12+ - Als merkwaardige beesten het land in de greep houden
en hun moeder vermoorden, slaan Abdi en Alva, een dertienjarige jongen en zijn
vijfjarige zus, op de vlucht. Vanaf de openingsscène ademt Beesten een dystopische sfeer en zindert de angst tussen de regels.
Dystopieën
voor jongere lezers verschijnen steeds vaker. Doorgaans zijn kinderen er
(uiteindelijk) de redders van de wereld; in Beesten redden zij alleen zichzelf,
omdat er nu eenmaal geen andere optie is. Abdi, de ik-verteller, neemt de zorg
voor zijn zus op zich. 'O, wat miste ik volwassenen!' verzucht hij al snel. Wantrouwen
heeft zich dan echter al diep genesteld, en bij de eerste ontmoeting met twee
mannen lopen ze van hen weg: 'Het voelde verkeerd om van mensen weg te lopen,
weg van een huis vol eten en warmte, het bos in, waar beesten waren die op ons
jaagden. Maar er was iets heel ergs gebeurd als we waren gebleven, dat wist ik
zeker.' Later worden ze uit een kolkende rivier gered door een oudere vrouw,
die Alva meteen in het hart sluit en bij wie ook Abdi gaandeweg veiligheid
vindt. Als ook daar het noodlot toeslaat, trekken ze verder, naar Djupevik,
waar boten zouden zijn om mee te vluchten.
In ruim honderd bladzijden schetst
Beesten een kleine week; in flashbacks wordt verhaald wat voorafging, De
novelle kan worden gelezen als een spannend, dystopisch verhaal, maar is veel
meer dan dat. De vlucht voor de ongekende, levensbedreigende beesten legt bloot
hoe kwetsbaar een maatschappij is: elektriciteit en communicatie vallen uit,
voorraden geraken uitgeput, mensen worden minder betrouwbaar dan voorheen en
kiezen voor het recht van de sterkste zodra angst en de drang te overleven het
overnemen. Hoezeer dit fantasieverhaal als een allegorie voor de wereldpolitiek
kan – moet! – worden gelezen, blijkt uit de allerlaatste scène. Daarin gaan Abdi
en Alva aan boord van een veel te kleine, veel te vol geladen rubberboot, die
niet bestand is tegen de overtocht die ze tegemoet gaan.
Het is bijna onmogelijk om die slotscène
te lezen zonder tegelijk de vele beelden voor je te zien die de afgelopen jaren
zijn gedeeld: vluchtelingen in reddingsvest opeengestapeld in open boten, in
ruil voor hun laatste geld of bezittingen op zoek naar een beter leven, omdat
het land dat ze achterlaten geen greintje hoop biedt. ‘Het heeft geen zin om
een nieuw huis te zoeken. Uiteindelijk zullen de monsters daar ook komen.’
beslist de kleine Alva wanneer haar broer zich afvraagt of het wel slim is de
wankele boot op te gaan. De beesten in de novelle zijn ‘minstens twee meter
lang, bedekt met een dichte, gladde vacht. Slanke poten, lange armen met
spiraalvormige klauwen. Een vals gezicht met zwarte ogen die naar ons
staarden’. In het echte leven zijn het droogte, armoede en oorlogen die de
mensen op de vlucht jagen: minder concreet, maar minstens even gruwelijk.
De Noorse
auteur Ingvild Bjerkeland zet met Beesten, haar eerste naar het
Nederlands vertaalde boek, ingenieus in op bekende scenario’s, zoals dat van
het dystopische verhaal, de vlucht, of de dreiging van roofdieren. Die gekende
verhaalpatronen en de beelden die Bjerkeland met goed gekozen beschrijvingen
oproept, sleuren als een lawine tal van eerdere lees- en kijkervaringen mee. De
openingszin vormt daarvan een duidelijk staaltje: 'De kraaien hadden zich als
een zwarte donsdeken op het lichaam verzameld.' Angst wordt expliciet
beschreven, hij is 'als een grote, zwarte vogel' die 'panisch met zijn vleugels
fladderde'. Tegelijk zorgen tempowissels en de dosering van actie en beschrijving
ervoor dat angst en spanning ook bij lezers wordt opgeroepen. Bjerkeland plaatst
dit dystopische verhaal bovendien niet in een onbepaalde ruimte, maar in een
herkenbaar Noorse context, wat de waarschijnlijkheid van het gebeurde vergroot.
Ze voedt met haar filmische vertelstijl de hele vertelling lang een visuele vertolking
in het hoofd van de lezers, zodat in die laatste bootscène alleen maar
hetzelfde kan gebeuren. Wanneer lezers dan de beelden herkennen die via media
met hen zijn gedeeld, is het te laat om te ontsnappen aan deze allegorische
laag. Als de radio kraakt en er wordt aangekondigd dat hulp onderweg is, weet
je dat de personages nog zo veel pijn tegemoet gaan.
De uitgave kreeg bij uitgeverij
Volt (net als Querido onderdeel van Singel uitgeverijen) precies dezelfde vorm
als de Engelse uitgave. Die appelleert ook aan oudere lezers dan de 10-plussers
waarop de Noorse uitgever mikte: tegen een gele achtergrond steken zwarte
letters in een ‘verhakkelde’ font af. Ze omlijnen strak een zwart-wit foto van
een vacht, waar in subtiele spot-vernis de afbeelding van een klauw overheen
staat. Het verhaal laat net zo een spoor achter, het klauwt zich in je vast en
laat zich – met name voor de meer ervaren lezer? – moeilijk wegzetten als
zomaar een geslaagd spannend verhaal. In Noorwegen won Beesten, in het
Noors Udyr, de ARK prijs: kinderen uit de drie laatste jaren van het
lager onderwijs, daar 10 tot 13 jaar oud, verkozen Beesten tot beste
kinderboek van het jaar. Benieuwd of deze vertaling ook hier haar weg vindt, en
welke leeftijdsgroep de novelle oppikt. Straf werk.
Ingvild Bjerkeland: Beesten,
Volt, Amsterdam,2025, 119 p. ISBN 9789045131245. Vertaling van Udyr door Kim Liebrand. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan