Poëzie

BOEKEN NR. 5, MEI 2025

Anna Enquist: De onderkant

door Carl De Strycker

De vierde afdeling van de tiende bundel van Anna Enquist, ‘Coda’, bevat slechts één gedicht: ‘Bevraging’. Het is een conversatie waarin de dichter ondervraagd wordt over haar werk: ‘waar gaat het over bij jou?’, vraagt de gesprekspartner. ‘Voorwerpen. Muziek. Gebeurtenisjes.’ luidt het bescheiden antwoord van de dichter. En dat klopt. In De onderkant vind je onder andere gedichten over planten en bomen, de worsteling met de digitale samenleving, Haydn, Tsjaikovski en Mozart, en een dichter die zijn pen aan de wilgen hangt of kinderen die voetballen. Dat overtuigt de kritische tegenstem niet: ‘Daar hebben we de krant voor’, zegt die terecht. Uiteraard kan alles onderwerp van poëzie zijn, maar de vraag is wat de teksten tot poëzie verheft. Enquist legt aan het slot van het gedicht haar kaarten op tafel:
 
‘– Wat je overkomt – dat is oppervlakte. Een landschap waar je in
leeft. De wereld daaronder moet beschreven worden. –  
‘Is wel erg vaag, hoor.’
– De onderkant. Die is eng en wreed. Onthutsende gedachten.
Die moeten op papier. –
‘Je bent de kroniekschrijver van de onderkant?’
– Ja. –’ 
 
Dat is niet minder dan een programma en meteen ook de verklaring van de titel. Enquist wil achter de façade kijken, dieper graven, datgene blootleggen wat vaak verborgen blijft, het choquerende, vieze, gevaarlijke onthullen. Voor de psychoanalytica die ze is, is dat niet vreemd, en het is ook een klassieke (freudiaanse – Freud meende dat ‘dichters weten wat zij niet weten’) opvatting van poëzie: die geeft inzage in het mysterie.
 
Heel wat gedichten in de bundel alluderen daarop. In ‘Het bos, de bomen’ heet het bijvoorbeeld:
 
‘De boswachter verlaat het bos, onder zijn schoenen  
weet hij steeds een wereld aan gevallen takken,
gistend loof, voorgangers waar zijn woud, zijn trots
zich heimelijk mee voedt. Verborgen, doof.’
 
Onder de grond zijn ‘maden, mol en worm’ werkzaam. Onzichtbaar, maar wel met een grote impact. In de bewerking van de mythe, ‘Demeter zoek’, luidt het slot: ‘Aan de zwarte oever vind je / straks het antwoord op je vraag.’ Helaas blijft het bij het noemen van zo’n onderwereld, nergens dringt Enquist erin door of weet ze ook maar een kleine sluier van de geheimen op te lichten.
 
De onderkant bevat, in weerwil van de in de coda geformuleerde opzet, veel gedichten die net heel erg aan de buitenkant blijven. Beschrijvingen, scènes uit het dagelijkse leven, voorspelbare en zelfs uitgewoonde metaforen (borduren tegen de dood, schrijven tegen de eindigheid) en (pseudo)diepzinnige wijsheden genre ‘Vrede betekent: alles wat je kwijt was is weer terug.’ Of: ‘Wie aan de haven opgroeit, in tweevoud / ontloopt nooit het dubbel verlangen, blijft / schipperen tussen thuiskomen en uitvaren.’ Dat zorgt voor poëzie die het clichébeeld van poëzie bevestigt: via de omweg van het beeld bieden de gedichten inzichten in het leven.
 
Dat levert nu en dan charmante en aangrijpende gedichten op zoals ‘Berk en eik’ dat over Enquists dode dochter gaat (bij de geboorte van hun dochters plantten de buren en zij een boom; in de berk van de buren is het een leven vanjewelste; de eik in Enquists tuin laat jaar na jaar z’n eikels vallen zonder resultaat) of ‘Haan’, waarin het leven beschreven wordt aan de hand van de kuren van een ouder wordende haan. Beklijvende poëzie wordt dat echter nooit.
 
In een ander poëticaal vers, ‘Gemaakt; gelezen’, schrijft Enquist over het gedicht: ‘Duiding, betekenis verdraagt het niet. Blijf af. / Laat het bestaan zoals het is, gemaakt / volmaakt, verslag van een gebeurtenis.’ Toelichting behoeven de verzen van Enquist inderdaad niet, ze zijn volkomen doorzichtig. Ze bevatten het lichtjes verfraaide verslag van voorvallen en momenten. Enquist blijkt daarmee vooral de chroniqueur van hele kleine, herkenbare wederwaardigheden.
 
Anna Enquist: De onderkant, Querido, Amsterdam 2025, 64 p. ISBN 9789029553834. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Breken is bouwen. Vijfenzeventig jaar Vijftigers

Graa Boomsma

Een mandje aarde

Yosa Buson

Geweten. Over Israël en Palestina

Maurits de Bruijn

Praat dan met mij

Yves Peirsman

Speuren in Lucebert. Een lezersvisie op diens gedichten

H.U. Jessurun d’Oliveira

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Dieren spotten doe je zo!

Aline Portman

Hoe vijanden vrienden kunnen worden

Yuval Noah Harari, Ricard Zaplana Ruiz (ill.)

Mijn broer is een baas

Jenny Jägerfeld

Neem een kip

Erna Sassen, Martijn van der Linden (ill.)

Zuid

Marieke ten Berge (ill.), Eva Moraal

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri