De
meeste lezers zullen Banana Yoshimoto kennen van Kitchen, een waanzinnig populaire novelle die alweer dertig jaar
geleden verscheen en een wereldwijd succes kende. In de daaropvolgende jaren
kon Yoshimoto nog genieten van een grote belangstelling, maar niet meer in
dezelfde mate als voorheen, hoewel haar werken nog regelmatig in de prijzen
vielen. In elk geval verschenen er jammer genoeg geen nieuwe Nederlandse vertalingen
meer, tot uitgeverij Das Mag twee jaar geleden een bijgewerkte, frisse versie
van Kitchen publiceerde. Ergens moet Yoshimoto’s werk
toch een gevoelige snaar hebben geraakt bij een nieuw, jong publiek, want zopas
verscheen Moshi moshi, een welkome
vertaling van een eerder verschenen boek uit 2010. Literatuurliefhebbers die
een beetje bekend zijn met Yoshimoto’s oeuvre, weten dat haar lievelingsthema’s
vaak draaien rond het verwerken van een groot verlies en hoe familie en
vrienden hierbij kunnen helpen.
Moshi moshi vormt
geen uitzondering op die rode draad en is in wezen het relaas van de jonge
protagoniste Yoshie. Zij moet omgaan met de plotse dood van haar vader Imoto.
Hij was een drukbezette beroepsmuzikant en overleed enkele maanden eerder in
een al dan niet voorziene zelfmoordactie met zijn maîtresse – de ware toedracht
van zijn dood blijft vaag: ook zijn achtergebleven familieleden en vrienden
zitten met veel vragen. Het verhaal pikt in op een moment dat de wonden nog
vers en rauw zijn. Yoshie heeft al wel het besluit genomen op eigen benen te
gaan staan en trekt weg uit het gezinsappartement. Ze is klaar om een nieuw,
zelfstandig leven te beginnen en en passant het trauma van haar overleden vader
proberen te verwerken.
Banana Yoshimoto kan uitstekend schrijven, want al van de
eerste pagina’s sleurt ze de lezer het verhaal in. In vergelijking met Kitchen is haar stijl gegroeid,
gekalmeerd als het ware. Moshi moshi
concentreert zich op de hoofdvraag – hoe komt een jonge vrouw de dood van haar
vader te boven? – en laat andere thema’s die Banana Yoshimoto graag aansnijdt
(bijvoorbeels genderfluïditeit) of stijleffecten (magisch realisme) volledig
vallen. Daardoor werd dit boek een uitgepuurde roman. Die thematische soberheid
komt Moshi moshi echt ten goede en de
personages krijgen een stuk meer diepgang. Hoewel Yoshie centraal staat, is er
relatief veel aandacht voor haar moeder, die soms lijkt op een alternatieve
versie van haar eigen dochter, een vaststelling die Yoshimoto bewust lijkt te
suggereren, zoals wanneer de moeder de overpeinzing ‘ze had alleen die zware
donkere schaduw van spijt, die aan ons beiden kleefde’ maakt.
Tijdens de eerste helft van de
roman lijken moeder en dochter maar geen nieuwe draai aan hun leven te kunnen
geven. De geniale zet van Yoshimoto is dat nét op het moment dat het boek
doelloos verder lijkt te kabbelen, de zaadjes worden gelegd voor nieuwe
ontwikkelingen. Dat alles verloopt zo (tergend) langzaam dat de lezer het
moeizame proces om uit het dal van een depressie te klimmen, tijdens het lezen symbolisch
mee beleeft. In de tweede helft evolueren Yoshie en haar moeder en leren ze
zichzelf opnieuw uitvinden (meer prijsgeven zou het leesplezier vergallen).
Toch blijft er veel ruimte gereserveerd voor mijmeringen en introspectie.
Hoewel de klemtoon van Moshi moshi gaandeweg
wegvaart van de dood van Imoto, blijft die gebeurtenis over alle handelingen
hangen, zodat de authenticiteit nergens in het gedrang komt. Het verdriet van
haar vaders dood slijt bij Yoshie maar heel, heel langzaam weg – net zoals in
het echte leven. Voor wie het nog niet begrepen heeft: Moshi moshi is een onverwacht knap en gevoelig boek geworden.
Banana
Yoshimoto: Moshi moshi, Das Mag, Amsterdam 2025, 242 p. ISBN 9789493399143.
Vertaling van Moshi Moshi Shimokitazawa door Maarten Liebregts. Distributie De
Wolken
deze pagina printen of opslaan