Letterkunde

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Nico Keuning: Groots en onbekommerd. Leven en werk van Belcampo

door Dirk De Geest

In de Nederlandse literatuur bekleedt het oeuvre van Belcampo (pseudoniem van Herman Schönfeld Wichers, 1902-1990) nog steeds een vrij unieke plaats. Zijn combinatie van realisme en fantastische, soms ronduit surreële elementen blijft lezers fascineren. De droge maar vaak humoristische toon en de scherpe, haast karikaturale tekening van allerlei zonderlinge personages vormt daarbij zonder twijfel een belangrijke aantrekkingskracht. Burgerlijkheid en groteske ‘onzin’ gaan op een merkwaardige wijze hand in hand. Alleen al om die blijvende fascinatie is het goed dat Nico Keuning een biografie presenteert van een raadselachtige figuur, zeker omdat over de man achter het pseudoniem vrij weinig is geweten. Met Keuning heeft Belcampo een biograaf gekregen met een grote deskundige ervaring (hij schreef eerder biografieën over onder meer Jan Arends en Willem Brakman) en een boeiende pen.    
Het levensverhaal van Belcampo wordt met veel zin voor sprekende details uit de doeken gedaan, en soms vergeet de lezer zelfs dat hij het relaas van een authentiek leven leest door de meeslepende stijl van de biograaf. Tegelijk blijft dit levensverhaal dicht bij de feiten, want Keuning heeft voor het eerst een beroep kunnen doen op allerlei documenten uit de privésfeer (het boek bevat ook een aantal sprekende foto’s) en op de uitvoerige briefwisseling van Belcampo.
 
Herman Schönfeld Wichers groeit op in een kleine Nederlandse gemeenschap, waar zijn vader notaris is. Naast zijn beroepsbezigheden en zijn sociale engagement is hij ook een verwoed knutselaar. De Bijbel en de burgerlijke waarden zijn in de opvoeding van de kinderen weliswaar niet afwezig maar er is veel ruimte voor het ontdekken van eigen ervaringen, iets waar ook de moeder intens toe bijdraagt. De jonge Herman is lange tijd ziek, en dat isolement brengt hem ertoe contact te zoeken met anderen via brieven en zelf veel tijd door te brengen met het verslinden van alle boeken die hij onder handen krijgt. De studietijd verloopt nogal moeizaam: Herman probeert diverse studies met weinig resultaat, maar hij legt veel activiteiten aan de dag tijdens die studiejaren. Hij publiceert zijn eerste verhalen maar onderneemt vooral diverse reizen. Dat avontuurlijke staat dan weer in contrast met de zware medische problemen: als tuberculosepatiënt is hij noodgedwongen lange tijd opgenomen in sanatoria, eerst in Nederland en vervolgens in Zwitserland (Davos). In die periodes schrijft hij tal van brieven, wat zeker beschouwd kan worden als het uitproberen van een literaire pen. Daarnaast zijn er de vele reizen door Europa, die opnieuw aanleiding geven tot een intense correspondentie met thuis: veel elementen daaruit zullen wat later hun plaats vinden in De zwerftocht van Belcampo (1938). Herman legt zijn vele ontmoetingen onderweg vast in schrijfsels maar ook in tekeningen, want hij droomt ervan als tekenaar zijn brood te verdienen. Die artistieke roeping roept vooral bij zijn vader (zijn ouders zijn ondertussen gescheiden) veel reserves op, maar tegelijk blijft hij zijn zoon actief ondersteunen.
 
De feitelijke start van die literaire loopbaan vormt de bundeling van De verhalen van Belcampo (1934), die de auteur uitgeeft in eigen beheer omwille van het gebrek aan enthousiasme bij de literaire uitgever die hij aanzocht. Op vraag van zijn vader worden enkele namen van inwoners uit de gemeente gecensureerd in de meeste exemplaren van het boek. De verhalen krijgen in de literaire wereld heel wat aandacht: vooral de eigenzinnige combinatie van realisme met fantastische en ronduit groteske elementen fascineert de meeste critici. Het plaatst Belcampo meteen apart in de Nederlandse literatuur, terwijl zijn affiniteit met het surrealisme wordt onderstreept. Ondertussen is hij opnieuw een geneeskundestudie begonnen maar die zal hij pas na de Tweede Wereldoorlog met succes afronden. Op dat ogenblik is hij getrouwd en al vader van drie jonge kinderen. De buitenstaander en observator gaat, net zoals zijn vader voor hem, deel uitmaken van het maatschappelijke bestel. Zijn werk wordt vanaf dan ook verspreid door gevestigde literaire uitgevers.  
 
In de daaropvolgende periode wordt Belcampo (zijn schuilnaam blijft bewaard) steeds meer een volwaardige schrijver. Hij publiceert na enige tijd weliswaar veel minder nieuw literair werk, maar hij geeft frequent lezingen over zijn werk, publiceert korte columns in kranten, raakt bevriend met collega-auteurs (al hebben zowel Bordewijk als Nescio weinig oog voor wat zijn werk met hun eigen oeuvre verbindt). Het gezin leeft wel zuinig, aangezien Herman slechts een halftijdse baan heeft in Groningen als studentenarts, iets wat zijn vrouw maar matig kan waarderen. Het huwelijk loopt op de klippen, want de spanning tussen het kunstenaarschap en de praktische wereld blijkt onoverbrugbaar. Die scheiding slaat diepe wonden aangezien de dochter Maartje de kant kiest van haar vader terwijl haar beide broers met hun moeder wegtrekken naar Amsterdam.
 
Die combinatie van een burgerlijk bestaan en een zwerversleven blijft Belcampo fascineren. Zijn vroeger werk wordt steeds weer herdrukt, ook in pocketformaat, en zijn faam laat de schrijver zich graag welgevallen. Het leidt tot allerlei literaire contacten maar ook tot boeiende (en soms hartstochtelijke) ontmoetingen met vrouwen. Tegelijk tracht Herman zich te onttrekken aan dat geregelde bestaan. In 1961 onderneemt hij bijvoorbeeld een lange reis naar Mexico. In zijn vele brieven beschrijft hij de details van de plaatsen die hij bezoekt en de mensen die hij (hoe vluchtig ook) ontmoet, maar wanneer hij dat werkt tot literatuur laat hij vrijwel alle anekdotes achterwege. Zijn werk put weliswaar nog steeds uit de werkelijkheid, maar die wordt toch minder dominant en vormt vooral een vertrekpunt voor de verbeelding en de gedachtenexperimenten van de schrijver. In zijn leven komt een nieuwe partner, de veel jongere Doite. Die wending culmineert in De filosofie van het belcampisme (1972), een vreemd boek waarin Belcampo zijn levensvisie uiteenzet en kritiek levert op de geschiedenis van de filosofie, terwijl hij het christendom prijst als een cultus van de liefde: centraal staat de gedachte van het individu dat zich verbonden weet met anderen en met de wereld. De schrijver is tegen dan 70 jaar oud, en dat moeilijke essay vormt als het ware ook het sluitstuk van de visie op mens en wereld die hij in zijn vele verhalen ten tonele heeft gevoerd.
 
De laatste levensjaren is er weinig dat verandert. Het oeuvre van Belcampo, dat in feite afgerond was, vindt een onderkomen bij de prestigieuze literaire uitgeverij Querido. Teksten van hem worden bewerkt voor theater, film en televisie. De schrijver zelf blijft tot kort voor zijn overlijden geboeid door kunst en wandelen, zwerven met zijn lichaam of in zijn hoofd.
 
Nico Keuning heeft een boeiend en rijk gedocumenteerd levensverhaal afgeleverd. Het werk van Belcampo wordt daarbij uitvoerig gebruikt om de nauwe band tussen verbeelding en realiteit te laten zien, maar daardoor krijgt het niet altijd de aandacht die het (ook vanuit literair standpunt) verdient. In ieder geval is de kans groot dat lezers van dit boek op zoek zullen gaan naar die fantastische verteller en zijn verhalen. Ook dat is een verdienste van dit boek.  
 
Nico Keuning: Groots en onbekommerd. Leven en werk van Belcampo, Querido, Amsterdam 2024, 454 p. : ill. ISBN 9789021463445. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Breken is bouwen. Vijfenzeventig jaar Vijftigers

Graa Boomsma

Een mandje aarde

Yosa Buson

Geweten. Over Israël en Palestina

Maurits de Bruijn

Praat dan met mij

Yves Peirsman

Speuren in Lucebert. Een lezersvisie op diens gedichten

H.U. Jessurun d’Oliveira

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Dieren spotten doe je zo!

Aline Portman

Hoe vijanden vrienden kunnen worden

Yuval Noah Harari, Ricard Zaplana Ruiz (ill.)

Mijn broer is een baas

Jenny Jägerfeld

Neem een kip

Erna Sassen, Martijn van der Linden (ill.)

Zuid

Marieke ten Berge (ill.), Eva Moraal

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri