvisie op diens gedichten

H.U. Jessurun d’Oliveira

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Dieren spotten doe je zo!

Aline Portman

Hoe vijanden vrienden kunnen worden

Yuval Noah Harari, Ricard Zaplana Ruiz (ill.)

Mijn broer is een baas

Jenny Jägerfeld

Neem een kip

Erna Sassen, Martijn van der Linden (ill.)

Zuid

Marieke ten Berge (ill.), Eva Moraal

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri