Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2025

Lieselot Mariën: Als de dieren

door Katja Feremans

Als de dieren is de heftige debuutroman van Lieselot Mariën, die naast auteur ook filosoof, jurist en maker van audiodrama en -documentaires is. De achterflap verraadt niet waarover het boek gaat. Je komt alleen te weten dat de ik-figuur wordt belaagd door donkere gedachten. Die sluiten zich dan ook als een net om haar heen, waardoor er weinig ruimte is voor vaart of plotontwikkeling. Nochtans staat het leven van de vertelster op zijn kop: zij, een jonge vrouw, komt er na de geboorte van haar eerste kind achter dat het moederschap haar draagkracht te boven gaat.
 
De bevalling is een klif gebleken waar ze af is getuimeld. Ze blikt terug, maar herbeleeft het meeste van haar val in het nu. Almaar verder wordt ze meegezogen in een spiraal van radeloosheid en waanzin door het chronische slaaptekort en het vele onbedaarlijke huilen van haar zoontje – ‘Je bent zo ondraaglijk luid dat ik niet weet hoeveel langer ik je nog in mijn armen kan blijven houden’. Haar horizon beperkt zich tot de claustrofobische huiselijke ruimte van het appartement dat ze deelt met Hannes. Hij komt en gaat, niet begrijpend.
 
Als ze hun appartement ontvlucht, raakt ze steevast overstuur door de confronterende vanzelfsprekendheid waarmee iedereen deelneemt aan de dag in de Brusselse wijk waar ze wonen. Zelf blijft ze zich louter een ‘zielig, schurftig moederbeest’ voelen. Want ‘iedere zeug, iedere merrie, iedere teef krijgt haar eigen jong gesust’, maar haar lukt het niet. Zo raakt ze gaandeweg op van onmacht en zelfverachting.
 
‘Lief kind, misschien is dit alles moeilijk te begrijpen, maar dit is het verhaal van een eeuwenoude werkelijkheid. Er zijn zoveel verhalen waarin mensen hun ziel onderbrengen op een veilige plek wanneer hun bestaan bedreigd wordt.’ Hiermee doelt ze op wat er gebeurde toen ze zowat op het diepste punt zat en Hannes zijn geduld met haar verloor. Zijn dwingende toon maakte dat ze van de weeromstuit haar moederrol vastberadener ging opnemen. Althans zo leek het. Maar vanbinnen bleef ze vervreemd zowel van haar kind als van zichzelf. Meer nog, ze splitste zich op in een sprekend op haar lijkende vrouw, die een naar haar gevoel potsierlijke parodie op het moederschap opvoert, en in een toekijkende ‘restmens’.
 
Nu eens vertelt ze vanuit het ene perspectief, dan weer vanuit het andere. Daarbij zoekt ze woorden voor haar verdriet. Ze doet dit niet alleen om zelf te begrijpen wat er met haar is gebeurd. Ze vindt dat ook haar zoon ooit moet weten hoe het is gegaan. De houvast waar ze nood aan heeft, vond en vindt ze nog steeds niet bij iets of iemand in haar onmiddellijke omgeving. In een poging om haar tegennatuurlijke moedergevoelens te plaatsen, gaat ze daarom op zoek naar gelijkaardige voorbeelden in verhalen van anderen, in mythes en in de dierenwereld.
 
Gelijkenissen vindt ze onder meer bij slechtvalken, dodo’s en octopussen. Zo vangt ze een verhaal op van octopuswijfjes die zorgzaam als ‘diepzeekippen’ broeden op hun legsel, maar zich uitgeput van kant maken eens de eitjes uitkomen. Hoezeer ze zich hierin herkent spreekt uit de tekening van de octopus op de allereerste bladzijde van het boek – het uiteinde van een van de grijparmen maakt overigens deel uit van de cover doordat de rechterbenedenhoek van het voorplat ontbreekt.
 
De vertelster zoekt ook steun in de Mesopotamische mythe over Inanna. Deze godin van oorlog, liefde en vruchtbaarheid is vooral bekend om haar reis naar en ook weer terug uit de onderwereld. Op haar afdaling kwam ze langs zeven poorten. Aan elk ervan moet ze iets van zichzelf achterlaten – onder meer haar steppekroon, een lazuurstenen kralenketting en een parelsnoer. Bij de zevende poort nam de wachter haar gewaad van haar lichaam, zodat haar enkel nog haar eigen naaktheid restte. Na de nodige verwikkelingen keerde ze terug naar boven. Onderweg bleken alle poorten open te staan, maar moest ze wel de demonen van de onderwereld nog trotseren, want die gunden niemand een ongeschonden wederkeer.
 
Als de dieren is gestructureerd naar Inanna’s afdaling. Poort na poort trekt Lieselot Mariën met een pijnlijke haal een pleister van de schrijnende moederwonde van haar vertelster. Dit is maar één aspect van de gestileerde literaire pasvorm waarin ze het verhaal heeft gegoten. De teksten, verhalen en dierenwereldassociaties, die de ervaringen van de jonge vrouw spiegelen, vormen een knappe compositie. Tegelijk voel je de leegte en het zelfverlies waar deze moeder mee kampt in de talrijke witruimten, dus ook voorbíj de met dichterlijke zorgvuldigheid gekozen woorden. Door dit alles is Als de dieren een poëtische, doorwrochte en moedige weergave van de verscheurdheid tussen de onsterfelijke wil van een jonge vrouw om een moeder te zijn voor haar kind en haar levensgrote onmogelijkheid daartoe.
 
Lieselot Mariën: Als de dieren. Das Mag, Amsterdam 2025. 308 p. ISBN: 9789493320833. Distributie De Wolken

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 5, MEI 2025

Alle fonteinen

Vincent Van Meenen

De elementen

Tom Van de Voorde

De vrouw in de kelder

Emy Koopman, Moniek van de Pas

Het goede kwaad

Samanta Schweblin

ReinAard

Tom Lanoye

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 5, MEI 2025

Beer

Natalia Shaloshvili

De kattengeest

Joost Oosterwijk

Drie stenen

Olivier Tallec

Ik weet niet meer hoe ik slapen moet

Bruno Zocca

Lamelos

Gideon Samson, Milja Praagman (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri