Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Tsead Bruinja: Wat deed ik daar

door Dirk De Geest

Tsead Bruinja is zich, als voormalige Dichter des Vaderlands in Nederland, bijzonder bewust van zijn maatschappelijke rol als dichter. Hij is niet enkel bezig met het verwerken van zijn eigen ervaringen tot poëzie maar gaat resoluut op zoek naar de verhalen van anderen. Zo probeert hij een krachtige stem te geven aan groepen en individuen die nauwelijks worden gehoord. Het verleent aan zijn gedichten tegelijk een collectieve en een individuele stem, een draagkracht die terecht vraagt om aandacht en medeleven.
 
Zijn jongste bundel, Wat deed ik daar (zonder vraagteken), wordt in de ondertitel voorgesteld als ‘een voluptueus biografies visiedocument met intermezzo’s en af en toe een gedicht’. Het is een hele mondvol, die tegelijk trefzeker én hoogst ironisch is. De dichter laat inderdaad de grenzen van de traditionele poëzie voortdurend verschuiven, en vaak is niet eens duidelijk wat een motto is en wat een vers, waar een reeks gedichten begint of eindigt. Het is een manier om duidelijk te maken dat poëzie geen isoleerbaar en daardoor onschuldig genre is, maar integendeel een manier van denken en schrijven die zich doorlopend hecht aan ons zogenaamd ‘normale’ taalgebruik. Dat beroep op de werkelijkheid valt letterlijk te nemen, want de dichter gaat op zoek naar mensen en hun verhalen, empathisch en geëngageerd wat zijn poëzie inderdaad tot een eigenzinnig ‘visiedocument’ maakt.  
 
Hoe dan ook is Bruinja niet de dichter van één stem, één vaste toon. Zijn gedichten zijn herkenbaar, maar ze springen alle kanten op, met associaties en waarnemingen die even verrassend zijn als ons dagelijkse brein. Veel gedichten lijken gebaseerd op een waar bombardement van gedachten. Het is de manier waarop het ik zich in een hectische en eclectische wereld tracht staande te houden. Vaak wordt het overmeesterd door administratie, door reclame, door de angst om iets te missen of niet mee te zijn met de nieuwste gadgets. Vooral hier laat Bruinja als dichter zijn tanden zien. Hij imiteert genadeloos het taalgebruik van abstracte instanties maar ook de manier waarop ChatGPT onze woorden overneemt en vervormt. Dat wordt overigens veralgemeend tot elke vorm van taalgebruik. Taal is niet de plaats waar onze identiteit vastligt maar veeleer een ruimte waarin telkens identiteiten voor even worden vastgelegd.
 
In die zin is dit ook een bundel over taal. Bruinja experimenteert met taalregisters maar ook met talen. Zijn gedichten zijn doorspekt met het modieuze Angelsaksische jargon dat zo vanzelfsprekend lijkt, al is het in feite ondoorzichtig en hypocriet. Daarenboven werkt de dichter doelbewust met de twee talen die hem eigen zijn: het Fries en het Nederlands. Sommige gedichten zijn tweetalig opgenomen, maar ook dan vertonen de versies subtiele verschuivingen. Eenduidigheid is misschien wel een verlangen van de mens, maar het is beslist geen realiteit. Meervoudigheid en fragmentering zijn veel essentiëler.  
 
Toch is dit geen sloganeske bundel en al evenmin een filosofisch traktaat over poëzie en taal. Bruinja schrijft doorgaans herkenbaar en meesterlijk gecomponeerde verzen, met een spreekstem die ook de onze zou kunnen zijn. De dichter camoufleert zijn eigen stem achter de personages die hij opvoert. Ronduit indrukwekkend gebeurt dat in een reeks portretten van ouderen in een woonzorgcentrum: zij krijgen het woord om hun levensverhaal te vertellen, en op die manier tracht Bruinja ook inzicht te verkrijgen in het onuitgesproken verhaal van zijn eigen moeder.  
 
Voor lezers is het, zoals steeds, wel wennen. De bundel is soms springerig, en dat geldt ook voor de gedichten. De inhoudstafel laat zich lezen als een zoveelste vers (ook door het ontbreken van bladzijnummers). Een helder antwoord op de vraag van de titel is er niet, maar het meanderen tussen mensen, herinneringen, aarzelingen en een kritische overtuiging is bijzonder confronterend en waardevol.  
 
Tsead Bruinja: Wat deed ik daar, Querido, Amsterdam 2024, 96 p. ISBN 9789021440781. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Breken is bouwen. Vijfenzeventig jaar Vijftigers

Graa Boomsma

Een mandje aarde

Yosa Buson

Geweten. Over Israël en Palestina

Maurits de Bruijn

Praat dan met mij

Yves Peirsman

Speuren in Lucebert. Een lezersvisie op diens gedichten

H.U. Jessurun d’Oliveira

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2025

Dieren spotten doe je zo!

Aline Portman

Hoe vijanden vrienden kunnen worden

Yuval Noah Harari, Ricard Zaplana Ruiz (ill.)

Mijn broer is een baas

Jenny Jägerfeld

Neem een kip

Erna Sassen, Martijn van der Linden (ill.)

Zuid

Marieke ten Berge (ill.), Eva Moraal

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri