Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2025

Emy Koopman, Moniek van de Pas: De vrouw in de kelder

door Marlies van Breda

‘Wat kan ik zeggen?’
Een goede openingszin wekt verwachtingen of roept vragen op die de lezer aanzetten om verder te lezen. Met de vraag ‘Wat kan ik zeggen?’ roept Emy Koopman in De vrouw in de kelder al in de eerste zin een belangrijke vraag op. Immers, tot wie richt de ik-vertelster Veronika zich? Spreekt zij de lezers aan? Is het een zin uit een gesprek dat zij met een ander personage voert zoals de protagoniste in Sacha Bronwassers roman Luister? Of hebben we hier te maken met een monologue interieur? De associatieve, van de hak op de tak springende beschrijving van herinneringen, ervaringen en gedachten ondersteunt deze laatste veronderstelling.  
 
Veronika is tekenlerares, maar de psychische belasting van een operatie en de daaropvolgende relatiebreuk heeft haar fijne motoriek aangetast. Hierdoor kost tekenen en schrijven haar moeite. Om weer grip op haar leven te krijgen heeft ze haar baan opgezegd en zich afgezonderd van de buitenwereld. In de gemeubileerde kelderwoning die ze van twee vrouwen huurt, vindt ze een veilige cocon waarin ze zich kan verschuilen om met behulp van spraaksoftware de balans van haar leven op te maken.  
 
Wat vertelt Veronika?
Het verhaal is opgedeeld in vijf delen. In het eerste deel komen meerdere onderwerpen aan bod. Het fragmentarische karakter van dit deel weerspiegelt Veronika’s onrust en doet vermoeden dat zij kampt met veel onverwerkte emoties. Het taalgebruik en de zinsopbouw in dit deel reflecteren haar verwarring.
 
De moeizame relatie met haar vader wordt in het tweede deel beschreven aan de hand van herinneringen aan haar jeugd en puberteit. Haar vader kleineert haar. Al heel vroeg in haar leven voelt ze dat ze niet aan zijn verwachtingen kan voldoen. Als puber rebelleert zij door samen met vrienden een punkband op te richten die ze de naam van een vrouwelijke vampier geven. Toch maken zijn onvoorspelbare uitbarstingen haar te bang om ook daadwerkelijk haar woede over zijn gedrag te uiten. Opvallend in dit gedeelte is dat zij haar vader steeds bij zijn voornaam noemt. Hiermee versterkt zij het gevoel van afstand dat voor haar de vader-dochterrelatie kenmerkte.
 
In het derde deel wordt de afstand kleiner. Otto wordt na zijn pensionering ernstig ziek en zoekt toenadering. In dit deel wordt hij aangeduid met ‘jij’ en krijgt de lezer – net als Veronika – inzicht in zijn levensverhaal. Uit zijn notitieboeken blijkt namelijk dat ook hij niet kon voldoen aan de verwachtingen van zijn ouders, wat bepalend is geweest voor zijn houding naar zijn eigen kinderen. Tien jaar nadat bij Otto kanker geconstateerd werd, krijgt de dan dertigjarige Veronika eveneens deze diagnose. De operatie die daarop volgt, zet haar relatie met Andreas onder druk.
 
In het vierde deel wordt de nasleep van de operatie beschreven. De verhouding tussen Andreas en Veronika verandert als blijkt dat hij een kinderwens heeft. Zij vertrouwt niet meer op haar lichaam en heeft zich erbij neergelegd dat ze geen kinderen zal krijgen. Na zes jaar zijn de spanningen zo hoog opgelopen, dat Veronika woedend wordt als Andreas voorstelt om te proberen via intra-uteriene inseminatie zwanger te raken. Deze woedeaanval betekent het einde van de relatie.
 
Aan het einde van het vierde deel voelt Veronika zich opgelucht. Ze heeft haar verhaal verteld en haar woede een plaats gegeven. In de tien pagina’s die het vijfde deel vormen, heeft ze zich verzoend met haar lichaam en is ze weer in staat tot sociale interactie. Ze sluit vriendschap met Renée, de eigenaresse van de kelderwoning en denkt na over haar toekomst.
 
Wat kan ík zeggen?
Bij eerste lezing kan het voor de lezer lastig zijn om afstand te nemen van het verhaal vanwege de intensiteit waarmee de gevoelens van de hoofdpersoon beschreven worden. Ook de overvloed aan existentiële vragen waarop de hoofdpersoon een antwoord zoekt, kan afschrikken… En dat is jammer, want wie de moeite neemt de roman nogmaals ter hand te nemen, zal veel plezier beleven aan de manier waarop Emy Koopman aan de hand van deze vragen de onderliggende thematiek soms expliciet, maar meestal heel subtiel naar voren haalt. De vrouw in de kelder is een in toegankelijke taal geschreven roman, waarin de schrijfster onderzoekt wat het betekent om vrouw te zijn. Welke rol wordt haar opgelegd? Hoe leert zij omgaan met haar lichaam en haar seksualiteit? Moet zij voldoen aan de verwachtingen van anderen? De schrijfster brengt deze vragen in verband met de thema’s ouder-kindrelaties, ziekte, vrijheid en zelfbeschikking.
 
Met de beschrijving van het ziekteproces van Veronika brengt Koopman een autobiografisch element in de roman. Toch verwordt de roman niet tot een egodocument, omdat de schrijfster vanuit het persoonlijke de universele vragen die een dergelijke diagnose oproept centraal stelt. Zij onderzoekt de psychische gevolgen en de beslissingen die in een vroegtijdig stadium genomen moeten worden o.a. aangaande een kinderwens. Ze laat zien hoe een relatie hierdoor onder druk kan komen te staan.
 
Daaruit voortvloeiend stelt zij zich de vraag in hoeverre de taal bedrieglijk is. Er is een spanning tussen wat gezegd wordt en wat verborgen wordt achter woorden. Welke morele bezwaren kleven er aan een leugentje om jezelf te beschermen? Hoe lang werken woorden door? Veronika’s relatie met haar vader wordt in haar jeugd bepaald door de woorden waarmee hij haar kleineerde. Deze woorden waren bepalend voor de manier waarop zij naar zichzelf keek. Nadat zij zijn notitieboeken heeft gelezen, begrijpt zij hoe hij zijn onzekerheid achter woorden verstopte. Pas dan voelt zij een intimiteit en kan zij ‘echt’ luisteren.
 
Emy Koopman heeft een prettige schrijfstijl. De intertekstuele verwijzingen naar beroemde kunstwerken, teksten uit de wereldliteratuur over vergankelijkheid en Grieks-Romeinse mythen geven net als de maatschappijkritische gedachten over mediatisering, milieuproblematiek en uitdagingen binnen de hedendaagse opvoeding diepgang aan het verhaal. De vrouw in de kelder is een psychologische roman voor de gevorderde lezer die bereid is in het verhaal naar motieven te zoeken om de lagen waaruit de tekst is opgebouwd één voor één te onthullen. Deze roman beklijft, ook nadat de laatste zin gelezen is.
 
Emy Koopman, Moniek van de Pas: De vrouw in de kelder, De Arbeiderspers, Amsterdam 2025, 265 p. ISBN 9789029551014. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 5, MEI 2025

Alle fonteinen

Vincent Van Meenen

De elementen

Tom Van de Voorde

De vrouw in de kelder

Emy Koopman, Moniek van de Pas

Het goede kwaad

Samanta Schweblin

ReinAard

Tom Lanoye

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 5, MEI 2025

Beer

Natalia Shaloshvili

De kattengeest

Joost Oosterwijk

Drie stenen

Olivier Tallec

Ik weet niet meer hoe ik slapen moet

Bruno Zocca

Lamelos

Gideon Samson, Milja Praagman (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri