Tandenjager, het
nieuwe boek van Auke Hulst, is een literaire tour de force zoals er nog maar
weinig verschijnen in de Nederlandstalige literatuur. Dat zijn meteen twee
joekels van clichés, maar ze typeren de roman wel. Hulst vermengt in het vierhonderd
bladzijden tellende boek moeiteloos meerdere genres: de schelmenroman, de
bildungsroman, het gothic horrorverhaal, de Vatersuche (hier een Muttersuche), de
brievenroman en de erotische roman. De meeste van die genres kenden hun
hoogtijdagen, of ontstonden zelfs pas, in de Romantiek, de periode waarin het
grootste deel van de roman zich afspeelt.
De hoofdpersoon, een charmante bastaardzoon
genaamd Vos Jacobsz, heeft een slecht gebit dat zijn povere afkomst verraadt.
Wanneer hij in 1815 als ‘tandenjager’ het slagveld bij Quatre-Bras afstruint,
op zoek naar de gave gebitten van gevallen soldaten om te verkopen aan
tandartsen, treft hij het lijk aan van Amadeo, een rijkeluiszoon met puntgave
tanden, die Vos niet verkoopt maar in zijn eigen mond laat plaatsen. Aan de
hand van brieven op het lichaam van Amadeo ontdekt Vos bovendien dat de
gesneuvelde een minnares had, de mysterieuze markiezin Margaux. Vos besluit de
markiezin op te sporen en met Amadeo’s tanden diens gefortuneerde plaats in te
nemen. Zo belandt Vos in Amsterdam, waar hij zich middels bedrog en intrige
opwerkt tot minnaar van de markiezin, wat natuurlijk anders uitpakt dan hij had
gehoopt.
De
lezer volgt de ontwikkeling van Vos’ binnenwereld, en wordt geheel volgens het
romantische stramien getuige van hoe de jongen het individu in zichzelf ontdekt,
vormgeeft én maskeert. Hoewel de levensloop van Vos soms wat ongeloofwaardig is
(zie bijvoorbeeld de mooi beschreven maar weinig realistische oedipale relatie
met zijn moeder), blijft hij een interessante hoofdpersoon, iemand die je
enerzijds succes gunt en anderzijds wil zien vallen, zodat je hoe dan ook blijft
doorlezen.
De zwakkere delen van het boek zijn
dan ook de flashbacks en -forwards waarin het perspectief van Vos wordt
losgelaten voor dat van Amadeo en Margaux. Een ander bezwaar is dat Hulst met
zijn stilistische hoogstandjes zijn doel soms voorbijschiet, en al te veel
aandacht besteedt aan details die hem toelaten uit te pakken met weliswaar
prachtige maar ietwat overdadige beschrijvingen en formuleringen. Nog een
bezwaar is het hoge Geert Mak-gehalte dat de tekst hier en daar heeft: met name
bij de contemporaine politieke en literaire overpeinzingen van Vos, en bij de
beschrijvingen van de slagvelden en het vroeg negentiende-eeuwse Amsterdam,
ziet de lezer Hulst voor zich tussen geopende encyclopedieën en naslagwerken,
details overnemend waarmee hij de wereld van zijn roman kan inkleden. Echt
storend is dat niet, maar het verhaal zelf raakt in dergelijke passages wat op
de achtergrond.
Dat doet niets af aan het onmiskenbare vakmanschap waarmee dit boek is
geschreven. Hulst wordt op de boekomslag geroemd als ‘een van de beste
stilisten in het Nederlandse taalgebied’, en hij doet die lofprijzing eer aan.
Vanaf de eerste bladzijde weet hij met een rijk en functioneel archaïsch
vocabulaire de leefwereld van de Napoleontische tijd tot leven te wekken, door lang
vervlogen geuren, smaken, geluiden en taferelen te beschrijven alsof hij ze
gisteren nog heeft ervaren. En hoewel Hulst geen ostentatieve zinnenbouwer is,
zoals Nabokov of Sebald, spatten het componeervernuft en schrijfplezier van de
bladzijden af, vaak juist in de efficiënte formuleringen en kleine, speelse
zinnetjes: ‘Hier, bier.’ Ook in de vele citaten, parafrasen en allusies naar
canonieke werken (netjes opgesomd in de Verantwoording) toont zich de liefde
voor literatuur die ten grondslag ligt aan dit knappe en doorwrochte werk.
Ondanks het
historische kader en de fantasmagorische elementen, bevat Tandenjager concrete
mens- en maatschappijkritiek. Het voyeursmotief staat symbool voor het al te
menselijke verlangen op te klimmen langs de seksuele en socio-economische
ladder. Het vampiermotief verwijst naar de onderlinge uitbuiting tussen
personages, maar ook naar het kolonialistische geweld waarmee het Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden de lokale bevolking van Suriname beroofde, zeg maar leegzoog.
Hulst kadert de persoonlijke perikelen van Vos én Margaux binnen die socio-economische
en kolonialistische machtsstructuren, en maakt zo negentiende-eeuwse en
hedendaagse maatschappelijke problemen inzichtelijk, zonder tot een belerende
of prekerige toon te vervallen. Het levert een bij vlagen bevreemdend maar even
vaak verbluffend boek op, dat zich kan meten met de betere historische romans
in de Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Auke Hulst: Tandenjager, Ambo/Anthos,
Amsterdam 2025. 432 p. ISBN 9789026355776. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan