Vertaald proza

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2025

Erri De Luca: Onmogelijk

door Inge Lanslots

In de explicit van Onmogelijk beschrijft de ik-verteller hoe twee jonge gemzen een duel aangaan op de Cengia del Bandiarac in de Dolomieten.  
 
‘Gemzen stoppen niet na de eerste aanvallen, ze geven zich niet over zolang er niemand verslagen is en dat moeten ze met de dood bekopen. Het dier dat het meest uitgeput is, komt uiteindelijke onderaan te staan en moet een aanval van bovenaf ondergaan.
Zo ging het, met een eindstoot. Maar hun hoorns raakten verstrengeld en ze rolden samen de berg af.
Ik zag ze verdwijnen, stuiterend. Een gedempt geluid van twee lichamen die zonder ook maar een kreet voortdurend tegen elkaar botsten.’
 
Hoe die strijd afloopt op die rotsrichel, komt de lezer niet te weten. Hun verhaal, volgens de ik-verteller hun ‘roman’, is geschreven, al zou hij het zijne anders wil zien eindigen, en als het even kan ook niet in de nabije toekomst.
 
Laat die ik-verteller net de gevangenis te hebben verlaten. Hij werd opgesloten op verdenking van moord op een man die jaren geleden lid was van dezelfde revolutionaire beweging, een gewapende groepering – het Italië van de jaren 1960 en ’70 kende naast het studentenprotest vele protestbewegingen die tot een sterke polarisering leidden. Die andere man had de groep indertijd samengewerkt met justitie in ruil voor een lichtere straf terwijl zijn groepsleden, onder wie de ik-verteller, in de gevangenis belandden. Bij een toevallige ontmoeting zou de ik-verteller, een verwoede wandelaar, wraak genomen hebben. Dat beweert tenminste de politierechter die hem meermaals ondervraagt, al houdt de ik-verteller zijn onschuld staande. Hij was getuige van een bergongeluk en belde meteen de hulpdiensten, maar hulp kon niet meer baten.
 
Die ondervraging noteert de ik-verteller in dialoogvorm, in vraag en antwoord, maar die overstijgt al snel het politionele karakter. Tussen de politierechter en de verdachte ontspint zich immers een filosofische dialoog over activisme, engagement, principes en taal. De ik-verteller is het niet eens met de keuzes van de militant die in het verleden zijn groep verraadde, maar daar hoeft hij hem in het heden niet op af te rekenen. De ik-verteller gelooft nog altijd in de zaak van toen, maar beseft dat de wereld rondom hem die heeft losgelaten. Dat verklaart wellicht waarom hij de bergen opzoekt. Daar kan hij nutteloos zijn en zich focussen op de natuur door zich te bewegen in een leegte die hij als stilte ervaart. Verder deconstrueert de ik-verteller het discours van de politierechter die volgens de ik-verteller taal te slordig geformuleerd is. Taal is een krachtig expressiemiddel dat je correct moet hanteren. Zo verklaart hij in een van zijn antwoorden:
 
‘Omdat ik van het Italiaans hou, van hoe de woorden iets heel precies kunnen uitdrukken en ons daarmee houden voor onjuistheden. De taal is een uitwisselingssysteem, net als geld. De wet bestraft mensen die valse biljetten drukken, maar laat mensen die verkeerde woorden verspreiden vrij rondlopen. Ik bescherm de taal die ik gebruik.’
 
Het is precies met die taal dat Erri De Luca (1950, Napels), de auteur van deze korte roman, speelt. Terwijl de dialogen tussen de politierechter en de verdachte ik-verteller heel uitgepuurd zijn, krijgen de brieven die de ik-verteller aan zijn geliefde richt een heel andere toon. De ik-verteller geeft uiting aan zijn emoties en is emotioneel expressiever dan wanneer de geliefden samen zijn. Vanuit zijn isolatiecel schrijft hij zeven brieven die hij niet verzendt. In die brieven werpt hij overigens ook een licht op de ondervraging maar ook op hun relatie die lang na de jaren van protest begon. Daarnaast blijft hij elke expressievorm analyseren.
 
Onmogelijk werd door een aantal Italiaanse critici gelabeld als een filosofische politieroman. Dat label is waarschijnlijk ingegeven door de expliciete verwijzing naar Leonardo Sciascia, die inderdaad dat type politieromans schreef met telkens een open einde. Ook in de roman vindt de lezer een expliciete verwijzing naar Sciascia waarin De Luca het maatschappelijk engagement van de bekende Siciliaanse auteur op treffende wijze fileert. Dat doet hij in de ondervraging(en) en de brieven gemarkeerd door een andere lettertype. Daarnaast bevat Onmogelijk nog uit twee korte fragmenten, verteld vanuit het perspectief van de politierechter en de ik-verteller. Die vervolledigen de korte roman.
 
De knappe vertaling van Annemart Pilon biedt de lezer een uitgelezen kans om zich verder verdiepen in De Luca’s oeuvre, waarin engagement, discours en de natuur centraal staan. De Luca schrijft voornamelijk fictie, waarin hij autobiografische elementen verweeft. Ik kan alleen maar hopen dat er nieuwe vertalingen volgen. De Luca is nu eenmaal een van de meest aparte en eigenzinnige stemmen van de hedendaagse Italiaanse literatuur.
 
Erri De Luca: Onmogelijk, HetMoet Amsterdam, 2025, 127 p. Vertaling van Impossibile door Annemart Pilon. ISBN 9789083455938

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2025

Alfabetisch Afrika

Walter Abish

Apotheose

Andreas Gruber

De vissers

Raul Brandão

Devon

Nils Chr Moe-Repstad

Het geduld van de bloemen

Stefan Brijs

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2025

Van tong tot teen. Ontdek de wereld, begin bij je lijf

Geert-Jan Roebers, Wendy Panders (ill.)

Beesten

Ingvild Bjerkeland

De zee is bijna alles

Marco Kunst, Jeska Verstegen (ill.)

In de hoek

Pieter van den heuvel

Zusje

Janneke Schotveld, Rifka Mels

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri