In
De expressionisten van Zoerle-Parwijs blikt Koen Delbeke, vertaler
Russisch, terug op het kunstenaarscollectief dat ooit, in de jaren 1980 in het
dorpje Zoerle-Parwijs, thans een deelgemeente van Westerlo, werkzaam was en in
Amsterdam, toentertijd het mekka van het hele kunstgebeuren, het licht van de
roem meende te zullen vinden. Delbeke, die in het verhaal een enkele keer bij
name wordt genoemd en op die manier het autobiografische karakter van zijn
verhaal eventjes in de verf zet, verbindt aan de ideeën over alles wat met
kunst te laken heeft, het verhaal van een familiegeschiedenis die weinig fraais
te bieden heeft.
Kurt, de ik-figuur die het hele relaas doet, wil het koste wat het kost
de waarheid achterhalen van wat achter de schermen van kunstenaarsambities
heeft meegespeeld. Zijn opa verblijft in een zorgcentrum en zal, zoals wordt
aangegeven in het tweede deel van de novelle, nog één keer naar buiten treden
als in Amsterdam een retrospectieve zond zijn werk en dat van zijn kompanen van
toen wordt opgezet. De vader van Kurt heeft alle schepen achter zich verbrand
en zoekt in Phuket nieuwe energie en levenskracht op te doen na de dood van
zijn vrouw. Al bij al heeft de vertelling van Koen Delbeke weinig om het lijf,
zo voorspelbaar blijft alles mede door de vlakke stijl, die nauwelijks enige
verrassing te bieden heeft en die maakt dat de lezer zich echt veel moeite moet
getroosten om te blijven doorlezen, verzinkt de tekst langzaam maar zeker in
het moeras van de oppervlakkigheid.
Aan de hoofdnovelle voegt Koen
Delbeke nog twee andere teksten toe. In ‘Noach Eikeblad’ – de naam van het hoofdpersonage kan een
verwijzing inhouden naar een van de
schilders uit de eerste tekst – wordt met de nodige sprongen in de tijd en
ruimtelijke situering, van Schaarbeek 1988 tot München 2020 -- het verhaal
verteld van een leraar/vertaler Russisch die zijn ooit gekoesterde ambities het
als kunstenaar waar te maken, heeft moeten opbergen. Centraal erin staat zijn
relatie met het Russische meisje Masja, dat na de dood van zijn eerste geliefde
Zulfia in zijn leven is verschenen. De totale ontsporing van de personages
wordt dan nog eens nadrukkelijk in de verf gezet in de slotnovelle ‘Chartreuzenbos’,
met als hoofdfiguur dit keer een prof kunstgeschiedenis die zich na de dood
van zijn dochter en zijn vrouw terugtrekt in een bos en daar zijn aspiratie in
het spoor te treden van de door hem bewonderde barokschilders. Ook hier blijft
het voor de lezer, mede door de losse opbouw van het geheel, gissen naar de
uiteindelijke bedoeling die de auteur gehad heeft met het schrijven van dit
verhaal. Al bij al bieden de bijna 400 pagina’s van dit debuutboek weinig om
over naar huis te schrijven.
Koen Delbeke: De expressionisten van Zoerle-Parwijs,
Les Iles, s.l. 2024, 380 p. ISBN 9789491545863
deze pagina printen of opslaan