4+ - De bron van Edward van de Vendel is onuitputtelijk. Deze keer
gaan we de ruimte in, dat zie je meteen aan de schutbladen. Allerlei dieren,
herkenbaar maar tegelijk een beetje anders, ergens in de ruimte, zijn op weg.
Naar het hoofdpersonage, maar ook naar jou, lezer. Als je tenminste slaapt. En
als je van dieren houdt, anders gaat het niet. Nou ja, dat is een beetje
onduidelijk, misschien krijg je dan robots, trekkers, racewagens e.d. die er op
planeten zijn.
De dieren vertrekken in hun ruimteschepen vanaf Jupiter, Saturnus en Neptunus
en alle andere planeten en vliegen door je raam bij je naar binnen. Ze landen
op je gezicht en hebben daar allerlei taken, maar niet heus. Tot je wakker
wordt, dan smeren ze ‘m weer. De volgende morgen vertel je niks aan je
gezinsleden, ook maar niet heus. Let (ook) op de variatie aan scepticisme op de
gezichten van de gezinsleden. Op een dubbelpagina zien we een flink aantal
gezinsvormen voorbijkomen. Te beginnen met die van het hoofdpersonage, een
zogenoemd gewoon gezin (vader, moeder, twee kinderen), daarna de rest, zodat
heel veel kinderen zich in de door de verteller aangesproken ‘je’ kunnen
herkennen.
Floor
de Goede leeft zich helemaal uit. Hij tovert een enorme variatie aan dieren, diertjes
en voertuigen uit z’n palet, en weet ook fraai om te gaan met de dubbele bodems
in de tekst. Meesterlijk zijn de pagina’s waarop de buitenaardse dieren geland
zijn op het gezicht van het hoofdpersonage (meisje of jongen, kan allebei). Extreem
dichtbij. De wezens ‘werken heel hard’ en tillen nu en dan een ooglid op om te controleren
of zij/hij slaapt. Een van de dieren verdwijnt half onder de oogharen van het
andere lid. Een andere kleine verrassing is het dekschild op het hol van een
mol, een iets grotere de weergave van Neptunus als een soort New York of Las
Vegas. Met een hoop uitgaanslevendynamiek in wolkenkrabbers.
Ook heeft De Goede nog een, je
zou bijna zeggen: cadeau-dubbelpagina voor ons. Op wat een beetje op de aarde
lijkt, in elk geval is het een bol, beeldt hij een stelletje iconische
kunstwerken af. Met hier en daar het hoofdpersonage, surfend op de golf van
Hokusai, of in de lucht met een vis van Eschers prent ‘Lucht en water’.
Schitterend! Hij schakelt net zo makkelijk van een realistische weergave van
gezinnen, naar dit soort taferelen, kleurige ruimtescheepjes met kleurwolkige
uitlaatstrepen en rustige, donkere nachten of pagina’s boordevol dieren en
details.
Een uitdagend prentenboek. Er is
werkelijk van alles te zien. De lezer wordt meteen het verhaal ingetrokken:
‘Het is geheim. Maar ik zal het je vertellen. Als je belooft het voor je te
houden.’ En alleen als je gaat slapen. Uiteraard speelt de verteller met de
relatie kind-ouders: ze geloven je niet, en sowieso weten ze niks van dromen.
Ook
onderschatten de makers niet het vermogen van de lezers/kijkers in tekst en
beeld dubbele bodems op te lossen. Och, och wat hebben de ruimtewezens het toch
druk, zó druk: twee dubbelpagina’s kinderspelletjes, tekenen, wedstrijdjes.
Sinds 2010 verschijnt er nagenoeg elk jaar een boek (soms zijn het er twee) van
dit geheide duo. Het verveelt nog helemaal niet.
Edward van de Vendel, Floor de
Goede: Kom op, we gaan! Querido, Amsterdam 2024, 40 p. : ill. ISBN
9789045130675. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan