Poëzie

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2025

Nils Chr Moe-Repstad: Devon

door Dirk De Geest

Adembenemend, meeslepend, weerbarstig. Het zijn eigenschappen die de poëzie van de Noorse dichter Nils Chr. Moe-Repstad onweerstaanbaar maken voor wie experimentele lyriek hoog in het vaandel draagt. Ik heb mij alvast het overige werk van deze dichter (uitgegeven bij Azul Press en daardoor nauwelijks opgemerkt) meteen aangeschaft. De Noorse dichter, die een paar maal optrad in Nederland, ontdekte de poëzie toen hij na een duikongeluk verlamd raakte. Voortaan zou hij gevaarlijk blijven leven, maar dan in taal, steeds weer op zoek naar grenzen. 

Devon
is de laatste bundel van de dichter, die op 50-jarige leeftijd in 2022 overleed. Het is een bijzonder merkwaardige tekst. Een aantal reeksen van ultrakorte gedichten, haast op een prozaïsche toon, alsof het prozagedichten betreft, worden gepresenteerd als brokstukken. Het lijken fragmenten, ook al zijn ze doorgenummerd, want de samenhang tussen de opeenvolgende onderdelen zijn allesbehalve duidelijk. Tegelijk gaan die fragmentarische reeksen vergezeld van ronkende titels als ‘Over de gewelddadige geschiedenis waar de seizoenen mee komen aanzetten’, ‘Over biografie’, ‘Over de anatomie van wreedheid’. Het is een formule die herinnert aan het leerdicht, een poëtische vorm die er eertijds op gericht was inzichten op een esthetisch verantwoorde wijze te verwoorden. Kennis en schoonheid werden geacht samen te gaan, en het perspectief was dat van deskundigheid en een synthetisch overzicht. Devon lijkt zowel een voortzetting als een perverse ondergraving van dat cognitieve project.
 
Het plaatsje Devon wordt in deze bundel meteen geassocieerd met ‘witte kliffen’, maar die zijn niet meteen op die plaats indrukwekkend of dominant. Het Devoon is echter eveneens een geologisch tijdperk, de periode waarin spoorplanten en bomen werden gevormd. En wat speurwerk levert nog een schat aan mogelijk relevante informatie op. Op analoge wijze gaat de dichter te werk. Zijn inzichten zijn vaak tegenstrijdig en niet uitgewerkt, en de kennis die hij zijn lezers voorschotelt is hoogst misleidend. Van een definitieve samenhang of een ultieme betekenis lijkt geen sprake. Integendeel, ieder fragment bezorgt nieuwe informatie maar stelt ons ook voor nieuwe raadsels. Moe-Repstad goochelt met verwijzingen naar de wereldliteratuur en de Griekse mythologie, naar de Bijbel maar ook naar de aardrijkskunde, de geschiedenis en de wetenschappen. Alles geeft, zoals drijfhout, materiaal om mee aan de slag te gaan.
 
Toch is dit allerminst een vrijblijvend kunstwerk, erop gericht om eruditie of vakmanschap te etaleren. Het is een manier van de schrijver om ons gangbare systeem van kennis, vooroordelen en overtuigingen ten gronde te ontwrichten. Die kritische dimensie heeft ongetwijfeld ook een zekere therapeutische werking: het al te persoonlijke wordt als het ware overstelpt door woorden en weetjes, door verhalen en anekdotes, om de pijnlijke stilte te doorbreken. De reeks ‘Over biografie’ toont bijvoorbeeld het moeilijk het is om de eigen persoon te doorgronden, laat staan te vertellen aan een ander. Taal vervreemdt in feite al van de oorspronkelijke ervaring, en elk verhaal is een ander taalspel dat zich over die ervaring weeft en ze toedekt of verandert. Ieder fragment maakt dat tastbaar. Er zijn een paar jeugdherinneringen of een herinnering aan de geliefde, maar die versmelten met historische verhalen en sprookjes. Daarbovenop komt de verbeelding, want de geldbriefjes die de jongen in de zakken van zijn vader zoekt worden legendarische Dode-Zeerollen. En de ultieme sfeer in deze gedichten (net zoals in de bundel) is die van een kille wind en een muur van wit (de kalksteen maar ook het witte blad).
 
Voortdurend wordt in deze bundel veel gezegd maar nog veel meer verzwegen. Net zoals de poëzie van Sapfo wordt de lezer hier gehypnotiseerd, geërgerd of gefascineerd. Zijn zoektocht is die van de dichter, even noodzakelijk als hopeloos. Wie in deze poëzie op zoek gaat naar een kern komt allicht bedrogen uit. Wie een muur vol intrigerende post-its zoekt, vindt hier een ware schatkamer aan raadsels. Dat een uitgever dit aandurft getuigt van moed maar ook van verantwoordelijkheidszin. De vormgeving in een langwerpig oblong formaat is daarenboven prachtig en functioneel. De bundel wordt een object, ongepast in een gewoon boekenrek maar daardoor zo bijzonder.
 
Nils Chr Moe-Repstad: Devon, Poëziecentrum, Gent 2025, 114 p. : ill. ISBN 9789056551629. Vertaling van Devon door Liesbeth Huijer 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2025

Alfabetisch Afrika

Walter Abish

Apotheose

Andreas Gruber

De vissers

Raul Brandão

Devon

Nils Chr Moe-Repstad

Het geduld van de bloemen

Stefan Brijs

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2025

Van tong tot teen. Ontdek de wereld, begin bij je lijf

Geert-Jan Roebers, Wendy Panders (ill.)

Beesten

Ingvild Bjerkeland

De zee is bijna alles

Marco Kunst, Jeska Verstegen (ill.)

In de hoek

Pieter van den heuvel

Zusje

Janneke Schotveld, Rifka Mels

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri