15+ - Hij heeft een heel sterk gevoel van misselijkheid,
nagenoeg altijd zonder te hoeven overgeven. Het hart hamert hevig in zijn
borst. De borst voelt mistig aan. Het begint te regenen in zijn borst. Het
dondert onder zijn ribben. Er bliksemt iets in zijn borst. De hele apotheek
staat in brand. Regenbuien spoelen door zijn hoofd en minirivieren stromen uit
zijn ogen. Hij voelt kleine druppeltjes prikken tegen zijn skelet.
Dit is maar een
kleine bloemlezing. Op allerlei manieren omschrijft de ik-figuur van dit
verhaal, de 17-jarige Casper, uiterst precies hoe lichámelijk angst is. En ook
hoe bizar: die angst is er zomaar, opeens, totaal onverwacht. Hetzelfde geldt
voor het eind van een aanval: van het ene op het andere moment ben je gewoon
weer je opgeruimde zelf die loopt te geinen met je vrienden. Tijdens voetbal en
met keten op feestjes. Caspers leven bestaat ineens uit een vroeger en een nu.
Een tweede aspect is uiteraard wat er gebeurt met je
zelfbeeld. Niet alleen verbaas je jezelf (ik ben toch niet gek?), maar ook met je
vrienden (wat is er met Casper?). Casper doet z’n uiterste best om te maskeren
wat er speelt en het met iemand van zijn vrienden delen durft hij bijna een
boek lang niet. Hij schaamt zich ook voor zijn medicijnen-voor-de-geest. Tot
hij het vertelt aan de enige vriendin van zijn groep, Lea, vooral omdat die
weet wat er met iemands brein kan gebeuren: zij heeft een suïcidale broer. En pas
in het slot ook aan zijn twee hartsvrienden Oliver en Aksel, ‘alsof ik een
misdrijf opbiecht’.
Wel durft Casper zijn angst al vrij
snel enigszins te bespreken met zijn vader, die hem naar de huisarts stuurt.
Deze vriendelijke man zal hij later nog eens bellen tijdens een crisismoment. Bij
de psycholoog heeft hij geen moeite open kaart te spelen, dat is immers een
vreemde. Deze psycholoog is uitermate geschikt voor Casper. Ze verbaast hem met
enige regelmaat, vooral omdat ze niet lekker meegaat. Integendeel. Als hij zegt
niet met zijn vrienden op skivakantie te willen, reageert ze met: ‘De enige
uitweg is er dwars doorheen’.
Natuurlijk kun je bij
hoe het verhaal verteld wordt minpunten aandragen. Op een bepaald moment heb je
wel genoeg van de hierboven opgesomde stormen en regens in Caspers borst
gelezen. En er zijn wel enkele van de hollywoodfilm geleende heftige huilscènes
en louteringsmomenten, het uit frustratie vechten met een vriend en zo’n lekkere
psycholoog die je erdoorheen sleept. Maar die worden meer dan voldoende gecompenseerd
door verschillende fraai uitgewerkte zaken en motieven.
Zo kijkt Casper in zijn alerte en opgefokte staat scherper
naar zijn vrienden. Hoe gaan ze eigenlijk met elkaar om? Ja, echt als jongens,
jongens bespreken sommige dingen kennelijk niet. En is zijn
maatje-sinds-zijn-jongste-jaren, buurjongen (ze kunnen naar elkaar zwaaien als
ze gaan slapen) Oliver, eigenlijk niet best vaak eenzaam? Net als hij enig kind,
maar met gescheiden ouders van wie de moeder weinig thuis is. Die ouders worden
verder ook nog even erg mooi op tafel gezet, met hun goede bedoelingen. En kijk
hun kinderen nu toch eens worstelen met de hoge verwachtingen en het veel te
ingewikkelde bestaan op social media.
Er is nog veel ander moois. De tedere relatie ‘als broers’
tussen Casper en Oliver, allebei broer- en zusterloos. De titel. Caspers
vertwijfelde uitroep, van een toch echt gepriviligeerde jongen: Waarom ik?? En
niet iemand die toch al in de shit zit? Soms stapt de verteller even over op
app-verkeer en hier en daar leuk op de manier van een filmscenario (een knipoog
naar het werk van Caspers vader, schrijver van filmscenario’s). Er is een zeer
bevredigend slot. En een omslag waarin het geteisterde lichaam van het
hoofdpersonage mooi uitgelicht wordt in het zwart van de angst. De auteur
schrijft geestig en/of open over seks.
Als je dit gierend snel (vaak
staan er maar een paar zinnen op de pagina, of is er maar een halve pagina
gevuld) vertelde en te lezen verhaal uithebt, blijf je nog lang in de sfeer. Je
gaat ook meteen terugbladeren. Bij voorbeeld naar gedichtjes die Casper tot
steun zijn en naar een paar zinnen van de psycholoog, zoals deze uitspraak, die
heel troostrijk blijkt:
‘Om jou omver te krijgen is wel wat meer nodig, zegt ze.
Jij bent voornamelijk iemand met wie het goed gaat.’
Zet maar op de leeslijst, dit
boek!
Alexander
Kielland Krag: Beetje angstig dat is alles, Blauw Gras, [Amsterdam] 2024, 224
p. ISBN 9789493374027. Vertaling van Litt red, bare door Edward van de Vendel. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan