De productieve dichter en vertaler Stefaan
van den Bremt is blijkbaar van uitgever veranderd, want zijn jongste bundel
verschijnt bij de jonge uitgeverij Otheo, die naar eigen zeggen vooral
levensbeschouwelijk en religieus geïnspireerd werk wil publiceren. Ik denk dat
maar weinig lezers Van den Bremt met dat project zullen associëren, ook al
heeft de dichter hier en daar in zijn eerdere werk al verzen met een religieuze
toets gepubliceerd. Van den Bremt staat immers vooral geboekstaafd als een bij
uitstek maatschappelijk geëngageerd dichter die gaandeweg steeds meer de taal
is gaan polijsten als een hedendaagse rederijker (een karakterisering die als
een geuzentitel beschouwd mag worden). De persoonlijke gebeurtenissen en
herinneringen worden daarbij steevast opgenomen in een algemener kader.
In die zin is De weg misschien toch minder verrassend
dan men op het eerste gezicht zou denken. Van den Bremt gaat in de Bijbel op
zoek naar verhalen en personages die mensen van de eenentwintigste eeuw nog
kunnen aanspreken, inspireren of uitdagen. Zijn centrale thema is dat van ‘de
weg’, de manier waarop profeten hun volk een toekomst aanwezen. Dat geloof in
een betere wereld is een constante in deze bundel, een zoektocht die echter
niet zonder hinderpalen verloopt. Offers en slachtoffers zijn minstens even belangrijk
als helden en voorgangers.
De dichter begint met enkele verhalen uit het Oude
Testament: Abraham, Jozef en vooral Mozes zijn ‘voorgangers’, door Jahweh/God
belast met een moeilijke opdracht. Aan de ene kant wordt van hen verwacht dat
zij geen vragen stellen, want de wil van God is absoluut. De enig mogelijke
reactie is een radicale onderwerping en een absoluut vertrouwen. Aan de andere
kant eist die God zware offers van zijn volgelingen om ze op de proef te
stellen. Van den Bremt volgt doorgaans vrij nauwgezet het Bijbelverhaal tot in
de verwoording toe (en kiest daarbij overwegend voor de overbekende scènes),
maar hij brengt toch een aantal eigen accenten aan. Zo concentreert de dichter
zich vooral op de menselijke dimensie van het verhaal. Het Opperwezen blijft
vaak onderbelicht, ondanks de centrale rol ervan, en in plaats daarvan ligt de
klemtoon op de innerlijke conflicten die de protagonisten overvallen. Parallel
daarmee wordt de setting sterk gedramatiseerd door de centrale confrontaties te
belichten en de personages te laten spreken. Het zijn strategieën die de
menselijke dimensie van het religieuze verhaal naar de voorgrond brengen. De
Oudtestamentische figuren worden zo symbolen van menselijke ervaringen en deels
allegorische verbeeldingen van onze tijd.
Hetzelfde gebeurt met het
Passieverhaal van Jezus Christus in de tweede en de derde afdeling van de
bundel. Van den Bremt volgt de traditionele staties op de voet, maar het
bekende verhaal van Jezus’ lijden en dood wordt gevarieerd door het
gezichtspunt te verleggen naar de andere personages in het verhaal. Op die
manier wordt ook dat lijdensverhaal gedramatiseerd, van verschillende kanten
belicht, waarbij ook de lezer expliciet bij het gebeuren wordt betrokken. Hij
maakt deel uit van de omstaanders maar is ook betrokken bij de tragische
gebeurtenissen: het onvermogen om het wonder te begrijpen wordt zo in het
verhaal geïntegreerd. De daaropvolgende reeks gaat trouwens nog een stap
verder: hier worden een reeks ‘daders’ opgevoerd. Judas, maar ook de
verloochenende Petrus en zelfs de haan blijken alle getekend door de
gebeurtenissen, in die mate dat zij hun eigen identiteit en hun rol bij de
gebeurtenissen in vraag stellen of vruchteloos minimaliseren. Het lijkt erop dat
Van den Bremt schuldig-zijn intrinsiek verbindt met het menselijke bestaan, een
medeverantwoordelijkheid die verpletterend aandoet.
De slotreeks geeft niettemin een
zekere loutering en een hoopvol eindakkoord. De bekeringsverhalen van de
Emmaüsgangers en de apostel Paulus roepen op tot geloof en een engagement in de
wereld. Het lijkt ook een boodschap van de dichter zelf, als sluitstuk van deze
toch wel bijzondere bundel. De weg
staat niet alleen apart in het oeuvre
van de dichter (al is zijn waardering voor Hadewijch bekend van zijn vorige
bundels), Van den Bremt combineert hier ook zijn stilistische souplesse met de
verwoording van de Bijbel; de oorspronkelijke tekst wordt soms woordelijk
overgenomen, maar tegelijk ritmisch zo herschikt dat de poëtische kracht veel
intenser wordt. In dit opzicht is deze bundel veel meer dan een zoveelste
hervertelling van een canonieke religieuze tekst. Het is voor alles een
menselijke en poëtische getuigenis.
Stefaan van den Bremt: De weg, Otheo
Books, Antwerpen 2025, 63 p. ISBN 9789085287810. Distributie New Book
Collective
deze pagina printen of opslaan