Apotheose is het derde deel in de reeks rond de
Nederlandse profiler Maarten S. Sneijder en Sabine Nemez, profiler in opleiding
bij de Nationale Recherche. Nemez is de protégé van Sneijder en min of meer de
enige die de excentrieke Nederlander in zijn buurt kan verdragen. Sneijder is
een briljante profiler die diep in het hoofd van de dader kan kruipen, maar hij
heeft zijn eigen werkmethodes en duldt geen gezag, bemoeienissen of domheid
rondom zich. Zijn stekende migraine gaat hij te lijf met een goede joint en er
is niemand in zijn omgeving die hij nog niet flink tegen de schenen heeft
gestampt. In Apotheose krijgen we eindelijk een blik in het verleden van
Maarten S. Sneijder en dit laat de lezer zien hoe Sneijder is geworden tot de
arrogante betweter die velen in hem zien.
In Bern wordt er onder een brug
het aan haar haren opgehangen naakte lijk gevonden van de directeur van Fedpol.
Merkwaardig is dat in haar buik het cijfer 8 is gekerfd. Dat doet denken aan
een internationale zaak van vijf jaar eerder toen Sneijder samen met de
Zwitserse politie jacht maakte op een moordenaar die ze tot in Bern konden
volgen. Ook deze dader liet een spoor van schijnbaar willekeurige nummers op
zijn slachtoffers na en er zijn nog parallellen met het verleden te trekken.
Sneijder heeft al snel een vermoeden wie er achter de recente moorden kan
zitten, maar hult zich – tot grote ergernis van Nemez – in stilzwijgen.
In een andere
verhaallijn volgen we de pas afgestuurde pyschologe Hannah Norland die een job
heeft aangenomen in Steinfels op het Duitse schiereiland Ostheversand aan de
Deense grens. Steinfels is een zwaarbewaakte gevangenis voor geesteszieke
criminelen. Norland vervangt de vorige psychologe die onder verdachte
omstandigheden om het leven kwam. Om te beginnen krijgt ze drie patiënten
toegewezen waaronder de Nederlander Piet van Loon die op tweeëntwintigjarige
leeftijd vijf mensen vermoordde en een IQ heeft van 158.
De Ootenrijkse schrijver Andreas
Gruber heeft met Maarten S. Sneijder en Sabine Nemez een uiterst boeiend duo
gecreëerd. Doordat Gruber steeds zijn tijd neemt – ook Apotheose klokt
niet af onder de 500 pagina’s – kan hij ook veel ruimte besteden aan de
uitwerking van zijn personages. Kwam je in de eerste delen Stervensuur en
Doodvonnis al wat meer te weten over Nemez, dan duiken we nu in het
verleden van Maarten S. Sneijder. Daar vinden we heel wat antwoorden op vragen
die in de eerste twee delen al waren opgeworpen. Sneijder en Nemez hebben een
haat-liefdeverhouding, soms ergeren ze zich dood aan elkaar, maar
tegelijkertijd werken ze wel uitstekend samen en maken ze vooruitgang in een
schijnbaar onoplosbare moordzaak.
Het verhaal springt in Apotheose van heden naar
verleden en tussen het onderzoek van Sneijder en Nemez en de gebeurtenissen
rond Norland in Steinfels. Je hoeft geen IQ van 158 te hebben om te weten dat
beide verhalen uiteindelijk zullen samenkomen. Gruber heeft een mooi beeldende
schrijfstijl en de dialogen voelen levensecht aan. Met meer dan 500 bladzijden
kan de spanningsboog niet altijd even strak gespannen zijn, maar net als
voorgangers Stervensuur en Doodvonnis is ook Apotheose
weer een ontzettend knappe en spannende thriller die heel vlot wegleest. Dat de
volgende delen alvast snel vertaald mogen worden.
Andreas Gruber: Apotheose,
Bruna, Amsterdam 2025, 526 p. ISBN 9789400515765. Vertaling van Todesmärchen door Hilke Makkink. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan