Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Claude van de Berge: Heelal en stem

door Dirk De Geest

Claude van de Berge is een van de meest consequente schrijvers uit ons taalgebied. Al ruiim een halve eeuw schrijft hij aan een oeuvre waarin de transcendentie een centrale rol speelt. De mens staat niet centraal in het universum, maar maakt deel uit van een veel omvattender geheel. Sporen daarvan treft hij in zijn leven doorlopend aan, maar enkel op begenadigde ogenblikken kan hij die samenhang van het al ‘zien’.  Dat inzicht heeft ook tot gevolg dat ontvankelijkheid en nederigheid veel belangrijker worden dan een ego of een sterke wil. De schrijver geeft zich als het ware over aan wat hem grotendeels ontgaat.
 
Die thematiek stond al centraal in Van de Berges allereerste experimentele prozateksten maar gaandeweg heeft hij vooral als dichter het ideale medium gevonden om zijn bezinningen te verwoorden. De litanieachtige, bezwerende toon houdt daarbij het midden tussen poëzie en proza, tussen evocatie en boodschap. De zinnen deinen uit, met tal van herhalingen en variaties. Ritme en klank brengen daarbij een grote muzikaliteit in het vers. Alles werkt samen om een soort van mystieke beleving bij de lezer op gang te brengen en te komen tot een vorm van inzicht en communicatie die de begrijpende, louter conceptuele taal overstijgt.
 
Dat mystieke universum is niet meteen dogmatisch religieus, het is veeleer gebaseerd op een absoluut geloof in de levende aarde, in het samengaan van de vier oerelementen en de nauwe verbinding tussen ruimte en tijd. Niet toevallig schreef Claude van de Berge een aantal bundels naar aanleiding van zijn frequente reizen naar het Hoge Noorden, met een landschap dat tot de essentie is herleid en waaruit de menselijke aanwezigheid zoveel mogelijk is verbannen.
 
Voor buitenstaanders lijkt het misschien alsof er in deze poëzie weinig of niets gebeurt of evolueert, maar wie Van de Berge in zijn spoortocht volgt ziet duidelijke evolutielijnen en accentverschuivingen. Heelal en stem focust bijvoorbeeld vooral op de interactie tussen de kosmos en de menselijke stem. Daardoor zijn uiteenlopende opposities in het geding: die tussen het levenloze en het levende, het algemene en het individuele, de stilte en de doorbreking daarvan, wij en de ander… Al die tegenstellingen worden in deze verzen uitgespeeld maar ook weer ondermijnd en ongedaan gemaakt. De ene pool krijgt immers pas gestalte door en in de andere. Dat geldt zelfs voor de stilte en het geluid, of voor het heelal en de stem. Geheel in de lijn van de Oosterse denkwijzen hanteert Van de Berge vaak de paradox waarbij iets tegelijk wel en niet het geval is. Op die manier wordt het Westerse of-of-denken vervangen door een inclusievere benadering van de omvattende werkelijkheid.
 
In zijn bundel gaat Van de Berge nog een stap verder door het motief van de spiegeling veelvuldig uit te werken en vorm te geven. Het heelal en de stem zijn in meer dan een opzicht elkaars tegengestelde of elkaars complement, maar ze zijn ook onderling verwisselbaar, transformeren onophoudelijk. Hetzelfde geldt voor de liefdesrelatie, de menselijke dimensie die nog het dichtst komt bij die kosmische dynamiek. Het ik en de ander staan tegenover elkaar, zoeken naar communicatie maar op begenadigde ogenblikken is er sprake van versmelting. Ook de taal functioneert perfect, want voorbij de boodschap wordt het woordeloze bereikt.  
 
Die mystieke dimensie maakt van Van de Berges oeuvre een vrijwel unieke stem in onze Nederlandse literatuur. Het lijkt een lyriek voor ingewijden, en vooral de waardering van jonge recensenten toont dat voor dit type poëzie een hernieuwde belangstelling is ontstaan. Tegelijk, en net dat maakt Van de Berge toch wel speciaal, zijn de meeste van deze gedichten erg open en toegankelijk. Heelal en stem is een bijzondere synthese van dat oeuvre, maar het is tegelijk ook een stap voorwaarts: naar het begrijpen en het aanvoelen van wat is, maar ook naar de lezer toe.  
 
Claude van de Berge: Heelal en stem, Poëziecentrum, Gent 2025, 71 p. ISBN 9789056552725

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Breken is bouwen. Vijfenzeventig jaar Vijftigers

Graa Boomsma

Een mandje aarde

Yosa Buson

Geweten. Over Israël en Palestina

Maurits de Bruijn

Praat dan met mij

Yves Peirsman

Speuren in Lucebert. Een lezersvisie op diens gedichten

H.U. Jessurun d’Oliveira

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Dieren spotten doe je zo!

Aline Portman

Hoe vijanden vrienden kunnen worden

Yuval Noah Harari, Ricard Zaplana Ruiz (ill.)

Mijn broer is een baas

Jenny Jägerfeld

Neem een kip

Erna Sassen, Martijn van der Linden (ill.)

Zuid

Marieke ten Berge (ill.), Eva Moraal

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri