‘Wat was het al laat,
och wat laat. Nils Vik wist dat hij nog maar weinig tijd over had in deze
wereld. De tijd had zich in hem opgelost, de tijd die door dit rooster van
dagen en nachten heen was gesijpeld.’
Nils Vik opent om kwart over
vijf in de ochtend de ogen en weet dat het de laatste dag van zijn leven is.
Hij was altijd al een man van stavast, maar nu ziet hij in de spiegel iemand ‘die
niet meer wist waarheen hij op weg was’. Hij begint aan zijn dagelijkse routine
van koffie zetten en ontbijten. Hij schrijft een briefje aan zijn twee
dochters: ‘Ik heb dit huis verlaten en ik kom niet meer terug. Pas goed op
elkaar. Papa’. Dan bedankt hij zijn overleden vrouw voor het ontbijt, zoals hij
altijd al heeft gedaan, en haalt het matras van het bed. Het matras houdt het
verhaal in van een heel leven, hij denkt er zelfs de S-vorm van Marta’s lichaam
in te zien. Dat is niet iets wat je in handen van vreemden laat; hij steekt het
matras in brand en daalt daarna af naar zijn boot aan de fjord. Zijn hond Luna
komt hem tegemoet. Waar kwam die vandaan? Van gene zijde?
Nils vaart met Luna de fjord op
en koerst naar de bestemmingen die hij in zijn lange carrière als veerman aangedaan
heeft. Daar wachten hem – hoewel allemaal overleden – zijn vroegere passagiers
op, die hem vergezellen op zijn laatste vaart. Het is een reis door de
herinnering, Nils bladert terug door zijn logboek, waarin hij bij elke
overvaart notities maakte. Over de passagiers, gewone mensen in hun dagelijks
doen en laten, mensen die hem nodig hadden op crisismomenten. Hij noteerde de
grote en kleine dingen die hij meemaakte, of anders gewoon het weer: ‘Goed
zicht. Droog. Zuidwest.’, schreef hij op de dag dat hij zijn dochter overzette,
die definitief het huis verliet. Nils loopt niet met zijn emoties te koop.
Tijden
veranderen en de brug die over de fjord werd gebouwd, heeft een veerman
overbodig gemaakt. Maar Nils tilt daar niet aan, hij beschouwt zijn leven als
voltooid. Zijn veerboot is op zijn laatste reis gevuld met mensenlevens en
verhalen, waar als een stille mantra zijn verlangen doorklinkt om herenigd te
worden met Marta.
Frode Gryttens poëtische reflectie over het onafwendbaar voortschrijden
van de tijd, afscheid en vergankelijkheid is de tweede roman waarvoor de Noor
de prestigieuze Brage-literatuurprijs ontving (eerder was dat voor Het lied van de bijenkorf -- Signatuur
2002). In een eenvoudig beeldende stijl brengt Grytten een ode aan een
eenvoudig leven en de stille grandeur van het fjordenlandschap. Zonder enige
sentimentaliteit roept hij een melancholische sfeer op, de vertelling beweegt
zich subtiel op de grens van het concrete, dagelijkse leven en het
metaforische. De laatste dag van de veerman is een zeldzaam mooi boek.
Frode Grytten:
De laatste dag van de veerman, Atlas/Contact, Amsterdam 2024, 171 p. ISBN 9789025476014. Vertaling van Den dagen Nils Vik døde door Geri de Boer.
Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan