Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2025

Kris van Steenberge: Pechstrook

door Jooris van Hulle

In Pechstrook wordt hoofdzakelijk gezwegen. Er is het zwijgen tussen Nicole en Danny: ‘in het hele stilzwijgen dat dit huis in zijn greep houdt, zit ook een vorm van vrijheid verscholen.’ En verder in de roman, meer specifiek als het over Danny gaat: ‘Daarna nestelde zich ongevraagd een woordeloosheid in alle kamers. Als een kleurloos gif. Een geurloos gas. De woorden tussen hen waren gewoon op, alsof de wind die ook op de citadel had weggeblazen.’ Op hun relatie weegt blijvend de dood van hun zoon Hans-Peter, die omkwam toen op de citadel van Dinant zijn buggy van de trappen donderde. De schuld weegt op hen, maar even nadrukkelijk op hun oudste zoon Raphaël, die op zijn jongere broertje moest letten. Als in het gezin een dochter wordt geboren, neemt Raphaël de verplichting op zich altijd voor haar te zorgen.
 
In het relaas van zijn leven, dat hij in zijn gevangeniscel opschrijft – pas aan het slot van de roman zal duidelijk worden waarom hij, na wat hij zelf omschrijft als zijn ‘grootste daad van liefde’, gearresteerd werd – wordt duidelijk dat alles te maken heeft met Hans-Peter en met Helena:
 
‘Hans-Peter heeft vanaf haar eerste dag een zware taak op mijn schouders gelegd, die ik met de nodige trots wil volbrengen. Een nooit uit te wissen schuld. In mijn broederschap voor haar neem ik hem altijd mee.’
 
Schrijven is voor hem een poging orde te scheppen in de chaos, voor zichzelf een antwoord te formuleren op de vragen die door zijn hoofd malen. Het zijn even goed de vragen die zijn ouders zich blijven stellen. Angst en onzekerheid overvallen Nicole als zij haar zoon gaat opzoeken in de gevangenis:
 
‘Waar ergens, in welke plooi van zijn jeugd, heeft ze hem uit hert oog verloren? Wanneer is Raphaël over de zijlijn gelopen zonder dat iemand hem terugfloot? Ze is bevreesd voor het onbekende, het nooit geziene, de blinde vlek.’  
 
Danny van zijn kant heeft zich in zijn eenzelvigheid teruggetrokken in een beschermend cocon van eenzaamheid, daarbij alle vormen van contact met anderen vermijdend. Of toch: als lid van de beruchte X-Side, de harde kern van Antwerp-supporters, heeft hij ooit bij afrit 19 in een gevecht een supporter van Brugge toegetakeld. Pas als, hij, zovele jaren nadien, de man gaat opzoeken in de omgeving van Brugge, kan hij zich bevrijd voelen van de schuld die hij toentertijd op zich heeft geladen.
 
Op die manier laat Kris van Steenberge aanvoelen dat Pechstrook in de eerste plaats gaat over schuld en de manier waarop mensen die, vaak gedreven door twijfels, kunnen aflossen. Raphaël en Hans-Peter, Raphaël en Helena, Nicole en het bezwarende gevoel dat zij overhoudt aan de kortstondige relatie met een collega van op het werk (voor haar duidelijk moment-van-vergeten omdat zij het spoor van haar zoon Raphaël is kwijt geraakt), Danny die naast het verlies van Hans-Peter en de ontspoorde relatie tussen Raphaël en Helena de last van de herinnering meedraagt aan de rellen bij afrit 19… Mede door de strak in de hand gehouden tijdsruimte in de roman (van vrijdag tot de erop volgende donderdag: binnen 1 week wordt teruggeblikt op wat het verleden van de drie protagonisten inkleurt) en de alternerende invalshoeken waarbij telkens wordt gefocust op een van de betrokken personages) is Pechstrook een knappe roman geworden, een waardige opvolger van Woesten (Vrijdag 2013). En al even mooi meegenomen is het feit dat in de roman zinnen staan die je zo wil aanstippen: ‘iedereen draagt het ongezegde in zich mee’ bijvoorbeeld, of, wanneer het gaat over de aandrang van Nicole om spullen uit het verleden te verzamelen in kartonnen dozen en plastic boxen: ‘Attributen op de tijdlijn van hun gezin. En deze bedenking van Raphaël aan het slot van de roman: ‘Ooit wilde ik schrijver worden. Dit is mijn verhaal. Ik hoef er niets meer aan toe te voegen. Zo is het gebeurd. Wij zijn allen niet meer dan een vleugje fictie. We verzinnen onszelf. We verbeelden elkaar. Wat we van de anderen zien, is hooguit wat we willen zien.’
 
Kris van Steenberge: Pechstrook, Pelckmans, Kalmthout 2025, 303 p. ISBN 9789464342635

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 5, MEI 2025

Alle fonteinen

Vincent Van Meenen

De elementen

Tom Van de Voorde

De vrouw in de kelder

Emy Koopman, Moniek van de Pas

Het goede kwaad

Samanta Schweblin

ReinAard

Tom Lanoye

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 5, MEI 2025

Beer

Natalia Shaloshvili

De kattengeest

Joost Oosterwijk

Drie stenen

Olivier Tallec

Ik weet niet meer hoe ik slapen moet

Bruno Zocca

Lamelos

Gideon Samson, Milja Praagman (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri