In
Pechstrook wordt hoofdzakelijk gezwegen. Er is het zwijgen tussen Nicole
en Danny: ‘in het hele stilzwijgen dat dit huis in zijn greep houdt, zit ook
een vorm van vrijheid verscholen.’ En verder in de roman, meer specifiek als
het over Danny gaat: ‘Daarna nestelde zich ongevraagd een woordeloosheid in
alle kamers. Als een kleurloos gif. Een geurloos gas. De woorden tussen hen
waren gewoon op, alsof de wind die ook op de citadel had weggeblazen.’ Op hun
relatie weegt blijvend de dood van hun zoon Hans-Peter, die omkwam toen op de
citadel van Dinant zijn buggy van de trappen donderde. De schuld weegt op hen,
maar even nadrukkelijk op hun oudste zoon Raphaël, die op zijn jongere broertje
moest letten. Als in het gezin een dochter wordt geboren, neemt Raphaël de
verplichting op zich altijd voor haar te zorgen.
In het relaas van zijn leven,
dat hij in zijn gevangeniscel opschrijft – pas aan het slot van de roman zal
duidelijk worden waarom hij, na wat hij zelf omschrijft als zijn ‘grootste daad
van liefde’, gearresteerd werd – wordt duidelijk dat alles te maken heeft met
Hans-Peter en met Helena:
‘Hans-Peter heeft vanaf haar eerste dag een zware taak op
mijn schouders gelegd, die ik met de nodige trots wil volbrengen. Een nooit uit
te wissen schuld. In mijn broederschap voor haar neem ik hem altijd mee.’
Schrijven is
voor hem een poging orde te scheppen in de chaos, voor zichzelf een antwoord te
formuleren op de vragen die door zijn hoofd malen. Het zijn even goed de vragen
die zijn ouders zich blijven stellen. Angst en onzekerheid overvallen Nicole als
zij haar zoon gaat opzoeken in de gevangenis:
‘Waar ergens, in welke plooi van
zijn jeugd, heeft ze hem uit hert oog verloren? Wanneer is Raphaël over de
zijlijn gelopen zonder dat iemand hem terugfloot? Ze is bevreesd voor het
onbekende, het nooit geziene, de blinde vlek.’
Danny van zijn kant heeft zich in zijn eenzelvigheid
teruggetrokken in een beschermend cocon van eenzaamheid, daarbij alle vormen
van contact met anderen vermijdend. Of toch: als lid van de beruchte X-Side, de
harde kern van Antwerp-supporters, heeft hij ooit bij afrit 19 in een gevecht
een supporter van Brugge toegetakeld. Pas als, hij, zovele jaren nadien, de man
gaat opzoeken in de omgeving van Brugge, kan hij zich bevrijd voelen van de
schuld die hij toentertijd op zich heeft geladen.
Op die manier laat Kris van
Steenberge aanvoelen dat Pechstrook in de eerste plaats gaat over schuld
en de manier waarop mensen die, vaak gedreven door twijfels, kunnen aflossen.
Raphaël en Hans-Peter, Raphaël en Helena, Nicole en het bezwarende gevoel dat
zij overhoudt aan de kortstondige relatie met een collega van op het werk (voor
haar duidelijk moment-van-vergeten omdat zij het spoor van haar zoon Raphaël is
kwijt geraakt), Danny die naast het verlies van Hans-Peter en de ontspoorde
relatie tussen Raphaël en Helena de last van de herinnering meedraagt aan de
rellen bij afrit 19… Mede door de strak in de hand gehouden tijdsruimte in de
roman (van vrijdag tot de erop volgende donderdag: binnen 1 week wordt teruggeblikt
op wat het verleden van de drie protagonisten inkleurt) en de alternerende
invalshoeken waarbij telkens wordt gefocust op een van de betrokken personages)
is Pechstrook een knappe roman geworden, een waardige opvolger van Woesten
(Vrijdag 2013). En al even mooi meegenomen is het feit dat in de roman zinnen
staan die je zo wil aanstippen: ‘iedereen draagt het ongezegde in zich mee’
bijvoorbeeld, of, wanneer het gaat over de aandrang van Nicole om spullen uit
het verleden te verzamelen in kartonnen dozen en plastic boxen: ‘Attributen op
de tijdlijn van hun gezin. En deze bedenking van Raphaël aan het slot van de
roman: ‘Ooit wilde ik schrijver worden. Dit is mijn verhaal. Ik hoef er niets
meer aan toe te voegen. Zo is het gebeurd. Wij zijn allen niet meer dan een
vleugje fictie. We verzinnen onszelf. We verbeelden elkaar. Wat we van de
anderen zien, is hooguit wat we willen zien.’
Kris van Steenberge: Pechstrook,
Pelckmans, Kalmthout 2025, 303 p. ISBN 9789464342635
deze pagina printen of opslaan